zondag 17 augustus 2014

The Dalles – Colorado River – Palouse Falls SP – Palouse Hills - Spokane



6 juli 2013, 

Over the Polouse Hills.


De camper die wij gehuurd hebben is helemaal super ingericht, met magnetron, diepvries en koelkast. De koelkast loopt op gas en we moeten even de propaan tank bij laten vullen. Dat kan niet overal en als je een kans hebt moet je die grijpen. Voor de goede orde gooien we de tank van de camper ook nog maar even vol. Misschien wel wat duur maar we weten niet wanneer we vandaag weer een tankstation voorbij komen. Hierna draaien we weer de snelweg op en gaan langs de Columbia River. Nog een gedeelte kunnen we deze volgen en we vinden het nog steeds prachtig. Even later zien we de The Dalles Dam aan de linkerkant, één van de vele stuwdammen in de rivier om elektriciteit op te wekken. Het is net of de rivier nog groter en breder is dan gisteren. Niet alleen de rivier is groter, ook de trein is groter. Hij dendert ons voorbij met drie locomotieven voor, heel veel wagons en 3 locomotieven aan de achterkant.
I 84 East near Columbia River
Interstate 84 East,


Old Bridge over the Columbia River
Even later zien we een grote hefbrug, dit is een oude verbinding met de andere oever. Deze is niet meer in gebruik en stuk verderop hebben ze een nieuwe brug aangelegd. Deze steken we over. De Interstate gaat wel sneller maar langs de oude Highway’s zie je vaak meer. Aangezien we toch een keer de Columbia rivier moeten oversteken doen we dat nu maar. Daarmee verlaten we ook de staat Oregon. Een groot aantal dagen zijn we door de staat Oregon gereisd, een staat met uitersten en veel afwisseling. Oregon heeft ongeveer 3,5 miljoen inwoners en heeft als bijnaam Beaver State.
flag State Oregon
Seal State Oregon

Oregon trad op 14 februari 1859 als staat toe tot de Unie. Salem is de hoofplaats van de staat. Op de achterzijde van de vlag is een afbeelding van een Noord-Amerikaanse bever te zien. Dit dier is het symbool van de staat. De vlag van de staat Oregon werd op 26 februari 1925 aangenomen en is sindsdien niet gewijzigd. Op de voorzijde van de blauwe vlag is het zegel van de staat te vinden, omringd door 33 sterren. Dit verwijst naar het feit dat Oregon als drieëndertigste staat toetrad tot de Verenigde Staten. Ook het jaartal onder het zegel verwijst naar deze gebeurtenis. Oregon is de enige Amerikaanse staat die een vlag heeft waar de voor- en achterzijde van elkaar verschillen.  



sign's State Oregon bird-flower-tree
Symbolen voor de staat zijn  de Western Meadowlark en de Oregon Grape (Mahonia aquifolia) Dit is een plant die wij ook veel in de bossen hebben gezien. De Douglas-fir (douglas-spar) is ook een symbool die de staat gebruikt.
Kaart verdeling Noord Amerika
Voor zover bekend was de Britse zeevaarder kapitein Robert Gray de eerste blanke die het gebied van de huidige staat Oregon betrad. Hij ontdekte in 1792 de  Columbia rivier. In 1811 vestigden de Amerikanen fort Astoria. Dit fort moest als centrum voor pelshandel gaan dienen, maar Amerika raakte het fort in 1813 kwijt aan de Britten. Amerika en Groot-Brittannë kwamen in 1818 tot een compromis en bezetten het gebied vanaf dat moment gezamenlijk. Hierna kwam de Amerikaanse kolonisatie van het gebied goed op gang en in 1846 slaagde de Amerikaanse regering erin een overeenkomst te tekenen met de Britten waardoor het gebied voortaan officieel Amerikaans was.

Twee jaar later (1848) werd het Oregon territorium opgezet. Dit territorium was veel groter dan de huidige staat, het behelsde het hele gebied tussen de Rocky Mountains en de zee. In 1853 werd het territorium, door de afsplitsing van het Washington territorium, een stuk kleiner.
Sam Hill Memorial Bridge
 
 

De brug die we nu oversteken is de Sam Hill Memorial Bridge. Een hele lange brug over de Colombia River. Heel indrukwekkend. Halverwege de brug beleef je hoe groot en hoe breed de Columbia River wel niet is, een gigantische rivier en heel belangrijk voor de staten Oregon en Washington. De levensader voor deze regio.

map Columbia River (Wikipedia)
De Columbia River is de grootste rivier in de Pacific Northwest regio van Noord-Amerika. De rivier ontspringt in de Rocky Mountains van British Columbia, Canada. Het stroomt van het noordwesten en dan naar het zuiden in de Amerikaanse staat Washington. Het laatste deel is de rivier is de grens tussen de staat Washington en Oregon. De rivier is 2000km lang en mondt uiteindelijk, bij Astoria, uit in de Stille Oceaan. Daar is een zandbank die steeds verschuift,  de Columbia Bar. Dat maakt dit gebied tot een van de gevaarlijkste stukken voor schepen om te navigeren. Dit gebied is erg gevaarlijk door de vele scheepswrakken in de buurt van de monding. Het heeft de reputatie verworven als " Kerkhof van Schepen " De grootste zij rivieren zijn de Snake River en de Yakima River.

Het hoogte verschil in de rivier is groot waardoor er een enorm potentieel is voor de opwekking van elektriciteit. In de rivier zijn 14 stuwdammen voor het opwekken van elektriciteit. In de zijrivieren zijn nog meer waterkrachtcentrales waardoor in de staat Washington meer elektriciteit wordt opgewekt dan in enige andere Noord-Amerikaanse rivier. Na de oprichting van conservenfabrieken in 1867 daalden de zalmpopulaties drastisch. Dit werd nog versterkt door de bouw van de dammen. Dammen waren er ook de oorzaak van dat de zalm niet terug kon keren om te paaien. Met vistrappen is dit enigszins op te lossen. Een ander probleem bestaat voor de jonge zalmen, die kunnen niet meer stroomafwaarts naar de oceaan. Voorheen zou deze reis 2-3 weken hebben geduurd . Door de dammen stroomt de rivier nu veel trager waardoor de reis enkele maanden duurt. Hierdoor sterft er meer jonge zalm. 
map power dam in Columbia River
De Columbia en haar zijrivieren waren in de regio duizenden jaren belangrijk. De rivier werd sinds de oudheid gebruikt voor het vervoer van mensen en goederen. Volken konden daardoor hun onderlinge cultuur verschillen uitwisselen. In de late 18e eeuw kwam het eerste niet-inheemse schip de rivier op.

In de volgende decennia gebruikten bonthandel bedrijven de Colombia als een belangrijke transportroute. Pioniers begonnen zich te vestigen in het dal en de oorspronkelijke bewoners werden verdreven. Eerst gedecimeerd door een pokkenepidemie en later door gevechten en oorlogen. Al meer dan 15.000 jaar  woonden er diverse indianen stammen langs de rivier. Zoals de Nez Perz in het noorden en de Chinook langs de monding. Ze leefden voornamelijk van de zalm, jacht en verbouw van voedsel. Het waren geen grote stammen maar meer kleine groepen in dorpen of op gezinsniveau. Van deze stammen zijn ook vele legendes en verhalen bewaard gebleven.
Painting on the wall of the Bridge of the Gods (Wikipedia)
painting of  the legend of the Bridge of the Gods (Wikipedia)


Zo ook de mondelinge geschiedenis van de vorming en vernietiging van de Bridge of the Gods. Een landbrug die de staten Oregon en Washington met elkaar verbond in de Columbia River Gorge. Volgens de verhalen was dit het gevolg van een strijd tussen de goden, vertegenwoordigd door Mount Adams (Washington) en Mount Hood (Oregon). Een strijd om de genegenheid van een godin, vertegenwoordigd door Mount St. Helens. Deze tijdelijke “brug” is er daadwerkelijk ook geweest. Zo’n 500 tot 1.000 jaar geleden was er een grote aardverschuiving. Een groot deel van Table Mountain, aan de noordoever van de rivier in Washington, verdween in de rivier en blokkeerde de stroom. Het water van de Columbia rivier kon niet meer naar zee en achter de dam ontstond een groot meer. Na verloop van tijd overstroomde de natuurlijke dam, de Columbia rivier hervond de weg naar zee en het meer stroomde leeg. Op deze locatie is het dal uitgeslepen door de Columbia rivier nog duidelijk smaller, de rivier is minder diep en zijn er stroomversnellingen. Dit laatste maakte de aanleg van een sluis nodig. Door de bouw van de Bonneville Dam zijn de stroomversnellingen stroomafwaarts van de Brigde of the Gods onder water verdwenen. De brug die er nu ligt wordt daarom ook Bridge of the Gods genoemd.  Het is een stalen cantileverbrug met vakwerk en is 565 meter lang. Een hele bijzondere constructie en helaas hadden we geen tijd om de brug, met de beschildering van de pijler, te bekijken.  
Bridge of the Gods (Wikipedia)
Stoomschepen verbonden gemeenschappen en vergemakkelijkten de handel en dit werd versterkt door de komst van de spoorwegen in de late 19e eeuw. Sinds het eind van de 19e eeuw begonnen bewoners maar ook de overheid de rivier te benutten en daardoor ook te temmen.
Er werden sluizen gebouwd, vaargeulen vergroot en de Columbia en haar zijrivieren werden gebaggerd. Sinds het begin van de 20e eeuw werden er dammen gebouwd ten behoeve van energieopwekking, irrigatie en om overstromingen te reguleren. Productie van kernenergie heeft plaatsgevonden op twee locaties langs de rivier. Plutonium voor kernwapens werd tientallen jaren geproduceerd  bij de Hanford Site, nu de meest vervuilde nucleaire site in de VS. Al deze ontwikkelingen hebben een enorme impact gehad op de rivier en de omgeving, denk aan industriële vervuiling en barrières voor vismigratie.
State Washington sign

Als we de brug over zijn, zijn we in de staat Washington, de 4e staat waar we deze reis,  uitgezonderd Texas, aandoen. Washington the evergreen state. Nou dan mag je wel groen gaan denken want wat wij zien is dor en droog. Later lezen we dat de staat voor 51% bebost is en daardoor de bijnaam gekregen heeft.  

Washington is een staat in het Pacifische noordwesten van de Verenigde Staten. De staat werd gevormd door het westelijke deel van het Washington-territorium dat gescheiden werd door de Britten in 1846 naar aanleiding van het Verdrag van Oregon. Dit vloeide voort uit een compromis betreffende het grensconflict van Oregon. Het werd toegelaten tot de Unie als de 42e staat in 1889.  De bijnaam van de staat is de Evergreen State, en de hoofdstad is Olympia en de grootste stad is Seattle. Ongeveer 60 procent van de inwoners van de staat Washington woont in het metropoolgebied van Seattle waar het centrum ligt van de transportsector, de zakenwereld en de industrie in de regio. Het overige deel van de staat beslaat grote regenwouden in het westen, bergketens in het centrum, en in het noordoosten en het verre zuidoosten. In het westen vind je half woestijnen die bewerkt worden voor landbouwdoeleinden. De staat zelf telt 6,9 miljoen inwoners.
Washington State Flag
Seal Washington State
Washington is genoemd naar George Washington, de eerste president van de Verenigde Staten, en is de enige staat die naar een president vernoemd werd. Meestal wordt verwezen naar "Washington State" of meer formeel naar "state of Washington" om het onderscheid te maken met de federale hoofdstad Washington D.C.
Washington State signs
Symbolen van de staat zijn de American Goldfinch (soort goudvink) de Coast flower een wilde rododendron en de Western helmlock (Tsuga soort conifeer)

Als we de brug over zijn is het net of we in een andere wereld komen droog en dor. Op de heuvels veel windmolens. Vervolgens slaan we af en volgen we de Columbia Rivier stroomopwaarts aan de Washington kant. ‘n Stukje verderop is een turnout waar we even parkeren. Tijd voor een bakje koffie. Beneden ons zien we de Columbia River en  verderop weer een stuwdam, the John Day Dam. Als we achterom kijken zien we in de verte een hoge besneeuwde berg, Mount Hood. Nu pas valt hij ons op.  
Lewis and Clark Hughway

John Day Power Dam
 


De weg waar we over rijden is de 14 East ook wel bekend als Lewis en Clark Highway. Langs de wegen staan borden van deze avonturiers die de expeditie leiden.
Lewis & Clark sign
De expeditie van Lewis en Clark heeft onder andere een grote bijdrage geleverd aan het verkennen van de Colombia River. Het was de eerste tocht over land door het westen van de Verenigde Staten van Amerika richting de kust. De expeditie nam twee jaar in beslag en legde de grondslag voor de expansie van de VS naar het westen. In 1803 werd door de Verenigde Staten een gebied van ongeveer 2,1 miljoen km² ten westen van de rivier de Mississippi voor een bedrag van 15 miljoen dollar gekocht van Frankrijk.
map Louisiana Purchase
Deze transactie wordt de Louisiana Purchase genoemd en verdubbelde ongeveer de oppervlakte van de VS.
Nadat de Verenigde Staten door deze transactie het enorme gebied hadden verkregen wilde president Jefferson de Amerikaanse claim kracht bijzetten door de rest van het Noord Amerikaanse gebied te verkennen en in kaart te brengen. Dit gebeurde door de Lewis en Clark expeditie. Jefferson, zelf een veelzijdig intellectueel en wetenschapper, was geïnteresseerd in wat er voorbij de Mississippi te vinden was, de flora en fauna van het westen alsmede de indianenstammen die er leefden, en in de (geologische) rijkdommen die er wellicht waren te winnen. Hij vroeg $2500 aan het Amerikaanse Congres om een expeditie uit te rusten om het territorium te verkennen "tot aan de westelijke oceaan".
Jeffersons persoonlijke secretaris, Kapitein Meriwether Lewis, werd als leider van de expeditie aangesteld en Lewis koos 2e luitenant William Clark als co-leider. Hoewel Clark niet de rang van kapitein had werd hij toch zo genoemd om zijn rol als leider samen met Lewis te onderstrepen.

Op 14 mei 1804 ging de expeditie van start nabij het huidige Hartford, Illinois en de laatste leden van de groep sloten zich aan bij St. Charles in de staat Missouri waarna het gezelschap van zo'n 40 man westwaarts trok langs de Missouri en al gauw trok men voorbij La Charette, de laatste blanke nederzetting aan de Missouri. Al kort na vertrek, in augustus, verloor de expeditie het eerste, en naar uiteindelijk bleek ook enige lid, Charles Floyd, waarschijnlijk aan appendicitis.
Bij het huidige Washburn, North Dakota bouwden de expeditieleden Fort Mandan, waar de groep overwinterde. Tijdens deze pauze vergaarden de leden van de expeditie informatie over de lokale indianenstammen en hun cultuur. Ook werd hier de Métis Toussaint Charbonneau en zijn vrouw Sacagawea, een Shoshone-indiaanse, gerekruteerd voor de tocht, voornamelijk om hun kennis van de indianen in het gebied en als vertaler.
Oregon Trail Route
In het voorjaar van 1805 ging de expeditie weer verder westwaarts, per kano, langs de Missouri waar de oorsprong van de rivier werd verkend. Te voet ging men verder naar het gebied van de Shoshone stam en een groep van Shoshone, geleid door Sacagawea's broer, hielp de expeditie aan paarden en een gids die ze over de Bitterroot Mountains leidde. Na de moeilijke overtocht over de bergen kreeg de expeditie hulp van de Nez Percé indianen. De paarden werden achtergelaten en per kano ging men weer verder over de Clearwater- en de Snakerivier naar de Columbia waarop in november de kust van de Grote Oceaan werd bereikt.

Nabij het tegenwoordige Astoria in Oregon werd Fort Clatsop gebouwd waar de winter werd doorgebracht. In 1806 werd de tocht oostwaarts weer hervat en het enige gewelddadige treffen met een indianenstam, de Blackfoot, leidde tot enkele gedode stamleden maar geen verliezen bij de expeditieleden. Enkele rivieren en bergketens, vooral in het huidige Montana, werden verkend en de groep splitste kort op in twee kampen die kort daarna weer samenkwamen om langs de Missouri om weer terug te keren.
Op 23 september 1806 werd Saint Louis, Missouri bereikt.

Al vrij snel na de expeditie van Lewis en Clark begonnen pioniers naar het westen te trekken, de zogenaamde Oregon Trail. Eerst waren het vooral ontdekkingsreizigers en zogenaamde Mountain Men die vooral op bevers jaagden in de Rocky Mountains. Ook wetenschappers trokken naar het grote onbekende. Later werd het gebied ook aantrekkelijk voor pioniers die zich in het westen wilde vestigen. De Prairies werden niet erg aantrekkelijk voor kolonisatie geacht maar de gebieden in wat toen Oregon Country heette, trokken wel de aandacht vanwege de gunstige omstandigheden. De grond en het klimaat waren bevorderlijk voor de landbouw.

In de jaren die volgden trokken honderdduizenden pioniers westwaarts via ruwweg dezelfde route. Er zijn nu nog op enkele plaatsen sporen te vinden die de huifkarren in de modder hebben achtergelaten. Nadat in 1869 de transcontinentale spoorweg was voltooid nam de Oregon Trail in betekenis af hoewel hij tot aan het eind van de 19e eeuw nog werd gebruikt. Tegenwoordig volgen snelwegen grotendeels dezelfde route die de pioniers hebben gevolgd.
Highway 14 East, on the right Columbia River

Wij volgen deze route nu ook, niet per kano maar met de camper. Het uitzicht is weids en we stoppen regelmatig. Het eerste gedeelte zien we veel rotsen en stenen en dan verandert het in fruitteelt, perziken en appelbomen en later druivenranken. Op de zuidoever kunnen die best groeien. Nog weer later zien we dat er maïs, aardappels, uien en graan verbouwd wordt. Hier en daar een boerderij en hele velden met gewassen. Deze worden volledig door hele grote sproei-installaties van water voorzien. Een watertrein noemen ze dat. Het is een stellage op wielen die op een punt rond draait. Op de stellage zitten of hangen sproeiers. De akkers zijn daardoor mooie cirkels. Uit de lucht is dat prachtig te zien en toen we later dat bekeken via google maps was het heel duidelijk zichtbaar.
satelliet foto van beregeningscirkels
beregeningsinstallatie
















Er is nergens een turnout of parkeerplaats en we hebben wel zin in iets. Dan zien we brede oprit naar een bedrijf en denken dat we daar wel even in kunnen rijden. Dat kan wel maar dan zien we een bord wat niet erg vriendelijk overkomt. Het is een landbouwbedrijf Agri Northwest en er staat op No trespassing, violaters will be prosecuted. Er hangen nog meer teksten dat je niet welkom bent, maar die weten we niet meer. Het is een grote en brede inrit dus stoppen we voor het hek in de berm. Ze kunnen ons niets maken. Toch voelt het niet prettig. We nemen snel een bakje. De mensen die we aan het werk zien zijn Mexicanen. Zij zijn de gazons naast de oprit druk aan het maaien en in de aardappelvelden zien we wel 20 lopen die de zieke planten er uithalen. Wat zou Amerika zijn zonder de Mexicanen?

Het wordt steeds droger stroomopwaarts, ook vlakker. De overkant is al helemaal vlak, de kant waar wij rijden is nog heuvelachtig. Bij Plymouth slaan we af een gaan we verder over de I 84. De eerstvolgende grote plaats is Pasco. De route wordt nu wat verwarrend en we denken steeds dat we verkeerd rijden. Iedere keer als we denken we om moeten draaien blijkt dat we toch goed zitten. Bij een tankstation vragen we toch voor de zekerheid even naar de route. Als we daar staan komen er twee campers aan.
 

















Achter de camper zit een auto vast gehaakt, dat noemen ze towing (aanhaken) Wel makkelijk, heb je gelijk je boodschappenwagentje bij je. Het is een hele combinatie en achter de kofferbak van een van de auto’s hebben ze ook nog een fietsenrekje met 2 fietsen erop. Deze heeft het voor elkaar als de camper pech heeft dan kunnen ze over stappen in de auto en als dan de benzine op is kunnen ze verder met de fiets.
Als we Pasco verlaten wordt het landschap alleen maar droger en woester. Ook dat hoort bij Amerika. Via de 260 East gaan we richting Palouse Falls park. Het gebied is dor en droog er is heel weinig vee te zien, ook geen vogels en vlinders.
the 260 East


Onderweg komen we door hele kleine dorpjes, hoe is het mogelijk dat ze hier kunnen wonen en werken. Wat moet het hier saai zijn voor de kinderen om op te groeien. In het plaatsje Kahlotus stoppen we even om te eten. Het is letterlijk en figuurlijk een uitgeleefd dorpje. Huizen waar het een grote chaos is. Gebouwen die half op instorten staan. Zou ons niets verbazen dat dit dorp over een tiental jaren een spookdorp is. Toch bestaat het dorp al  100 jaar. Waar we geparkeerd staan staat een bord, Kahlotus established 1906.              
In de omgeving staan een aantal graan torens of silo’s. Die hebben we onderweg wel meer gezien. Hoge bouwwerken waar ze het geoogste graan in op slaan. Op een terrein staat een oude (kleintje) en een nieuwe (grote). Aan de overkant van de weg staat nog zo’n schuur die op instorten staat. Als ik er heen loop schrikken een paar kerkuilen van mijn verschijning en vliegen weg. Twee blijven er zitten.
                 

Dit is echt geen dorpje om door heen te lopen en te verkennen. Na de middag lunch gaan we maar snel weer verder. De omgeving wordt nog droger en toch kunnen we zien dat er gewassen verbouwd zijn of worden. Waarschijnlijk zijn de gewassen hier vroeg rijp en zijn ze al geoogst. De akkers zijn bewerkt dat is te zien. Af en toe zien we een grote stofwolk en daarvoor dan een tractor. De trekkers zijn anders dan die bij ons. Lager en breder. Dat zal wel zijn omdat ze op redelijk steile heuvels zijn. Om omkiepen te voorkomen hebben deze tractoren anders van model.

 

 

Na een stukje gereden te hebben slaan we af op de 261richting Palouse Falls State Park. Onderweg wordt de natuur nog woester. Af en toe wat landbouw maar ook graslanden. Niet het gecultiveerde grasland dat wij kennen maar woeste grasvlakten met dor gras en hier en daar wat struikjes. Af en toe zien we een groepje koeien lopen. Volgens ons krijgen ze alleen maar droogvoer. Op het laatst zie we alleen nog maar rotsige vlakten met kloven en heuvels, een desolaat gebied. Nanda vindt het hier niet prettig. 


We kunnen ons niet voorstellen dat in deze omgeving een natuurpark zal zijn. Maar ja hoor, nog een stuk over een onverharde weg en we zijn er. Eerst kom je over een soort brug. Hier onder liggen spoorrails. Het spoor ligt hier verdiept en is uitgehouwen in de rotsen; wat een werk moet dat geweest zijn. Vlak daarna kom je bij de toegang van het park. Het parkeerterrein is vol en we moete onze camper op een ander terrein parkeren. De National Park Pas kunnen we niet gebruiken. Het is een State Park en dus moeten we apart betalen. Er wordt gewaarschuwd voor ratelslangen. Hm…. Het is inmiddels erg warm en we nemen wat water mee. Vanaf het uitzichtpunt zien we de waterval. Die is prachtig.
Palouse Falls



Langs de uitzichtpunten staan allemaal informatieborden en het is heel interessant deze te lezen. De Palouse Falls ligt in het zuidoosten van de staat Washington en in de rivier Palouse die na ongeveer 4 mijl ( 6 km ) overgaat in de Snake River. De waterval is totaal 61 m hoog maar bestaat uit 2 gedeelten. De Upper heeft een kleine val van 6,1 m. Na 305 m komt de tweede de Lower Falls, met een val van 55 m. De waterval valt dan in en soort ronde vijver. Daaromheen hoge rotswanden en aan de overkant halverwege een scheur. Uit die scheur komt het water van de waterval. Heel imposant. De Palouse River is een zijrivier van de Snake River die door de Amerikaanse staten Washington en Idaho stroomt. De rivier, 269km,  gaat door de Palouse regio waar het zijn naam ook aan te danken heeft. Ook deze rivier is gevormd door de Great Missoula Floods. Door erosie ligt de rivier heel diep in het landschap.

De waterval ligt in een canyon, een grote keep in de Columbia River Basalt Group, die 115 meter diep is. Dit hele gebied is ontstaan als gevolg van de Great Missoula Floods. Deze overstromingen (ook bekend als de Spokane of de Bretz Floods) en verwijzen naar de catastrofale overstromingen aan het einde van de laatste ijstijd in oostelijk Washington en de Columbia River Gorge. Door (ijs)dammen ontstonden er gletsjermeren. Door het smelten van het ijs werd de druk op de dammen steeds groter en als deze te groot werd dan braken de (ijs)dammen. Gevolg verwoestende overstromingen. Na de breuk sloot de dam zich weer en herstelde Glacial Lake Missoula zich weer. Geologen schatten dat de cyclus van overstromingen en opnieuw vormen van het meer gemiddeld 55 jaar duurde. In het Pleistoceen, tussen 15.000 en 13.000 jaar geleden, waren er minstens vijfentwintig van zulke enorme overstromingen. De grootste overstroming was 10 kubieke kilometer per uur (2,7 miljoen m³/s,
13 keer de Amazone). Het is een bijzonder beschermd natuurgebied geworden en het gedeelte met de waterval ligt nu in het Palouse Falls State Park.

We lopen alle uitzichtpunten af en genieten. Bij het laatste uitzichtpunt is ook een soort afdak. Heerlijk in de schaduw genieten we van het uitzicht en dat is heel verwarrend. De zon brandt, alles om ons heen is woest, dor en verdroogd. Er is heel weinig groen, hier en daar een plukje. En in deze woestenij zie je dan een grote stroom water, heel apart. Ook zijn er hele vreemde rotsformaties.  Dat kan ook wel kloppen omdat alles ontstaan is uit vulkaan uitbarstingen en bestaat uit basalt. Door erosie, het opdrukken door de aardkorst krijgen de rotsformaties een bepaalde vorm. Het water uit de grote vijver stroomt verder door het ravijn en het lijkt net of is het land zo dorstig dat er steeds minder water in de rivier overblijft. Er zijn paden om dichterbij de waterval te komen, maar in deze tocht hebben we niet zoveel zin. Ook gezien de hitte besluiten we weer terug te gaan. Hier is ook een camping en het was de bedoeling hier te overnachten. Nanda heeft helemaal geen goed gevoel bij en de omgeving is zo doods dat ze er akelig van wordt. Het is nog redelijk vroeg in de middag en we besluiten daarom maar door te gaan. Misschien dat we onderweg nog een camping of RV-park voorbij komen.
Palouse River


























Over het picknick veld lopen we terug naar de camper. Dit veld is prachtig groen maar dat komt omdat ze dat dagelijks besproeien. Bij de camper aangekomen nemen wat lekkers en dan gaan we op weg. Het eerste stuk is hetzelfde wat we op de heen weg hebben gereden. Dan op de 261 North en vervolgens de 263 North. Op deze wegen kom je allerlei verschillende voertuigen tegen. Grote trucks maar ook een truck die achterste voorst gesleept wordt. Dit lijkt heel vreemd. Het is net of zit de truck op de verkeerde weghelft en bots je straks er boven op.
 

In Wathtucna nemen we de 26 East. We komen door een heleboel kleine dorpjes, zoals Hooper, Larosse, Dusty en bij Coolfax gaan we over op de I 395 North. Het landschap is aanmerkelijk veranderd, we zitten nu echt in een landbouw gebied. Veel akkers met
graan. Het graan heeft alle kleuren, van fris groen tot donker geel en alle gradaties er tussenin. Het is hier heuvelachtig en je hoort wel eens van golvend graan. Dat kunnen wij ons nu wel voorstellen. Het is een prachtig gezicht. Als je op een hoger punt zou staan dan heb je een nog mooier beeld. Dit zijn de Palouse Hills. Zover je kunt kijken graanvelden. Hier en daar een boerderij en torensilo’s

map Palouse Hills
De Palouse Hills liggen in het zuidoosten van Washington en noord-centraal Idaho. Het is een belangrijk agrarisch gebied, voornamelijk voor de productie van tarwe en peulvruchten. De regio maakte een snelle groei door in de late 19e eeuw. 
De oorsprong van de naam "Palouse " is onduidelijk. Waarschijnlijk komt de naam van Frans-Canadese bonthandelaren en van het franse woord pelouse (wat “land met kort en dik gras” of  “gazon” betekend) en is het verbasterd naar Palouse.
Traditioneel werd de Palouse regio gedefinieerd als een gebied met vruchtbare heuvels en weilanden ten noorden van de Snake River. Het was een redelijk groot gebied met een stuk van de staat Idaho. De eigenaardige en schilderachtige slib duinen die de Palouse Prairie karakteriseren werden gevormd tijdens de ijstijden. Het slib of löss werd met de wind aangevoerd en varieert in dikte van 5 tot 130cm. Dit is een zeer rijke en productieve grondsoort. De Palouse Hills bestaan ​​uit min of meer willekeurige bulten, kuilen en heuvels. Soms heuvels met een steilte van 50%.  
 

Dit gebied was eerst bedekt met steppen en prairies van gras en een domein voor het fokken van runderen en schapen. Vervolgens werden er proeven gedaan met de teelt van tarwe en die waren, door de löss, zeer succesvol.
Als gevolg hiervan en de toename van spoorwegen onderging het gebied snelle landbouwontwikkeling en werden bijna alle gronden omgezet in landbouwgrond.

De vroege landbouw was zeer arbeidsintensief met veel mensen en paarden. Een oogst en dors team  vereiste in 1920 ongeveer 120 mannen en 320 muilezels en paarden. Als de gewassen rijp waren en er geoogst moest worden gingen deze teams van boerderij naar boerderij. Door de uitvinding van de maaidorser waren er aanmerkelijk minder mensen nodig. Echter met zo’n machine had je 40 paarden, zes mannen en een vlak terrein nodig. Dit lukte niet in Palouse Hills. De meeste boeren hadden geen 40 paarden en het terrein was niet vlak. Hierdoor bleef de  Palouse achter bij andere boerengemeenschappen in de Verenigde Staten. De Idaho Harvester Company kwam later met een kleinere maaidorser. In 1930 werd 90 % van alle Palouse tarwe geoogst hiermee geoogst. Later kwam de tractor en door de steile heuvels was dat vaak een speciaal model.

 

Doordat al het grasland omgevormd werd tot landbouwgrond had dat grote gevolgen voor de natuur. De inheemse prairie, is een van de meest bedreigde ecosystemen in de Verenigde Staten. Nog maar 1%  van de oorspronkelijke prairie bestaat nog. Deze prairie bestond uit halflange meerjarige grassen zoals Bluebunch tarwegras en Idaho zwenkgras. Bij omvorming naar landbouwgrond werden struiken en bomen gerooid en beken en rivieren werden gedempt of verlegd.
Daardoor ging de diversiteit van vogels drastisch achteruit en sommige soorten verdwenen. De intensivering van de landbouw, door bijv. drainage, kunstmest en bestrijdingsmiddelen, heeft ook de waterkwantiteit en-kwaliteit aangetast. Als er teveel regenwater valt moet dat snel afgevoerd worden. Dit bereikte men door het graven van greppels, aanleg van drainage en de verlaging van de grondwaterspiegel. Ook graslanden die eerst te nat waren konden nu gebruikt worden als landbouwgrond. Met de introductie van kunstmest is de productie van de landbouwgewassen met 200-400% toegenomen. Het resultaat is meer erosie en verlies van overblijvende prairie grasvlakten. Gevolg was dat hierdoor nog meer diersoorten en planten verdwenen. 

the 195 North, Palouse Hills



Sinds 1900 zijn 94 % van de graslanden en 97 % van de wetlands in de Palouse eco-region veranderd in landbouwgrond en weilanden. Ongeveer 63 % van het bosareaal in 1900 is nog steeds bos. Van de 100% is 21% omgevormd tot landbouwgrond of wordt gebruikt voor woningbouw. De rest 9 % is omgevormd tot gras,7 % is struiken. Gebieden die niet geschikt waren voor landbouw worden gebruikt voor begrazing door runderen voor het vlees. De intense begrazing en andere verstoringen hebben geleid tot onomkeerbare veranderingen met de inheemse grassen. Deze zijn  grotendeels vervangen door uitheemse soorten en schadelijke onkruiden.

 



















In de auto is het aangenaam met de airco aan. Nu volgt een gedeelte wat ook typisch Amerikaans is, veel van hetzelfde.  Golvende heuvels en glooiende akkers met heel veel graan en af en toe wat koolzaad. Een mooi gezicht, maar het vreemde is dat we vrijwel niemand aan het werk zien. De weg waar we over rijden is prima en mooi weg om te rijden. Het is mooie route om te rijden. De weg verdwijnt in het oneindige en aan weerskanten begroeide landbouwgronden.
Onderweg komen we weer door veel kleine dorpjes, zoals Steptoe, Thornton, Plaza en Spangle. In dit laatste dorp stoppen we even. Nou dorp, …gehucht. We hebben nog geen RV-park gezien een ook geen borden dus het is echt zoeken. Er is een soort café met een parkeerplaats waar we stoppen. Het is tijd voor een bakje koffie en terwijl Nanda dat zet loop ik het café even binnen. Doet wat Duits aan. Vraag of hier in de beurt een camping is voor motorhomes. Niet in Spangle of omgeving. Dichtstbijzijnde is in Spokane. Zit dus niets anders op dan daar een camping te zoeken. Terug bij de camper is de koffie klaar en genieten we van het heerlijke bakkie. In de tussentijd kijken we even in de KOA-camping gids. Er is een KOA-camping in Spokane. Even bellen en ze hebben nog een plekje, we komen eraan. We hebben een hele poos gereden en om de benen te strekken lopen we nog even om. In de beurt groeien en bloeien allemaal wilde bloemen. Die moeten even op de foto. Dan gaan we verder, Spokane here we come.





































Het is niet ver naar Spokane en na een half uurtje rijden we door de stad. We moeten naar de andere kant van Spokane maar de camping is makkelijk te vinden. Om half 6 melden we ons bij de receptie. Dan naar onze plek en we ploffen lekker even in de zon neer. Dit was een dag met een grote dosis natuur. Gereden 341 miles = 545 km.



2 opmerkingen: