18 juli 2013,
Tot het uiterste puntje van Amerika.
Vanochtend werden we wakker
van de generator van onze camperbuurman. We begrepen niet waarom dat ding stond
te brommen, ook hij stond aan een hook up (stroom en water).
Al snel bleek dat ook wij
geen stroom hadden. Nou als je slaapt heb je daar geen last van. De koel- en
vrieskast gelukkig ook niet want die gaan dan automatisch van stroom over op
(propaan)gas. Vandaag dus geen geroosterd brood. We kunnen de generator ook wel
aan zetten maar daar hebben we niet zoveel zin in.
Eerst ontbijten en dan op pad.
Nog even tanken en proberen of we ergens propaan gas kunnen krijgen. Al s we de
camper inleveren moet de tank vol zitten. Anders vult Cruise America de tank en
dat kost dan extra. In Forks is een gas station maar die ziet er erg verlaten
uit. Nanda gaat even naar de garage en loopt dan langs de daar geparkeerde
auto. Daarin zit een grote hond in en die gaat zo tekeer dat ze zich een hartverlamming
schrikt. Er komt een mevrouw aan lopen en ze zegt dat die hond niets doet, nou
dat zal wel. Ze kan ons nog niet helpen
want ze heeft de sleutel van het gashok niet.We vinden het wel best, we zingen
het nog wel een dagje uit. Er zullen wel meer plekken zijn waar we propaan
kunnen krijgen, tenminste dat hopen we. Vandaag staat Cape Flattery op het
programma, het uiterste noord-westelijke puntje (op Alaska na) van Amerika.
Vanaf Forks is het 47 mile; dus niet naast de deur.
De
staat Washington is een totaal andere staat dan de voorgaande staten waar we
doorheen gereisd zijn. Een gebied van uitersten. In het oosten droog en dor en
hier, in het westen, heel nat en groen. In deze staat ligt Olympic National Park wat ze ook wel Olympic Peninsula noemen. Het
park heeft vier fundamentele gebieden: de Pacific Coast, alpiene gebieden, de
westkant met gematigde regenwoud en de bossen van de drogere oostzijde. Olympic National
Park bestaat uit twee delen: een smalle, 60 mijl lange kuststrook en een groter
deel dat iets verder landinwaarts ligt. Het park heeft verschillende toegangen
die via de State Highway 101 bereikbaar zijn. De 101 loopt bijna helemaal om
het park.
Het park ligt in de Olympic
Mountains. Dit is een reeks van bergketens, nabij de kust, die samen de Coast
Ranges worden genoemd. Dankzij deze bergen bereikt de temperatuur in deze
gebieden maar zelden het vriespunt. In de zomer wordt het vrijwel nooit warmer
dan 26º C. In het westen regent het enorm veel, soms 4000 mm per jaar.
Dit heeft tot gevolg dat al
het water weer afgevoerd moet worden door rivieren. In de rivierdalen vinden we de Hoh River,
Queets River, Quinalt River en Bogachiel River. De plantengroei in deze
rivierdalen is heel erg mooi. In dit gebied staan gigantische bomen, soms wel
90 meter hoog en met een omtrek van zo'n 7 meter. De regenwouden hebben een
jungleachtige uitstraling omdat de bodem geheel bedekt is met levende planten,
zoals mossen en varens.
In de loop der jaren heeft het park een aantal statussen gekregen. De Amerikaanse president Theodore Roosevelt verklaarde in 1909 Mount Olympus tot National Monument. Het werd pas een nationaal park, in 1938, door president Franklin Roosevelt. In 1976 kreeg het park ook de status van International Biosphere Reserve en in 1981 werd het aangewezen als World Heritage Site. In 1988, verklaarde het Congres 95 percent van het park als Olympic Wildernis.
In de loop der jaren heeft het park een aantal statussen gekregen. De Amerikaanse president Theodore Roosevelt verklaarde in 1909 Mount Olympus tot National Monument. Het werd pas een nationaal park, in 1938, door president Franklin Roosevelt. In 1976 kreeg het park ook de status van International Biosphere Reserve en in 1981 werd het aangewezen als World Heritage Site. In 1988, verklaarde het Congres 95 percent van het park als Olympic Wildernis.
Het
kust gedeelte van het park heeft een robuust zandstrand met een strook
aangrenzend bos. Het is 60 mijl (97 km) lang en maar slechts een paar mijl
breed. Inheemse gemeenschappen leven aan de monding van twee rivieren. De Hoh
River met de Hoh People en de La Push aan de monding van de rivier de
Quillayute.
Het strand heeft ongebroken stukken wildernis, variërend van 10 tot 20 mijl Sommige stranden bestaan voornamelijk uit zand. Andere zijn bedekt met zware rotsen en zeer grote keien. Langs de kust lopen is niet altijd mogelijk. Begroeiing (struiken-bosjes), gladde ondergrond , eb en vloed en het mistige regenwoud belemmeren dit.
Het strand heeft ongebroken stukken wildernis, variërend van 10 tot 20 mijl Sommige stranden bestaan voornamelijk uit zand. Andere zijn bedekt met zware rotsen en zeer grote keien. Langs de kust lopen is niet altijd mogelijk. Begroeiing (struiken-bosjes), gladde ondergrond , eb en vloed en het mistige regenwoud belemmeren dit.
Op
sommige stukken ligt het strand bezaaid met boomstammen. Deze zijn via rivieren
in zee gekomen en bij harde wind op het stand achter gebleven. Hout en
boomstammen van Hoh River, Quillayute en
soms ook door de Columbia River. Soms ligt er op sommige plaatsen zoveel
drifthout op het strand dat het zand verdwenen is. Langs de kuststrook vind je veel
getijdenpoelen en sea stacks. Deze laatste zijn ruige rotsen die door het water
zijn geërodeerd in grillige vormen.
Olympic
heeft een gematigd zeeklimaat met aangename zomers en milde winters. De
verschillen in neerslag tussen de oost- en de westzijde zijn enorm groot. De
westelijke kant van het park wordt gedomineerd door een gematigd regenwoud. In
dit gedeelte vinden we de Hoh Rain Forest en Quinault Rain Forest met een
jaarlijkse neerslag van ongeveer 380 cm. Daardoor misschien wel het natste
gebied in de continentale Verenigde Staten.
In
tegenstelling tot de tropische regenwouden en de meeste andere gematigde
regenwoud regio's , worden de regenwouden van het Pacific Northwest gedomineerd
door naaldbomen. Soorten zoals de Sitka Spruce, Western Hemlock, Coast Douglas
en West redcedar. Mossen als een vacht om de bast van deze bomen en zelfs slierten
van mos die aan de takken hangen.
Juan de Fuca Plate |
Het
centrum van Olympic National Park wordt gevormd door de Olympic Mountains die
bedekt zijn met enorme eeuwenoude gletsjers. De bergen zelf zijn het resultaat
van het upliften door de Juan de Fuca, een tektonische plaat. Deze schuift
onder de North America Plate. De geologische samenstelling is een merkwaardige
mengeling van basalt en oceanische sedimentair gesteente. De westelijke helft
van het park wordt gedomineerd door de top van de Mount Olympus, met een hoogte
van 2.428 m. Op Mount Olympus valt elk jaar een grote hoeveelheid sneeuw. De
berg heeft verschillende gletsjers, waarvan de grootste de Hoh Glacier is met een
lengte van bijna vijf kilometer. Dankzij het milde klimaat en de geringe hoogte, is
dit wildernisgedeelte van het park dan ook relatief eenvoudig voor wandelaars
die het achterland willen verkennen.
Verder
naar het oosten wordt het veel droger als
gevolg van de regenschaduw door de westelijke bergen. Door deze
rainshadow valt hier gemiddeld maar 16cm regen per jaar. In het oostelijk
gedeelte zijn ook tal van hoge pieken en steile bergkammen. De hoogste top van
dit gebied is de berg Deception met een hoogte van 2.374 m. Valleien aan de
oostelijke kant van het park hebben ook opmerkelijke oerbossen. Het klimaat is
aanzienlijk droger en de Sitkaspar ontbreekt hier. De bomen zijn gemiddeld ook
iets kleiner. Onder de bomen is ook minder ondergroei.
Omdat
het park op een afgelegen schiereiland ligt en hoge bergketens het gebied
verdelen heeft de flora en fauna zich anders ontwikkeld. Ook door de
geïsoleerde ligging leven hier andere planten en dieren, zoals de Roosevelt elk,
dan op vergelijkbare plaatsen. De bescherming van deze elk, vernoemd naar president Theodore Roosevelt,
is oorspronkelijk een van de voornaamste redenen geweest om Olympic National
Park op te richten. Deze elk is inheems en leeft alleen langs de Pacific
Northwest kust. Dit is ook de reden dat wetenschappers dit gebied als
International Biosphere Reserve hebben bestempeld. Hier heeft men de kans unieke diersoorten te
bestuderen en te leren hoe planten en dieren evolueren. Het park is de
thuisbasis van omvangrijke populaties van zwarte beren en muilezel herten. Verder
leven er in het park ook een opmerkelijk groot aantal, ongeveer 150,
poema’s. Berggeiten werden per ongeluk,
in 1920, geïntroduceerd in het park. De dieren hebben veel schade veroorzaakt
aan de inheemse flora. De NPS heeft een actueel
plan om de geiten te beheersen.
Voorafgaand
aan Europese kolonisten , bestond de menselijke bevolking uit indianen. Ze
leefden van de visserij en jacht. Men dacht eerst dat ze vooral langs de kust
en de rivieren leefden. Echter, archeologische vondsten hebben aangetoond dat
er ook stammen leefden in de bergen, vooral op de sub alpiene weiden. Veel
indiaanse stammen stierven uit door Europese ziekten en andere factoren.
Olympic
werd voor het eerst geëxploreerd in het midden van de negentiende eeuw,
voornamelijk uit nieuwsgierigheid, maar ook om te kijken of er wat viel te
verdienen aan hout, mineralen en delfstoffen. Toen al gold dit gebied als de
laatste wildernis van het westen. Aan de randen van het schiereiland hadden
zich weliswaar kleine boeren gevestigd, maar het binnenland was nog volkomen
onontdekt gebied. Zozeer dat de Seattle Press in 1890 een expeditie
organiseerde die kopij opleverde waar het hele land van smulde. Gemakkelijk was
het niet. De reizigers moesten zich een weg hakken van Port Angeles, aan de noordkust,
naar Hurricane Ridge en deden daar ongeveer een maand over. Tegenwoordig kost
het de bezoeker ongeveer 45 minuten. Er zijn verschillende wegen in het park ,
maar geen enkele daarvan dringt ver door in het binnenland. Het park beschikt
over een netwerk van wandelpaden. Sommige zijn zo lang dat men daar enkele
dagen voor uit moet trekken.
Gelukkig ontdekten deze
ploeteraars weinig perspectief voor commerciële exploitatie van het bos, zodat
er op dat moment weinig lobbywerk werd gedaan voor de houtindustrie. Daarom ook
is men nooit begonnen met het aanleggen van wegen die dwars door het park
lopen. Het resultaat is een enorme oppervlakte met leefgebieden voor herten,
edelherten, adelaars, beren, poema's en van alles en nog wat. Een enorm onaangetast
natuurgebied waar iedere rechtgeaarde wandelaar zijn hart kan ophalen.
We
mogen in onze handen knijpen dat Olympic als nationaal park bestaat, want als
het aan de houthakkers van de westkust had gelegen, dan was al dat mooie hout
tegen de grond gegaan. Omdat het gebied toegankelijker werd,( wegen en auto’s)
werd ook de schoonheid gezien. Vooral in de late 19e en de vroege 20e eeuw werd
er veel hout geoogst. Er kwam verzet tegen de rigoureuze kap. Er kwam
particuliere maar ook politieke druk om het gebied te beschermen. Om de
Roosevelt elks te beschermen werd, in 1909, de berg Mount Olympus een National
Monument en later dus een National Park .
Sekiu |
Vanaf
Forks gaan we over de 101 richting
Sappho waar we de 113 nemen. De weg wordt nu smaller maar goed berijdbaar. Het
is rustig op de weg en we kunnen vlot door rijden. Aan weerskanten van de weg
veel bos. Bij Clallam Bay zien we de vaarweg vanaf Seatttle naar de Stille
Oceaan, de Strait of Juan de Fuca. De weg gaat nu over in de 112 en we komen
langs Sekiu. Daar stoppen we even. Het vissersdorpje met jachthaven ligt
beneden ons. Het ziet er niet bijzonder uit dus slaan we het over. Door
richting Neah Bay. Aan de rechterkant is de Strait of Juan de Luca.
Het is wat nevelig en Canada,
aan de overkant van het water, kunnen we niet goed zien.
Je hebt niet altijd zicht op
het water. Vaak staan er bomen aan weerskanten van de weg. De weg is goed te berijden al is die op
sommige plekken erg bochtig. Vooral als er tegenliggers zijn moet je even
oppassen. Na een flink aantal mijlen komen we in Neah Bay.
Neah Bay Harbor |
Dit gedeelte is een
indianen reservaat en als je verder wilt moet je een permit (vergunning) hebben,
dus die halen wij voor 10$. Op borden wordt ook aangegeven dat je een permit
nodig hebt. Ergens hadden we al gelezen dat je die bij verschillende locaties
kunt halen. Er is een restaurant en ik vraag even waar we een permit kunnen
krijgen. De bediening geeft aan dat zij ze ook wel hebben dus niet veel later
hebben we de vergunning en gaan we op weg. Wat ons opvalt is dat de indianen hier
niet zo geweldig met hun land omgaan. We dachten altijd dat ze met de natuur
leefden maar cru gezegd ze maken er soms een zootje van. Jammer het is zo’n
geweldig land met zoveel mooie natuur. De dorpen waar we door heen rijden nodigen
helemaal niet uit om even te gaan kijken, rommelig en vies. Er is een grote
jacht- en vissershaven. De haven ligt bijna helemaal vol en het is er rustig.
Meestal is het in een haven druk maar hier dus niet.
sign Makah Indians |
De Makah is een inheems volk en ze wonen in de noordwestelijke punt van de Olympic Peninsula van de staat Washington. Zij zijn ingeschreven als een federaal erkend Makah Indian Tribe van de Makah Indian Reservation. De meeste Makah leven in en rond de stad Neah Bay, een klein vissersdorpje aan de Strait of Juan del Fuca met een verbinding naar de Stille Oceaan. Taalkundig en etnografisch zijn ze nauw verwant aan de Nuu - chah - nulth en Ditidaht volkeren van de westkust van Vancouver Island. Deze tribes wonen in British Columbia aan de overkant van de Strait of Juan del Fuca.
map Makah Indian Reservation |
De Makah
verwijzen naar zichzelf als Kwih - dich - chuh - ahtx wat zich vertaalt als
"de mensen die met rotsen en meeuwen leven"
Archeologisch onderzoek suggereert dat de
Makah mensen het gebied dat nu bekend staat als Neah Bay voor meer dan 3800
jaar bewoond hebben. De oude Makah woonden in dorpen en leefden grote
longhouses. De longhouses waren 10 meter breed en 21meter lang en gemaakt van
western red cedar. De planken konden worden gekanteld of verwijderd voor ventilatie of extra licht. Er waren zomer en
permanente dorpen. De vijf permanente dorpen , Waatch, Sooes, Deah, Ozette en
Bahaada, lagen langs de oever van de oceaan. Tot 1800 woonden er 2000 tot 4000
Makah in deze dorpen. Meerdere generaties Makah
leefden met hun families in deze longhouses. In de zomer reisden ze naar
verschillende zomerkampen zoals Kidickabit, Archawat, Hoko, Tatoosh Island,
Ozette Rivier en Ozette Lake. Deze zomerkampen waren dichter bij de
traditionele visserij, walvisvaart en de bijeenkomst gebieden van de Makah.
De cederboom was van grote waarde voor de Makah. De bast gebruikten ze om kleding en hoeden van te maken en ceder wortels voor het maken van manden. Kano's werden gesneden uit hele bomen en deze werden gebruikt voor het jagen op zeehonden, grijze walvissen en bultrugwalvissen. De Makah waren hoogopgeleide zeelieden. Met behulp van geavanceerde navigatie en maritieme vaardigheden waren ze in staat om de ruwe wateren van de Stille Oceaan en de snelle wateren van de Straat van Juan de Fuca te bevaren. Ze gebruikten verschillende soorten kano’s elk gemaakt voor een bepaald doel. Er waren oorlogs- en vrachtkano’s, kano’s voor de walvisvangst, heilbot en zalm vissen. De kano's hadden zeilen zodat roeiers de wind in hun voordeel konden gebruiken. Diefstal van kano’s en inhoud kwam niet voor omdat de Makah van jongs af aan geleerd hadden bezittingen van anderen te respecteren. De Makah waren onvermoeibare peddelaars en reisden grote afstanden om voedsel te vinden of om handel te drijven.
Het meeste voedsel haalden ze uit de oceaan maar ze jaagden ook in de bossen op het land op herten, elanden en soms beren. De traditie van de walvisjacht is een bron van grote trots onder de Makah. Walvissen werden gejaagd om hun vlees en spek. Bijna elk deel van de walvis werd gebruikt. De Makah jaagden op de bultrug en grijze en blauwe vinvis. Olie gemaakt van spekvet was een waardevolle grondstof. De jacht bracht bepaalde families grote rijkdom. De botten van de walvis waren nuttig voor het maken van kammen, kransen, wapens en persoonlijke versieringen.
De cederboom was van grote waarde voor de Makah. De bast gebruikten ze om kleding en hoeden van te maken en ceder wortels voor het maken van manden. Kano's werden gesneden uit hele bomen en deze werden gebruikt voor het jagen op zeehonden, grijze walvissen en bultrugwalvissen. De Makah waren hoogopgeleide zeelieden. Met behulp van geavanceerde navigatie en maritieme vaardigheden waren ze in staat om de ruwe wateren van de Stille Oceaan en de snelle wateren van de Straat van Juan de Fuca te bevaren. Ze gebruikten verschillende soorten kano’s elk gemaakt voor een bepaald doel. Er waren oorlogs- en vrachtkano’s, kano’s voor de walvisvangst, heilbot en zalm vissen. De kano's hadden zeilen zodat roeiers de wind in hun voordeel konden gebruiken. Diefstal van kano’s en inhoud kwam niet voor omdat de Makah van jongs af aan geleerd hadden bezittingen van anderen te respecteren. De Makah waren onvermoeibare peddelaars en reisden grote afstanden om voedsel te vinden of om handel te drijven.
Het meeste voedsel haalden ze uit de oceaan maar ze jaagden ook in de bossen op het land op herten, elanden en soms beren. De traditie van de walvisjacht is een bron van grote trots onder de Makah. Walvissen werden gejaagd om hun vlees en spek. Bijna elk deel van de walvis werd gebruikt. De Makah jaagden op de bultrug en grijze en blauwe vinvis. Olie gemaakt van spekvet was een waardevolle grondstof. De jacht bracht bepaalde families grote rijkdom. De botten van de walvis waren nuttig voor het maken van kammen, kransen, wapens en persoonlijke versieringen.
De Makah
walvisjacht techniek is moeilijk en arbeidsintensief. Elke ceder kano’s heeft
zes tot negen zitplaatsen. Ze jagen in de Stille Oceaan die grenst aan hun
grondgebied. Verschillende traditionele criteria worden gebruikt om te bepalen
welke walvis gevangen gaat worden. De walvis wordt aan de linkerkant benaderd
en de jager slaat toe net voordat de walvis boven water komt als deze nog 3-4
meter diep onder water zwemt. Dit doen ze om een klap met de staart te
voorkomen. De harpoen is ongeveer 4 meter lang en bestaat uit twee stukken
gesplitst taxushout. Historisch gezien werd aan de punt soms een mossel schelp
in combinatie met weerhaken van elanden hoorns gebruikt. De kern van taxus hout
wordt nog steeds gebruikt vanwege de flexibiliteit, waterdichtheid en sterkte.
De harpoenpunt met een lijn blijft achter in het lichaam van de walvis . Aan
die lijn zitten drijvers om weerstand te bieden waardoor de walvis verzwakt
raakt en de walvis verder aangevallen kan worden. De jacht duurde soms enkele
uren tot in sommige gevallen dagen. Zodra de walvis is gedood springt een bemanningslid, genaamd de duiker,
in het water. Hij snijdt een gat in de onder-en bovenkant van de kaak van de
walvis. Met een sleepkabel en vlotter wordt de bek van de walvis dicht
gebonden. Dit voorkomt dat het karkas zich met water vult en zinkt. De walvis
wordt naar de wal gesleept waar de leden van de stam het gedode dier opwachten.
Traditionele ceremonies en liederen worden uitgevoerd om de geest van de walvis
te verwelkomen. Daarna wordt de walvis op traditionele wijze opgedeeld. De
harpoenier krijgt het beste gedeelte. De rest van het vlees en de olie wordt
verspreid onder leden van de gemeenschap, en een groot deel ervan wordt
verbruikt tijdens de ceremoniële bijeenkomsten, een potlatch.
Excavation Makah Longhouse |
Veel van wat bekend is over de manier van leven van de oude Makah is van mondelinge overlevering. Er is ook een
overvloed aan archeologische vondsten over hoe de Makah vroeger leefden.
Een deel van het
Ozette werd in het begin van de 17e eeuw door een modderstroom overspoeld. De
Makah noemden de modderstroom "de grote glijbaan". Door de
modderstroom bleven verschillende huizen en hun inhoud bewaard.
Na een storm in 1970 werd pas duidelijk wat de modder had bedekt en wat daar begraven lag, goed bewaard gebleven houten artefacten. De opgraving van de Ozette terrein begon kort na de vondst. Universitaire studenten werkten met de Makah onder leiding van archeologen. De modder werd uit de 6 begraven longhouses verwijderd. De opgraving duurde 11 jaar en produceerde meer dan 55.000 kunstvoorwerpen. Veel van de gevonden voorwerpen zijn te zien in het Makah Cultural and Research Center. Het museum opende in 1979 en toont replica's van huizen gemaakt van cederhout, kano’s en materiaal voor de walvisvangst en zeehondenjacht. Verder speelgoed, spelletjes, pijlen en bogen etc.
Na een storm in 1970 werd pas duidelijk wat de modder had bedekt en wat daar begraven lag, goed bewaard gebleven houten artefacten. De opgraving van de Ozette terrein begon kort na de vondst. Universitaire studenten werkten met de Makah onder leiding van archeologen. De modder werd uit de 6 begraven longhouses verwijderd. De opgraving duurde 11 jaar en produceerde meer dan 55.000 kunstvoorwerpen. Veel van de gevonden voorwerpen zijn te zien in het Makah Cultural and Research Center. Het museum opende in 1979 en toont replica's van huizen gemaakt van cederhout, kano’s en materiaal voor de walvisvangst en zeehondenjacht. Verder speelgoed, spelletjes, pijlen en bogen etc.
Makah artefact |
Makah museum |
Het indirect
contact met Europeanen, in de late jaren van 1700, had een verwoestende
uitwerking op het leven van Makah mensen. Duizenden stamleden zijn gestorven
aan epidemieën van pokken, tuberculose, griep en kinkhoest. Dit sloeg grote
gaten in gezinnen en families. Het onverklaarbare verlies van hun familieleden
veroorzaakte bij de Makah onpeilbaar verdriet, verwarring en angst. Hierdoor
werd de overdracht van traditionele kennis verstoord waardoor veel van de oude
manieren en gebruiken verloren zijn gegaan.
In 1855 vertegenwoordigden 42 Makah hoogwaardigheidsbekleders de Makah bij onderhandelingen over een verdrag met de Verenigde Staten. De onderhandelingen tussen gouverneur Isaac Stevens en de Tribal vertegenwoordigers werden gehouden in Neah Bay. De Makah tribale voorouders wisten dat het aan hen was om bepaalde rechten, zoals jacht, walvisvangst en landrechten, voor de toekomst te behouden. Bepaalde rechten (walvisvangst, gezondheid, onderwijs en het welzijn etc.) werden specifiek in de artikelen van het verdrag vermeld. Dit om er zeker van te zijn dat bepaalde tradities werden begrepen door zowel de overheid van de Verenigde Staten als de toekomstige generaties van Makah.
Hiervoor in ruil
stonden de Makah 300.000 hectare tribaal land af aan de VS. In 1859
ratificeerde het Congres het verdrag. Dit was het begin van ingrijpende
culturele veranderingen die opgelegd waren aan de Makah door de federale
overheid.
De Makah stam
organiseert jaarlijks, in augustus, grote openbare bijeenkomsten, de Makah
dagen. Er wordt een grote optocht gehouden en er is een braderie. Verder zijn
er kano races, traditionele spelen, zang en dansfeesten en vuurwerk .
Momenteel halen veel Makah stamleden het grootste deel van hun inkomen uit de visserij, zoals zalm, heilbot , pacifische wijting en andere zeevissen.
Momenteel halen veel Makah stamleden het grootste deel van hun inkomen uit de visserij, zoals zalm, heilbot , pacifische wijting en andere zeevissen.
De rit gaat door Neah Bay.
Cape Flattery staat niet echt goed aangegeven maar eigenlijk gaat er maar één
weg naar toe, de Cape Flattery Road. Deze gaat eerst helemaal naar het zuiden
en dan met een grote bocht weer naar het westen. De weg gaat het eerste
gedeelte langs de Waatch River. Het gebied is vlak en open. Hier en daar staat
een huis of gebouwtje en we komen langs het Makah Tribel USDA Warehouse en
Makah Fitness Center. Het verbaast ons dat dit zover buiten Naeh Bay staat. Dan
gaat de weg door een bosachtig gebied, de weg wordt steeds bochtiger maar is
goed te rijden. Op het eind is een parkeerplaats waar we de camper kunnen
parkeren. Het is er rustig en we nemen eerst een bakje.
Na de nodige cafeïne gaan we
op weg en het eerste gedeelte gaat makkelijk. Om ons heen allemaal bomen,
vooral sparren en dennen. De zon schijnt niet en daardoor komt de omgeving ene
beetje somber over. De trail naar het eindpunt is keurig verzorgd, over de
laagten hebben ze houten bruggetjes gemaakt. Het loopt lekker. Op het eind
komen we op een soort landtong.
Links van ons is een
uitkijkpunt over Flattery Creek, daar gaan we straks wel even zien. Nog een
stukje verder en dan zijn we bij Cape Flattery. Dit hele gebied maakt deel uit
van de Makah Indian Reservation. Het is ook het op één na noordwestelijke
puntje van de Verenigde Staten al scheelt het maar heel weinig, 110m. Het is
ook de plek waar de Strait of Juan de Fuca samenkomt met de Stille Oceaan. Het
meest westelijke punt van de Verenigde Staten is namelijk Cape Alava, ten
zuiden van Cape Flattery in Olympic National Park.
Tatoosh Island |
Cape Flattery Lighthouse on Tatoosh Island |
Via een kort trapje kom je op
een verhoging, een plateautje, en staan we (bijna) op het uiterste puntje van
de VS. Wel een leuke ervaring. Beneden in de diepte de Stille Oceaan en we zien
een paar kano’s varen. Lijkt ons niets met die golven en stroming. Ze kijken
naar de rotsen waar vogels zitten te broeden, meeuwen, alken papegaaiduikers en
aalscholvers. De vogels en hun jongen horen we wel maar we zien ze niet.
Ze zitten over de randen, op richels
en in holtes. Voor ons zien we Tatoosh Island met de Cape Flattery Lighthouse.
Even genieten van de omgeving. Af en toe horen we een misthoorn. Het is wat
nevelig, jammer maar op zich maakt het niet zoveel uit het is mooi.
Cape Flattery is voor het
eerst beschreven door James Cook op 22 maart 1778 . Cook schreef : " . ...
there
appeared to be a small opening which flattered us with the hopes of finding an
harbour ... On this account I called the point of land to the north of it Cape
Flattery." Zo komen ze dus aan de naam
voor deze plek.
Als we
terug gaan komen we nog langs een aantal uitzichtpunten. Ook hier beneden ons
water, rotspartijen en grotten. Het water heeft sommige rotswanden uitgesleten
en het water kolkt er tussen door. Hierdoor zijn grotten ontstaan en we zien
vogels hierin verdwijnen. Die zullen daar wel nesten hebben. De volgende stop
is bij het uitzichtpunt over Flattery Creek. Mooi om te zien, hay stacks die in
het water staan. Boven op de rotsen struiken en bomen. Het water van de oceaan
wat er tussen door stroomt. Boven en op het water weer allemaal vogels,
prachtig allemaal.
Vieuwpoint Flattery Creek |
Na een tijdje gaan we terug
naar de camper. Dan weer de rit terug naar Naeh Bay en dan door naar richting
Clallam Bay. Halverweg rijden we weer langs het water en heb je zicht op de
Strait of Juan de Fuca. Dat is het water tussen Vancouver Island (Canada) en de
staat Washington. Over het water zien we in de verte weer bergen en die staan
in dus in Canada. Hier komen ook walvissen en orka’s voor maar volgens ons
hebben die ook vakantie. Wij zien ze vandaag niet. Langs de weg is een
parkeerplaats en we zetten de camper even aan de kant. Er is een soort strandje
maar dat is niet te vergelijken met Scheveningen.
Het is halverwege de middag
en we besluiten hier maar even een broodje en een soepje te nemen. Tijdens de
lunch hebben we een mooi uitzicht.
map trails near Lake Cresent |
Sol Duc betekent in het
Indiaans “sprankelend of glinsterend water”. Bij de Indianen was al bekend dat
het warme water een heilzame werking had. Dit gebied wordt beheerst door de Sol
Duc River. De bron van de rivier ligt aan de noordkant van de Bogachiel Peak,
ook wel de High Divide genoemd. Aan de zuidkant ligt de Hoh River. De Sol Duc
River begint eerst als twee aparte stukken, de North Fork Sol Duc River en de South Fork
Sol Duc River. De ene stroomt aan de westkant en de andere aan de noordkant van
de Sol Duc Road. Later komen ze bij elkaar en stroomt de rivier langs de 101
naar het westen door de Sol Duc Valley. Boven Forks gaat de rivier richting
stille oceaan. Het laatste stuk komt de Sol Duc en de Bogachiel River bij
elkaar en vormen samen de Quillayute River. Bij La Push mond deze dan uit in de
Pacific Ocean.
De Sol Duc River is een van
de weinige rivieren van de Olympic Peninsula , waarin alle vijf belangrijke zalm
soorten leven. Onder andere chinook, coho en rode zalm. Verder leven er verschillende soorten forel. Elk jaar
keren uit de Pacific 19.000 regenforellen terug om te paaien. Verder vind je er
de stealhead en cutthroat forel.
map trails Sol Duc area |
Ten zuiden van het Resort steek
je de Sol Duc River over. Het pad loopt naar het zuiden langs de rivier. Onderweg
steek je nog twee andere riviertjes over, de Mink Lake Creek en Canyon Creek.
Bij dit laatste riviertje liggen de Sol Duc Falls. Op sommige plaatsen is het
pad smal, rotsachtig. Wij doen de Sol Duc Falls Trail ook maar dan aan de
noordkant van de Sol Duc River. Na het resort rijden we helemaal door tot het
eind. Daar is een parkeerplaats waar we de camper kwijt kunnen. Ook hier is het
niet druk. Even wat drinken en dan op weg. Het is geen lange trail, 2,5 km.
heen en terug, hebben we gelezen. Ook moet het een hele populaire trail zijn.
De wandeling gaat door een bos met grote Sitka Spruce Trees en diverse andere
boomsoorten zoals Westelijke Helmlock en
Douglas spar. Het is heerlijk
weer en we genieten weer volop. Ook hier gigantische bomen. Ook deze zijn niet
in zijn geheel op de foto te krijgen.
Het bos is hier redelijk open
en ook veel droger. Hier valt minder water dan aan de westkant van het park.
Ook op de bodem is het minder weelderig dan dat we elders in het park gezien
hebben. Toch hangen hier en daar aan de bomen ook groene mosslierten alleen
minder talrijk dan bij Quinault en de Hoh Rain Forest. Dit heeft ook wel weer
iets. Het is ook wel prettig de zon door de bomen te zien en licht op de paden.
Wel groeien er veel varens en dat maakt alles mooi groen. Laat Nanda, (zie pijl),
even vooruit lopen zodat op de foto veel beter de verhouding met de lengte van
de bomen te zien is. Heel wat anders dan de bossen in Nederland.
Sol Duc Falls |
Als je doorloopt kom je recht
tegenover de waterval te staan en even verder is een plateau vanwaar je ook een
prachtig zicht hebt op het geheel. Het is er niet druk en we hebben alle
gelegenheid om rustig om ons heen te kijken en nog meer foto’s te maken.
Na een poosje gaan we terug.
Onderweg blijven we even staan bij een riviertje. Die ligt bezaaid met ronde rotsblokken
waar het water rustig tussen en overheen stroomt, mooi. Terwijl we staan te
kijk komt er een groep ruiters voorbij. Leuk zo om met een paard in deze
omgeving te rijden. Dan gaan we weer verder en met de camper richting uitgang.
Bij De Salmon Cascades stoppen we even en gaan we nog even bij de Sol Duc River
zitten en genieten van al dat stromende water. Rust, heerlijk in de zon en even
bijkomen van alle indrukken. Ook hier weer bomen die helemaal begroeid en
bedekt zijn met mos en mosslierten. Het blijft een wonderlijk gezicht.
cascades before the Sol Duc Falls |
We hebben geen zin om in het park te overnachten dus proberen we buiten het park een camping te vinden.
Bij de uitgang gaan we
richting Cresent Lake. Op de kaart lijkt het een meertje maar zoals zoveel in
Amerika is alles groot dus ook de meren. Een mooi langgerekt meer waarvan het
water turquoise kleur heeft.
Lake Crecent |
Langs de zuidkant van het
meer ligt de belangrijke U.S. Route 101. Aan de noordkant van het meer ligt een
oude spoorlijn met de Spruce Railroad Trail. Deze spoorlijn werd aan het einde
van de Eerste Wereldoorlog aangelegd om hout van de sitkaspar af te voeren naar
de vliegtuigfabrieken. Deze spoorlijn wordt niet meer gebruikt en is nu een
wandelroute. Het meer is nu een populaire toeristische bestemmingen voor
watersporters en met veel
wandelroutes in de nabije
omgeving. Lake Cresent Lodge ligt aan de monding van Barnes Creek.
Vanaf het King Storm
bezoekerscentrum is er een pad door het bos en langs de kreek, onder de 101
door, naar de Marymere Falls. Het pad is verhard en de tocht naar de 27 meter
hoge waterval is ongeveer 1,5 kilometer. In deze omgeving zijn meer trails
zoals Moments
in Time Nature Trail. Deze begint bij Lake Crescent Lodge en heeft maar een
lengte van bijna 1 kilometer (loop). De wandeling gaat naar Barnes Point
vanwaar je een
mooi uitzicht hebt over het meer. Een langere trail is de Mount
Storm King Trail. Ook deze begint bij het Storm King Information Center en is
ruim 3 kilometer (enkel) en heeft een hoogte verschil van 600m. Het eerste stuk
is hetzelfde als dat naar de Marymere Falls. De wandeling gaat eerst langs
Barnes Creek, en gaat dan onder State Highway 101 door. Snel daarna kom je bij
een splitsing en je houdt links aan. De rechter gaat naar Marymere Falls. Het
pad gaat nu behoorlijk stijgen tot je boven Barnes Creek komt. Het pad bevindt
zich op een rand aan de westzijde van Mount Storm King. Het volgende gedeelte
is vlak waarna het weer gaat stijgen. Onderweg heb je uitkijkpunten met
prachtige uitzichten over de omgeving. Het laatste gedeelte van de wandeling
staat niet zo goed aangegeven.
hikes near Storm King Ranger Station |
Wij stoppen even op een parkeerplaats langs het meer en nemen even de tijd voor de inwendige mens. Met een kop koffie in de ene hand en wat lekkers in de andere genieten we volop. Even naar het water lopen en natuurlijk voelen hoe warm het is, niet dus. Brrrrrr het is nog veel te koud. Het water is inderdaad heel helder. Nog wat rondlopen. Op de rotswanden groeien vetplanten die we ook bij ons in de tuincentra vinden. Het wordt al later en we willen nu toch wel een plekje voor de overnachting vinden. Ook onze propaan tank, voor het fornuis en koelkast, moet nog bij gevuld worden. Als we doorrijden zien we bij een tankstation een bord dat ze ook propaan gas hebben, dus vullen. Blijkt dat er ook een RV park bij is en ze hebben nog plek. Nou dat is boffen, 2 in 1 alleen moeten we voor beide betalen. Het is Shadow Mountain RV Park tegenover Lake Sutherland. Het is een kampeer terrein in terrassen en we zitten bijna op de bovenste rij. De plekken zijn niet groot maar het ziet er allemaal heel netjes uit, goed onderhouden en schoon. Backwards inrijden en alles weer aansluiten. Als we de camper gestald hebben genieten we, met een boek, nog heerlijk even van de zon. Gereden 168 mile = 268 km.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten