vrijdag 22 augustus 2014

Forks – Cape Flattery – Olympic National Park – Port Angeles



18 juli 2013,

Tot het uiterste puntje van Amerika.


Vanochtend werden we wakker van de generator van onze camperbuurman. We begrepen niet waarom dat ding stond te brommen, ook hij stond aan een hook up (stroom en water).
Al snel bleek dat ook wij geen stroom hadden. Nou als je slaapt heb je daar geen last van. De koel- en vrieskast gelukkig ook niet want die gaan dan automatisch van stroom over op (propaan)gas. Vandaag dus geen geroosterd brood. We kunnen de generator ook wel aan zetten maar daar hebben we niet zoveel zin in.
Eerst ontbijten en dan op pad. Nog even tanken en proberen of we ergens propaan gas kunnen krijgen. Al s we de camper inleveren moet de tank vol zitten. Anders vult Cruise America de tank en dat kost dan extra. In Forks is een gas station maar die ziet er erg verlaten uit. Nanda gaat even naar de garage en loopt dan langs de daar geparkeerde auto. Daarin zit een grote hond in en die gaat zo tekeer dat ze zich een hartverlamming schrikt. Er komt een mevrouw aan lopen en ze zegt dat die hond niets doet, nou dat  zal wel. Ze kan ons nog niet helpen want ze heeft de sleutel van het gashok niet.We vinden het wel best, we zingen het nog wel een dagje uit. Er zullen wel meer plekken zijn waar we propaan kunnen krijgen, tenminste dat hopen we. Vandaag staat Cape Flattery op het programma, het uiterste noord-westelijke puntje (op Alaska na) van Amerika. Vanaf Forks is het 47 mile; dus niet naast de deur.

De staat Washington is een totaal andere staat dan de voorgaande staten waar we doorheen gereisd zijn. Een gebied van uitersten. In het oosten droog en dor en hier, in het westen, heel nat en groen. In deze staat ligt Olympic National Park wat ze ook wel Olympic Peninsula noemen. Het park heeft vier fundamentele gebieden: de Pacific Coast, alpiene gebieden, de westkant met gematigde regenwoud en de bossen van de drogere oostzijde. Olympic National Park bestaat uit twee delen: een smalle, 60 mijl lange kuststrook en een groter deel dat iets verder landinwaarts ligt. Het park heeft verschillende toegangen die via de State Highway 101 bereikbaar zijn. De 101 loopt bijna helemaal om het park.
Het park ligt in de Olympic Mountains. Dit is een reeks van bergketens, nabij de kust, die samen de Coast Ranges worden genoemd. Dankzij deze bergen bereikt de temperatuur in deze gebieden maar zelden het vriespunt. In de zomer wordt het vrijwel nooit warmer dan 26º C. In het westen regent het enorm veel, soms 4000 mm per jaar.
Dit heeft tot gevolg dat al het water weer afgevoerd moet worden door rivieren.  In de rivierdalen vinden we de Hoh River, Queets River, Quinalt River en Bogachiel River. De plantengroei in deze rivierdalen is heel erg mooi. In dit gebied staan gigantische bomen, soms wel 90 meter hoog en met een omtrek van zo'n 7 meter. De regenwouden hebben een jungleachtige uitstraling omdat de bodem geheel bedekt is met levende planten, zoals mossen en varens. 

In de loop der jaren heeft het park een aantal statussen gekregen. De Amerikaanse president Theodore Roosevelt verklaarde in 1909 Mount Olympus tot National Monument. Het werd pas een nationaal park, in 1938, door president Franklin Roosevelt. In 1976 kreeg het park ook de status van International Biosphere Reserve en in 1981 werd het aangewezen als World Heritage Site. In 1988, verklaarde het Congres 95 percent van het park als Olympic Wildernis.

Het kust gedeelte van het park heeft een robuust zandstrand met een strook aangrenzend bos. Het is 60 mijl (97 km) lang en maar slechts een paar mijl breed. Inheemse gemeenschappen leven aan de monding van twee rivieren. De Hoh River met de Hoh People en de La Push aan de monding van de rivier de Quillayute.
Het strand heeft ongebroken stukken wildernis, variërend van 10 tot 20 mijl Sommige stranden bestaan voornamelijk uit zand. Andere zijn bedekt met zware rotsen en zeer grote keien. Langs de kust lopen is niet altijd mogelijk. Begroeiing (struiken-bosjes), gladde ondergrond , eb en vloed en het mistige regenwoud belemmeren dit.
Op sommige stukken ligt het strand bezaaid met boomstammen. Deze zijn via rivieren in zee gekomen en bij harde wind op het stand achter gebleven. Hout en boomstammen van  Hoh River, Quillayute en soms ook door de Columbia River. Soms ligt er op sommige plaatsen zoveel drifthout op het strand dat het zand verdwenen is. Langs de kuststrook vind je veel getijdenpoelen en sea stacks. Deze laatste zijn ruige rotsen die door het water zijn geërodeerd in grillige vormen.
Olympic heeft een gematigd zeeklimaat met aangename zomers en milde winters. De verschillen in neerslag tussen de oost- en de westzijde zijn enorm groot. De westelijke kant van het park wordt gedomineerd door een gematigd regenwoud. In dit gedeelte vinden we de Hoh Rain Forest en Quinault Rain Forest met een jaarlijkse neerslag van ongeveer 380 cm. Daardoor misschien wel het natste gebied in de continentale Verenigde Staten.

In tegenstelling tot de tropische regenwouden en de meeste andere gematigde regenwoud regio's , worden de regenwouden van het Pacific Northwest gedomineerd door naaldbomen. Soorten zoals de Sitka Spruce, Western Hemlock, Coast Douglas en West redcedar. Mossen als een vacht om de bast van deze bomen en zelfs slierten van mos die aan de takken hangen.

Juan de Fuca Plate
Het centrum van Olympic National Park wordt gevormd door de Olympic Mountains die bedekt zijn met enorme eeuwenoude gletsjers. De bergen zelf zijn het resultaat van het upliften door de Juan de Fuca, een tektonische plaat. Deze schuift onder de North America Plate. De geologische samenstelling is een merkwaardige mengeling van basalt en oceanische sedimentair gesteente. De westelijke helft van het park wordt gedomineerd door de top van de Mount Olympus, met een hoogte van 2.428 m. Op Mount Olympus valt elk jaar een grote hoeveelheid sneeuw. De berg heeft verschillende gletsjers, waarvan de grootste de Hoh Glacier is met een lengte van bijna vijf kilometer. Dankzij het milde klimaat en de geringe hoogte, is dit wildernisgedeelte van het park dan ook relatief eenvoudig voor wandelaars die het achterland willen verkennen.

Verder naar het oosten wordt het veel droger als  gevolg van de regenschaduw door de westelijke bergen. Door deze rainshadow valt hier gemiddeld maar 16cm regen per jaar. In het oostelijk gedeelte zijn ook tal van hoge pieken en steile bergkammen. De hoogste top van dit gebied is de berg Deception met een hoogte van 2.374 m. Valleien aan de oostelijke kant van het park hebben ook opmerkelijke oerbossen. Het klimaat is aanzienlijk droger en de Sitkaspar ontbreekt hier. De bomen zijn gemiddeld ook iets kleiner. Onder de bomen is ook minder ondergroei.
Omdat het park op een afgelegen schiereiland ligt en hoge bergketens het gebied verdelen heeft de flora en fauna zich anders ontwikkeld. Ook door de geïsoleerde ligging leven hier andere planten en dieren, zoals de Roosevelt elk, dan op vergelijkbare plaatsen. De bescherming van deze elk, vernoemd naar president Theodore Roosevelt, is oorspronkelijk een van de voornaamste redenen geweest om Olympic National Park op te richten. Deze elk is inheems en leeft alleen langs de Pacific Northwest kust. Dit is ook de reden dat wetenschappers dit gebied als International Biosphere Reserve hebben bestempeld. Hier  heeft men de kans unieke diersoorten te bestuderen en te leren hoe planten en dieren evolueren. Het park is de thuisbasis van omvangrijke populaties van zwarte beren en muilezel herten. Verder leven er in het park ook een opmerkelijk groot aantal, ongeveer 150, poema’s.  Berggeiten werden per ongeluk, in 1920, geïntroduceerd in het park. De dieren hebben veel schade veroorzaakt aan de inheemse flora. De NPS heeft een actueel  plan om de geiten te beheersen.

Voorafgaand aan Europese kolonisten , bestond de menselijke bevolking uit indianen. Ze leefden van de visserij en jacht. Men dacht eerst dat ze vooral langs de kust en de rivieren leefden. Echter, archeologische vondsten hebben aangetoond dat er ook stammen leefden in de bergen, vooral op de sub alpiene weiden. Veel indiaanse stammen stierven uit door Europese ziekten en andere factoren.

Olympic werd voor het eerst geëxploreerd in het midden van de negentiende eeuw, voornamelijk uit nieuwsgierigheid, maar ook om te kijken of er wat viel te verdienen aan hout, mineralen en delfstoffen. Toen al gold dit gebied als de laatste wildernis van het westen. Aan de randen van het schiereiland hadden zich weliswaar kleine boeren gevestigd, maar het binnenland was nog volkomen onontdekt gebied. Zozeer dat de Seattle Press in 1890 een expeditie organiseerde die kopij opleverde waar het hele land van smulde. Gemakkelijk was het niet. De reizigers moesten zich een weg hakken van Port Angeles, aan de noordkust, naar Hurricane Ridge en deden daar ongeveer een maand over. Tegenwoordig kost het de bezoeker ongeveer 45 minuten. Er zijn verschillende wegen in het park , maar geen enkele daarvan dringt ver door in het binnenland. Het park beschikt over een netwerk van wandelpaden. Sommige zijn zo lang dat men daar enkele dagen voor uit moet trekken.
Gelukkig ontdekten deze ploeteraars weinig perspectief voor commerciële exploitatie van het bos, zodat er op dat moment weinig lobbywerk werd gedaan voor de houtindustrie. Daarom ook is men nooit begonnen met het aanleggen van wegen die dwars door het park lopen. Het resultaat is een enorme oppervlakte met leefgebieden voor herten, edelherten, adelaars, beren, poema's en van alles en nog wat. Een enorm onaangetast natuurgebied waar iedere rechtgeaarde wandelaar zijn hart kan ophalen.
We mogen in onze handen knijpen dat Olympic als nationaal park bestaat, want als het aan de houthakkers van de westkust had gelegen, dan was al dat mooie hout tegen de grond gegaan. Omdat het gebied toegankelijker werd,( wegen en auto’s) werd ook de schoonheid gezien. Vooral in de late 19e en de vroege 20e eeuw werd er veel hout geoogst. Er kwam verzet tegen de rigoureuze kap. Er kwam particuliere maar ook politieke druk om het gebied te beschermen. Om de Roosevelt elks te beschermen werd, in 1909, de berg Mount Olympus een National Monument en later dus een National Park .
Sekiu
Vanaf  Forks gaan we over de 101 richting Sappho waar we de 113 nemen. De weg wordt nu smaller maar goed berijdbaar. Het is rustig op de weg en we kunnen vlot door rijden. Aan weerskanten van de weg veel bos. Bij Clallam Bay zien we de vaarweg vanaf Seatttle naar de Stille Oceaan, de Strait of Juan de Fuca. De weg gaat nu over in de 112 en we komen langs Sekiu. Daar stoppen we even. Het vissersdorpje met jachthaven ligt beneden ons. Het ziet er niet bijzonder uit dus slaan we het over. Door richting Neah Bay. Aan de rechterkant is de Strait of Juan de Luca.

Het is wat nevelig en Canada, aan de overkant van het water, kunnen we niet goed zien.
Je hebt niet altijd zicht op het water. Vaak staan er bomen aan weerskanten van de weg.  De weg is goed te berijden al is die op sommige plekken erg bochtig. Vooral als er tegenliggers zijn moet je even oppassen. Na een flink aantal mijlen komen we in Neah Bay. 
Neah Bay Harbor
Dit gedeelte is een indianen reservaat en als je verder wilt moet je een permit (vergunning) hebben, dus die halen wij voor 10$. Op borden wordt ook aangegeven dat je een permit nodig hebt. Ergens hadden we al gelezen dat je die bij verschillende locaties kunt halen. Er is een restaurant en ik vraag even waar we een permit kunnen krijgen. De bediening geeft aan dat zij ze ook wel hebben dus niet veel later hebben we de vergunning en gaan we op weg. Wat ons opvalt is dat de indianen hier niet zo geweldig met hun land omgaan. We dachten altijd dat ze met de natuur leefden maar cru gezegd ze maken er soms een zootje van. Jammer het is zo’n geweldig land met zoveel mooie natuur. De dorpen waar we door heen rijden nodigen helemaal niet uit om even te gaan kijken, rommelig en vies. Er is een grote jacht- en vissershaven. De haven ligt bijna helemaal vol en het is er rustig. Meestal is het in een haven druk maar hier dus niet.
sign Makah Indians

De Makah is een inheems volk en ze wonen in de noordwestelijke punt van de Olympic Peninsula van de staat Washington. Zij zijn ingeschreven als een federaal erkend Makah Indian Tribe van de Makah Indian Reservation. De meeste Makah leven in en rond de stad Neah Bay, een klein vissersdorpje aan de Strait of Juan del Fuca met een verbinding naar de Stille Oceaan. Taalkundig en etnografisch zijn ze nauw verwant aan de Nuu - chah - nulth en Ditidaht volkeren van de westkust van Vancouver Island. Deze tribes wonen in British Columbia aan de overkant van de Strait of Juan del Fuca.

map Makah Indian Reservation
De Makah verwijzen naar zichzelf als Kwih - dich - chuh - ahtx wat zich vertaalt als "de mensen die met rotsen en meeuwen leven"
 Archeologisch onderzoek suggereert dat de Makah mensen het gebied dat nu bekend staat als Neah Bay voor meer dan 3800 jaar bewoond hebben. De oude Makah woonden in dorpen en leefden grote longhouses. De longhouses waren 10 meter breed en 21meter lang en gemaakt van western red cedar. De planken konden worden gekanteld of verwijderd voor  ventilatie of extra licht. Er waren zomer en permanente dorpen. De vijf permanente dorpen , Waatch, Sooes, Deah, Ozette en Bahaada, lagen langs de oever van de oceaan. Tot 1800 woonden er 2000 tot 4000 Makah in deze dorpen. Meerdere generaties Makah  leefden met hun families in deze longhouses. In de zomer reisden ze naar verschillende zomerkampen zoals Kidickabit, Archawat, Hoko, Tatoosh Island, Ozette Rivier en Ozette Lake. Deze zomerkampen waren dichter bij de traditionele visserij, walvisvaart en de bijeenkomst gebieden van de Makah.
De cederboom was van grote waarde voor de Makah. De bast gebruikten ze om kleding en hoeden van te maken en ceder wortels voor het maken van manden. Kano's werden gesneden uit hele bomen en deze werden gebruikt voor het jagen op zeehonden, grijze walvissen en bultrugwalvissen. De Makah waren hoogopgeleide zeelieden. Met behulp van geavanceerde navigatie en maritieme vaardigheden waren ze in staat om de ruwe wateren van de Stille Oceaan en de snelle wateren van de Straat van Juan de Fuca te bevaren. Ze gebruikten verschillende soorten kano’s elk gemaakt voor een bepaald doel. Er waren oorlogs- en vrachtkano’s, kano’s voor de walvisvangst, heilbot en zalm vissen. De kano's hadden zeilen zodat roeiers de wind in hun voordeel konden gebruiken. Diefstal van kano’s en inhoud kwam niet voor omdat de Makah van jongs af aan geleerd hadden bezittingen van anderen te respecteren. De Makah waren onvermoeibare peddelaars en reisden grote afstanden om voedsel te vinden of om handel te drijven.
Het meeste voedsel haalden ze uit de oceaan maar ze jaagden ook in de bossen op het land op herten, elanden en soms beren. De traditie van de walvisjacht is een bron van grote trots onder de Makah. Walvissen werden gejaagd om hun vlees en spek. Bijna elk deel van de walvis werd gebruikt. De Makah jaagden op de bultrug  en grijze en blauwe vinvis. Olie gemaakt van spekvet was een waardevolle grondstof. De jacht bracht bepaalde families grote rijkdom. De botten van de walvis waren nuttig voor het maken van kammen, kransen, wapens en persoonlijke versieringen.
De mondelinge Makah geschiedenis verhaalt van de traditionele walvisvangst. Die is ook wel eens opgeschort zoals in 1920. Door de commerciële walvisvangst waren er zo weinig dat sommige soorten, zoals de bultrug en de grijze walvis, dreigden uit te sterven. Nadat de grijze walvis weer van de lijst van bedreigde diersoorten was gehaald claimden de Makah weer hun rechten voor de walvisvangst. Met de steun en begeleiding van de overheid van de Verenigde Staten en de Internationale Walvisvaart Commissie jaagden de Makah in 1999 met succes op een grijze walvis. Volgens de federale wet hebben de Makah het recht om op een baleinwalvis te jagen.

De Makah walvisjacht techniek is moeilijk en arbeidsintensief. Elke ceder kano’s heeft zes tot negen zitplaatsen. Ze jagen in de Stille Oceaan die grenst aan hun grondgebied. Verschillende traditionele criteria worden gebruikt om te bepalen welke walvis gevangen gaat worden. De walvis wordt aan de linkerkant benaderd en de jager slaat toe net voordat de walvis boven water komt als deze nog 3-4 meter diep onder water zwemt. Dit doen ze om een klap met de staart te voorkomen. De harpoen is ongeveer 4 meter lang en bestaat uit twee stukken gesplitst taxushout. Historisch gezien werd aan de punt soms een mossel schelp in combinatie met weerhaken van elanden hoorns gebruikt. De kern van taxus hout wordt nog steeds gebruikt vanwege de flexibiliteit, waterdichtheid en sterkte. De harpoenpunt met een lijn blijft achter in het lichaam van de walvis . Aan die lijn zitten drijvers om weerstand te bieden waardoor de walvis verzwakt raakt en de walvis verder aangevallen kan worden. De jacht duurde soms enkele uren tot in sommige gevallen dagen. Zodra de walvis is gedood  springt een bemanningslid, genaamd de duiker, in het water. Hij snijdt een gat in de onder-en bovenkant van de kaak van de walvis. Met een sleepkabel en vlotter wordt de bek van de walvis dicht gebonden. Dit voorkomt dat het karkas zich met water vult en zinkt. De walvis wordt naar de wal gesleept waar de leden van de stam het gedode dier opwachten. Traditionele ceremonies en liederen worden uitgevoerd om de geest van de walvis te verwelkomen. Daarna wordt de walvis op traditionele wijze opgedeeld. De harpoenier krijgt het beste gedeelte. De rest van het vlees en de olie wordt verspreid onder leden van de gemeenschap, en een groot deel ervan wordt verbruikt tijdens de ceremoniële bijeenkomsten, een potlatch.


Excavation Makah Longhouse

Veel van wat bekend is over de manier van leven van de oude Makah is van  mondelinge overlevering. Er is ook een overvloed aan archeologische vondsten over hoe de Makah vroeger leefden.
Een deel van het Ozette werd in het begin van de 17e eeuw door een modderstroom overspoeld. De Makah noemden de modderstroom "de grote glijbaan". Door de modderstroom bleven verschillende huizen en hun inhoud bewaard.
Na een storm in 1970 werd pas duidelijk wat de modder had bedekt en wat daar begraven lag, goed bewaard gebleven houten artefacten. De opgraving van de Ozette terrein  begon kort na de vondst. Universitaire studenten werkten met de Makah onder leiding van archeologen. De modder werd uit de 6 begraven longhouses verwijderd. De opgraving duurde 11 jaar en produceerde meer dan 55.000 kunstvoorwerpen. Veel van de gevonden voorwerpen zijn te zien in het Makah Cultural and Research Center. Het museum opende in 1979 en toont replica's van huizen gemaakt van cederhout, kano’s en materiaal voor de  walvisvangst en zeehondenjacht. Verder speelgoed, spelletjes, pijlen en bogen etc.

Makah artefact


Makah museum


Het indirect contact met Europeanen, in de late jaren van 1700, had een verwoestende uitwerking op het leven van Makah mensen. Duizenden stamleden zijn gestorven aan epidemieën van pokken, tuberculose, griep en kinkhoest. Dit sloeg grote gaten in gezinnen en families. Het onverklaarbare verlies van hun familieleden veroorzaakte bij de Makah onpeilbaar verdriet, verwarring en angst. Hierdoor werd de overdracht van traditionele kennis verstoord waardoor veel van de oude manieren en gebruiken verloren zijn gegaan.

In 1855 vertegenwoordigden 42 Makah hoogwaardigheidsbekleders de Makah bij onderhandelingen over een verdrag met de Verenigde Staten. De onderhandelingen tussen gouverneur Isaac Stevens en de Tribal vertegenwoordigers werden gehouden in Neah Bay. De Makah tribale voorouders wisten dat het aan hen was om bepaalde rechten, zoals jacht, walvisvangst en landrechten, voor de toekomst te behouden. Bepaalde rechten (walvisvangst, gezondheid, onderwijs en het welzijn etc.) werden specifiek in de artikelen van het verdrag vermeld. Dit om er zeker van te zijn dat bepaalde tradities werden begrepen door zowel de overheid van de Verenigde Staten als de toekomstige generaties van Makah.
Hiervoor in ruil stonden de Makah 300.000 hectare tribaal land af aan de VS. In 1859 ratificeerde het Congres het verdrag. Dit was het begin van ingrijpende culturele veranderingen die opgelegd waren aan de Makah door de federale overheid. 

De Makah stam organiseert jaarlijks, in augustus, grote openbare bijeenkomsten, de Makah dagen. Er wordt een grote optocht gehouden en er is een braderie. Verder zijn er kano races, traditionele spelen, zang en dansfeesten en vuurwerk .
Momenteel halen veel Makah stamleden het grootste deel van hun inkomen uit de visserij, zoals zalm, heilbot , pacifische wijting en andere zeevissen.

De rit gaat door Neah Bay. Cape Flattery staat niet echt goed aangegeven maar eigenlijk gaat er maar één weg naar toe, de Cape Flattery Road. Deze gaat eerst helemaal naar het zuiden en dan met een grote bocht weer naar het westen. De weg gaat het eerste gedeelte langs de Waatch River. Het gebied is vlak en open. Hier en daar staat een huis of gebouwtje en we komen langs het Makah Tribel USDA Warehouse en Makah Fitness Center. Het verbaast ons dat dit zover buiten Naeh Bay staat. Dan gaat de weg door een bosachtig gebied, de weg wordt steeds bochtiger maar is goed te rijden. Op het eind is een parkeerplaats waar we de camper kunnen parkeren. Het is er rustig en we nemen eerst een bakje.
 

Na de nodige cafeïne gaan we op weg en het eerste gedeelte gaat makkelijk. Om ons heen allemaal bomen, vooral sparren en dennen. De zon schijnt niet en daardoor komt de omgeving ene beetje somber over. De trail naar het eindpunt is keurig verzorgd, over de laagten hebben ze houten bruggetjes gemaakt. Het loopt lekker. Op het eind komen we op een soort landtong.
Links van ons is een uitkijkpunt over Flattery Creek, daar gaan we straks wel even zien. Nog een stukje verder en dan zijn we bij Cape Flattery. Dit hele gebied maakt deel uit van de Makah Indian Reservation. Het is ook het op één na noordwestelijke puntje van de Verenigde Staten al scheelt het maar heel weinig, 110m. Het is ook de plek waar de Strait of Juan de Fuca samenkomt met de Stille Oceaan. Het meest westelijke punt van de Verenigde Staten is namelijk Cape Alava, ten zuiden van Cape Flattery in Olympic National Park.
Tatoosh Island
Cape Flattery Lighthouse on Tatoosh Island


Via een kort trapje kom je op een verhoging, een plateautje, en staan we (bijna) op het uiterste puntje van de VS. Wel een leuke ervaring. Beneden in de diepte de Stille Oceaan en we zien een paar kano’s varen. Lijkt ons niets met die golven en stroming. Ze kijken naar de rotsen waar vogels zitten te broeden, meeuwen, alken papegaaiduikers en aalscholvers. De vogels en hun jongen horen we wel maar we zien ze niet. 
 

Ze zitten over de randen, op richels en in holtes. Voor ons zien we Tatoosh Island met de Cape Flattery Lighthouse. Even genieten van de omgeving. Af en toe horen we een misthoorn. Het is wat nevelig, jammer maar op zich maakt het niet zoveel uit het is mooi.

Cape Flattery is voor het eerst beschreven door James Cook op 22 maart 1778 . Cook schreef : " . ... there appeared to be a small opening which flattered us with the hopes of finding an harbour ... On this account I called the point of land to the north of it Cape Flattery." Zo komen ze dus aan de naam voor deze plek.

 


















Als we terug gaan komen we nog langs een aantal uitzichtpunten. Ook hier beneden ons water, rotspartijen en grotten. Het water heeft sommige rotswanden uitgesleten en het water kolkt er tussen door. Hierdoor zijn grotten ontstaan en we zien vogels hierin verdwijnen. Die zullen daar wel nesten hebben. De volgende stop is bij het uitzichtpunt over Flattery Creek. Mooi om te zien, hay stacks die in het water staan. Boven op de rotsen struiken en bomen. Het water van de oceaan wat er tussen door stroomt. Boven en op het water weer allemaal vogels, prachtig allemaal.
Vieuwpoint Flattery Creek  
Na een tijdje gaan we terug naar de camper. Dan weer de rit terug naar Naeh Bay en dan door naar richting Clallam Bay. Halverweg rijden we weer langs het water en heb je zicht op de Strait of Juan de Fuca. Dat is het water tussen Vancouver Island (Canada) en de staat Washington. Over het water zien we in de verte weer bergen en die staan in dus in Canada. Hier komen ook walvissen en orka’s voor maar volgens ons hebben die ook vakantie. Wij zien ze vandaag niet. Langs de weg is een parkeerplaats en we zetten de camper even aan de kant. Er is een soort strandje maar dat is niet te vergelijken met Scheveningen.
Het is halverwege de middag en we besluiten hier maar even een broodje en een soepje te nemen. Tijdens de lunch hebben we een mooi uitzicht. 
 

















map trails near Lake Cresent
Weer verder na Sekiu komen we weer door Clallam Bay en gaan door richting de 101. Daar aangekomen nemen we east naar Sol Duc in Olympic National Park. Sol Duc, een vreemde naam maar dat komen we wel meer tegen. Vlak voor dat je bij Lake Cresent komt is er een afslag naar de 14 mijl lange Sol Duc River Road. Deze weg gaat door de Sol Duc River Valley. Langs deze weg liggen de populaire Salmon Cascades. We zijn nog te vroeg maar anders hadden we kunnen zien hoe de zalm tegen de stroom opzwemt. Bijna aan het eind ligt het Sol Duc Hot Springs Resort. Hier zijn mineral pools met temperatuur van 32 tot 40º C. Zal wel lekker zijn maar wij zijn nog schoon.

Sol Duc betekent in het Indiaans “sprankelend of glinsterend water”. Bij de Indianen was al bekend dat het warme water een heilzame werking had. Dit gebied wordt beheerst door de Sol Duc River. De bron van de rivier ligt aan de noordkant van de Bogachiel Peak, ook wel de High Divide genoemd. Aan de zuidkant ligt de Hoh River. De Sol Duc River begint eerst als twee aparte stukken,  de North Fork Sol Duc River en de South Fork Sol Duc River. De ene stroomt aan de westkant en de andere aan de noordkant van de Sol Duc Road. Later komen ze bij elkaar en stroomt de rivier langs de 101 naar het westen door de Sol Duc Valley. Boven Forks gaat de rivier richting stille oceaan. Het laatste stuk komt de Sol Duc en de Bogachiel River bij elkaar en vormen samen de Quillayute River. Bij La Push mond deze dan uit in de Pacific Ocean.
Map Sol Duc River
De Sol Duc River is een van de weinige rivieren van de Olympic Peninsula , waarin alle vijf belangrijke zalm soorten leven. Onder andere chinook, coho en rode zalm. Verder leven  er verschillende soorten forel. Elk jaar keren uit de Pacific 19.000 regenforellen terug om te paaien. Verder vind je er de stealhead en cutthroat forel.  

map trails Sol Duc area
Ook in dit gebied zijn veel wandelpaden, ook backcountry hikes in de lowland forest. Dat zijn vaak lange wandelingen en als je wilt overnachten heb je een permit nodig. Er zijn trouwens ook kortere trails zoals de Ancient Groves Nature Trail. Deze is maar 1 km, en loopt tussen twee turnouts langs de weg. Deze korte trail gaat, naast de weg, door een mooi bosgebied. Je kunt via de weg weer terug naar de auto maar dat is niet aan te raden. Het loopt niet prettig door de auto’s die er rijden. Je kan beter over het zelfde pad weer terug gaan. Een ander trail is Lovers Lane Trail. Deze is 10 km heen en terug en heeft een hoogte verschil van 275 meter.
Ten zuiden van het Resort steek je de Sol Duc River over. Het pad loopt naar het zuiden langs de rivier. Onderweg steek je nog twee andere riviertjes over, de Mink Lake Creek en Canyon Creek. Bij dit laatste riviertje liggen de Sol Duc Falls. Op sommige plaatsen is het pad smal, rotsachtig. Wij doen de Sol Duc Falls Trail ook maar dan aan de noordkant van de Sol Duc River. Na het resort rijden we helemaal door tot het eind. Daar is een parkeerplaats waar we de camper kwijt kunnen. Ook hier is het niet druk. Even wat drinken en dan op weg. Het is geen lange trail, 2,5 km. heen en terug, hebben we gelezen. Ook moet het een hele populaire trail zijn. De wandeling gaat door een bos met grote Sitka Spruce Trees en diverse andere boomsoorten zoals Westelijke Helmlock en
Douglas spar. Het is heerlijk weer en we genieten weer volop. Ook hier gigantische bomen. Ook deze zijn niet in zijn geheel op de foto te krijgen.

Het bos is hier redelijk open en ook veel droger. Hier valt minder water dan aan de westkant van het park. Ook op de bodem is het minder weelderig dan dat we elders in het park gezien hebben. Toch hangen hier en daar aan de bomen ook groene mosslierten alleen minder talrijk dan bij Quinault en de Hoh Rain Forest. Dit heeft ook wel weer iets. Het is ook wel prettig de zon door de bomen te zien en licht op de paden. Wel groeien er veel varens en dat maakt alles mooi groen. Laat Nanda, (zie pijl), even vooruit lopen zodat op de foto veel beter de verhouding met de lengte van de bomen te zien is. Heel wat anders dan de bossen in Nederland.



Sol Duc Falls
In de verte horen we de waterval. Als we over een bruggetje komen zien we deze ook liggen. De Sol Duc Falls ligt dwars op de kijkrichting. Het water valt, door 4 doorgangen,  in een soort trechter, en dan een tiental meters omlaag. Dit is weer heel anders dan de andere watervallen die we tijdens deze reis hebben gezien. Ten eerste de omgeving maar ook de vorm en stand van de waterval. Mooi om te zien en heel begrijpelijk dat veel mensen hier naar toe komen. Ook een mooie fotogenieke locatie en ook wij knippen er op los.
 
Sol Duc Falls from the vieuwpoint

Als je doorloopt kom je recht tegenover de waterval te staan en even verder is een plateau vanwaar je ook een prachtig zicht hebt op het geheel. Het is er niet druk en we hebben alle gelegenheid om rustig om ons heen te kijken en nog meer foto’s te maken.
Na een poosje gaan we terug. Onderweg blijven we even staan bij een riviertje. Die ligt bezaaid met ronde rotsblokken waar het water rustig tussen en overheen stroomt, mooi. Terwijl we staan te kijk komt er een groep ruiters voorbij. Leuk zo om met een paard in deze omgeving te rijden. Dan gaan we weer verder en met de camper richting uitgang. Bij De Salmon Cascades stoppen we even en gaan we nog even bij de Sol Duc River zitten en genieten van al dat stromende water. Rust, heerlijk in de zon en even bijkomen van alle indrukken. Ook hier weer bomen die helemaal begroeid en bedekt zijn met mos en mosslierten. Het blijft een wonderlijk gezicht.
cascades before the Sol Duc Falls

 
 



































We hebben geen zin om in het park te overnachten dus proberen we buiten het park een camping te vinden.
Bij de uitgang gaan we richting Cresent Lake. Op de kaart lijkt het een meertje maar zoals zoveel in Amerika is alles groot dus ook de meren. Een mooi langgerekt meer waarvan het water turquoise kleur heeft.

Lake Crecent
Lake Cresent is gevormd door een gletsjer. Deze gletsjer heeft een diepe vallei gevormd gedurende de Weichselien ijstijd. Ongeveer 8000 jaar geleden sloot een aardverschuiving de natuurlijke afwatering af. Achter de dam ontstond een meer. Het waterpeil steeg tot het een route vond uit de vallei. Via de Lyre stroomt het water nu naar de Strait of Juan de Fuca. Het meer heeft een halfronde vorm en is ongeveer 2 kilometer breed. Het heeft een oppervlakte van zo’n 20 km2 en is ongeveer 190m diep. Het water is zeer helder door het ontbreken van voedingsstoffen waardoor er ook weinig algen in het water leven.
Langs de zuidkant van het meer ligt de belangrijke U.S. Route 101. Aan de noordkant van het meer ligt een oude spoorlijn met de Spruce Railroad Trail. Deze spoorlijn werd aan het einde van de Eerste Wereldoorlog aangelegd om hout van de sitkaspar af te voeren naar de vliegtuigfabrieken. Deze spoorlijn wordt niet meer gebruikt en is nu een wandelroute. Het meer is nu een populaire toeristische bestemmingen voor watersporters en met veel
wandelroutes in de nabije omgeving. Lake Cresent Lodge ligt aan de monding van Barnes Creek.
map area Lake Cresent

Vanaf het King Storm bezoekerscentrum is er een pad door het bos en langs de kreek, onder de 101 door, naar de Marymere Falls. Het pad is verhard en de tocht naar de 27 meter hoge waterval is ongeveer 1,5 kilometer. In deze omgeving zijn meer trails zoals Moments in Time Nature Trail. Deze begint bij Lake Crescent Lodge en heeft maar een lengte van bijna 1 kilometer (loop). De wandeling gaat naar Barnes Point vanwaar je een
hikes near Storm King Ranger Station
mooi uitzicht hebt over het meer. Een langere trail is de Mount Storm King Trail. Ook deze begint bij het Storm King Information Center en is ruim 3 kilometer (enkel) en heeft een hoogte verschil van 600m. Het eerste stuk is hetzelfde als dat naar de Marymere Falls. De wandeling gaat eerst langs Barnes Creek, en gaat dan onder State Highway 101 door. Snel daarna kom je bij een splitsing en je houdt links aan. De rechter gaat naar Marymere Falls. Het pad gaat nu behoorlijk stijgen tot je boven Barnes Creek komt. Het pad bevindt zich op een rand aan de westzijde van Mount Storm King. Het volgende gedeelte is vlak waarna het weer gaat stijgen. Onderweg heb je uitkijkpunten met prachtige uitzichten over de omgeving. Het laatste gedeelte van de wandeling staat niet zo goed aangegeven.



















Wij stoppen even op een parkeerplaats langs het meer en nemen even de tijd voor de inwendige mens. Met een kop koffie in de ene hand en wat lekkers in de andere genieten we volop. Even naar het water lopen en natuurlijk voelen hoe warm het is, niet dus. Brrrrrr het is nog veel te koud. Het water is inderdaad heel helder. Nog wat rondlopen. Op de rotswanden groeien vetplanten die we ook bij ons in de tuincentra vinden. Het wordt al later en we willen nu toch wel een plekje voor de overnachting vinden. Ook onze propaan tank, voor het fornuis en koelkast, moet nog bij gevuld worden. Als we doorrijden zien we bij een  tankstation een bord dat ze ook propaan gas hebben, dus vullen. Blijkt dat er ook een RV park bij is en ze hebben nog plek. Nou dat is boffen, 2 in 1 alleen moeten we voor beide betalen. Het is Shadow Mountain RV Park tegenover Lake Sutherland. Het is een kampeer terrein in terrassen en we zitten bijna op de bovenste rij. De plekken zijn niet groot maar het ziet er allemaal heel netjes uit, goed onderhouden en schoon. Backwards inrijden en alles weer aansluiten. Als we de camper gestald hebben genieten we, met een boek, nog heerlijk even van de zon. Gereden 168 mile = 268 km.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten