17 juli 2013,
Mos slierten en mosselen.
Het Nationale park waar we nu
zijn heet Olympic National Park. Er zijn verschillende gedeelten, Quinault Rain
Forest, Hoh Rain Forest, Sol Duc, Elwha, Hurricane Ridge, Deer Park,
Dosewallips en Staircase. De laatste 3 zijn niet zo bekend en liggen in het
oosten. Ook langs de kust liggen een paar mooie gedeelten zoals, Kalaloch, Mora
en Ozette.
The Quinault Rain Forest is het gebied waar we afgelopen nacht hebben gestaan.
In dit gebied liggen ook Lake Quinault en de Quinault River.
Lake Quinault ligt in de
Quinault Valley, een dal welke uitgeslepen is door ijs. De vallei wordt ook wel
"Vallei van de Rain Forest Giants" genoemd dit vanwege een aantal grote
boomsoorten in dit gebied. De grootste exemplaren van Western Red Cedar, Sitka,
Western Hemlock , Alaska Cedar Mountain en Hemlock zijn hier te vinden, evenals
vijf van de tien grootste Douglas-sparren. Er wordt verondersteld dat in dit gebied
het grootste aantal record houdende reusachtige boomsoorten staan op het kleinste
oppervlak in de wereld. Lake Quinault maakt onderdeel uit van de
Quinaultrivier. Deze 117 kilometer lange rivier begint in Olympic National Park
en stroomt bij Taholah de Stille Oceaan in. De
omgeving van het meer kent een zeer nat klimaat en in de directe omgeving
liggen gematigde regenwouden. De
gemiddelde temperaturen liggen op een vergelijkbaar niveau met Amsterdam.
Het meer ligt langs de U.S. Route 101. Rondom
het meer ligt een weg. Deze is alleen op het laatste stuk nog te rijden met een
4x4. Langs het meer liggen diverse wandelpaden, vooral in het zuiden liggen een
aantal kortere routes. Verder naar het oosten, meer naar het centrum van
Olympic National Park, zijn ook langere routes. De zuidelijke kant van het meer
is de thuisbasis van de historische Lake Quinault Lodge en de Rain Forest
Resort Village. De noordkant van het meer wordt voornamelijk begrensd door
woningen en enkele kleine resorts gelegen in Olympic National Park .
map area around Quinault |
Om Quinault Lake lopen twee wegen, respectievelijk
de South Shore Road en de North Shore Road. De South Shore Road wordt ook wel
de Graves Creek Road genoemd en is 30 km. lang.
hiking map South Shore Quinault |
Aan het begin van deze weg
staan veel vakantie woningen, campings, lodges etc. Ook is er een ranger
station waar je informatie kunt krijgen. Langs de weg beginnen ook een aantal
trails, de zo genoemde South Shore Trails. De eerste is de Rain Forest Nature
Trail, een korte loop van 0.5 mile. Langs de trail staan allemaal informatie
borden over het gebied, verschillende soorten bomen, planten en dieren.
Halverwege is er een afslag
die aansluit op andere trails. Na 1,1 mile gaat er één afslag naar de Big Cedar
Trail. Om bij de Big Cedar te komen is een redelijk zware tocht van 3,4 mile
heen en terug. Bijna op het eind moet je een riviertje over steken. Bij
hoogwater kan dat gevaarlijk zijn. De andere afslag gaat naar Cedar Bog. Deze
wandeling gaat, door een nat gebied, soms over houten vlonders, met
verschillende soorten naaldbomen. De 1,7 mile lange trail gaat over in de Falls
Creek Loop. Het ene stuk is 0,6 mile en het andere stuk 1 mile. Beide eindigen
op de South Shore Road. Je loopt langs een riviertje en komt langs een
waterval, de Willaby Creek Fallswaterval. Tijdens de wandeling krijg je een
goede indruk van het regenwoud rondom Quinalt. Halverwege de Falls Creek Loop
is een afslag naar de Trails of the Giants. Hier staan een aantal reuzen
Douglas sparren. Ook langs dit pad is een waterval, de Cotton Creek Falls. Het
zijn geen spectaculaire watervallen maar door al het groen zijn ze heel
verassend en idyllisch.
Verderop is de Colonel Bob
Trail, een 14 mile lange zware roundtrip. Het laatste stuk gaat naar de top van
de 4.492 feet hoge Colonel Bob Peak. Onderweg loop je door een bos met allerlei
soorten sparren. Verder richting Upper Quinalt Bridge kom je langs de Merriman
Falls. Het is een goed bereikbare, ongeveer 13 meter hoge, waterval.
Als je nog verder gaat is de
weg onverhard. Met campers mag je hier niet komen. De smalle weg gaat dus als
onverharde weg verder en alleen het laatste gedeelte ervan loopt door het
Nationale Park.
Op het eind van de
onverharde weg is een primitieve camping, Graves Creek Campground. De camping
ligt in een bosrijke omgeving aan de oever van de East Fork Quinault River.
Hier beginnen ook een aantal trails zoals die via de Pony Bridge naar Enchanted
Valley. Bij de camping begint ook een korte wandeling, een loop van 1600 m.
Deze wordt Graves Creek Nature Trail maar ook Cascading Terraces Trail genoemd.
Afgelopen nacht stonden we
op een simpele camping. Er was plaats genoeg maar misschien kwam dat ook wel
door de muggen. Je hoefde maar net je camper uit te zijn of ze hadden je te
pakken. Dus ook ontbijten buiten zat er niet in. Trouwens voor de verandering
is het vandaag niet zonnig. Bewolkt, beetje nevelig maar wel droog. Onderweg
hebben we veel grote campers gezien en hier stond nu eens een kleintje.
Als we de een tocht willen
maken komen we er langs. De caravan is helemaal beschilderd met van alles en
nog wat. Nieuwsgierig als we zijn; even kijken. Er staat een oldtimer op
geschilderd met daarin 2 mensen.
Als Nanda staat te kijken
schrikt ze van de claxon van een oude auto. Blijkt dat de eigenaar van de
camping ons in de gaten heeft en vanuit de caravan op een knop drukt wat
resulteert in het geluid van een oldtimer. Even later komt hij naar buiten met
zijn vrouw. Even praten. Hij heeft de caravan helemaal zelf beschilderd. Op de
achterkant allemaal vliegtuigen, wel meer dan 25. Sommigen zo klein als een
mug. Ook Snoopy maakt onderdeel uit van het geheel. Leuk allemaal. De man was
vroeger conrector maar is nu met pensioen. Heeft tijdens zijn werk of uit
frustratie zeker veel creatieve ervaring op gedaan. Na deze enerverende
ervaring lopen we de camping af.
Al de trials die hier zijn
kunnen we niet doen dus maken we een keuze. In de buurt van onze camping begint World’s Largest Sitka
Spruce Trail en omdat die vlakbij is doen we die maar eerst. Een tiental meters
verder is de trail naar de boom. Het is er vochtig en we denken dat het pad in
het voorjaar en najaar niet begaanbaar is. Overal om ons heen is het groen,
echt een beetje oerwoud. Op een boomtak zit een specht rustig te timmeren, voor
hem/haar geen bouwvak. Te druk om ons op te merken en we kunnen een mooie foto
van het diertje maken. Na 10 minuten komen we bij een bruggetje. Aan de
overkant staat de gigant, the World Largest Spruce Tree.
De sitkaspar (Picea
sitchensis) of Sitka Spruce is de meest voorkomende boom in Olympic NP. Een
volgroeide boom is zo dik dat acht volwassenen met uitgestrekte armen elkaar
net kunnen raken als ze om de boom staan. De sitkaspar (Picea sitchensis) is
een boom uit de groenblijvende sparren familie. De plant komt van nature voor
in de kuststreken van westelijk Noord-Amerika, van Alaska tot Noord-Californië.
In de regel komt de sitkaspar niet verder dan 60 km uit de kust voor.
Tegenwoordig wordt deze snelgroeiende spar veel aangeplant in Noord-, West- en
Midden-Europa. In Amerika wordt de boom 90 tot 100 m hoog. Het is de derde
langste naaldboom in Noord Amerika, na coast redwood en kust Douglas spar. In Europa wordt deze soort niet hoger dan 40
tot 50 m. Sommige bomen kunnen op borsthoogte een stamdiameter bereiken van
ruim 5 m. Onder de sparren wordt deze soort het grootst en is de vijfde
grootste conifeer in de wereld, achter mammoetboom, kust redwood, kauri en
western redcedar. De boom heeft zijn naam te danken aan de Sitka gemeenschap in
Alaska, en wordt daarom ook wel Alaska ceder
genoemd. Sitkaspar is een langlevende boom. Er zijn exemplaren bekend
die ouder zijn 700 jaar.
cone from Sitka Spruce |
Omdat de boom onder gunstige
omstandigheden zeer snel kan groeien kan aan de omvang en hoogte de leeftijd
niet afgeleid worden. Deze sparren soort kan groeien in een extreem nat
klimaat. De Sitka heeft een ondiep wortelstelsel, met lange zijwortels en
weinig vertakkingen. Door hun dunne
schors en ondiep wortelstelsel zijn de bomen gevoelig voor bosbranden.
Het is een slanke kegelvormig
boom met een zeer smalle spits. Bij oudere bomen gaan de takken hangen en wordt
de kroon breder. Je herkent de Sitka Spruce aan zijn scherpe, zilvergroene
naalden aan de bovenkant en twee blauwachtig witte strepen van huidmondjes aan
de onderkant. In augustus krijgen de bomen de rijpe hangende lichtbruine kegels
die 6 tot 10 cm lang zijn.
Sitka sparren is van groot belang in de bosbouw voor
hout -en papierproductie . De soort wordt bijzonder gewaardeerd om zijn snelle
groei op arme gronden en op plaatsen waar weinig andere bomen met succes kunnen
worden geteeld. In ideale omstandigheden kunnen jonge bomen 1,5 m per jaar groeien. In 1831 werd deze soort in Engeland
en Ierland en in 1900 in Noorwegen geïntroduceerd.
Giant Sitka |
De jonge knoppen en uitlopers
van twijgen werden gebruikt als smaakmaker voor bier of om er stroop van te
maken. De schors van de wortels werden door de inheemse Alaska bewoners
gebruikt om manden te weven.
We hebben tijdens onze reis
grotere gezien maar dat waren heel andere soorten. Dit is inderdaad een gigant.
Bij de stam is de boom heel knoestig. Dikke wortels met bulten en bobbels. Mooi
is anders. De bomen in Yosemite en de Redwoods vonden we mooier om te zien. Er
staat ook een bord bij. Dit is de grootse sitka spar, wat volume betreft. De
boom wordt geschat op 1000 jaar en heeft een hoogte van bijna 60 meter en een
omtrek van 18 meter. We kunnen de boom niet eens in zijn geheel op te foto
krijgen.
Als we terug willen gaan
zien we dat we aan de achterkant van de camping zijn waar we staan, the Rain
Forest Resort. Vanaf de camping hadden we ook gewoon naar de boom kunnen lopen.
Maakt niet uit gaan we nu binnendoor en besluiten verder te gaan. In het
bezoekers centrum lag een folder van de Kesner Homestead Trail. Die wandeling
is aan de overzijde van het meer. De
trail gaat langs een oude boerderij waar een familie uit Oostenrijk meer dan
100 jaar gewoond heeft. Die wordt in oude staat hersteld en dat willen we wel
eens zien, dus op weg. De rit gaat over de 101 onder Lake Quinault door. Hier
staan meer huizen en bedrijfjes. Niet echt bedrijvig en ook weer rommelig.
cones from Western Redcedar |
Dan
krijgen we de afslag de 17,5 mijl (28 kilometer) lange North Shore Road. Het is
een smalle weg hier en daar staan vakantie huisjes. Kort na de ingang is een
korte trail naar de grootste Western Redcedar van het park. De grootste ter
wereld, ruim 50 meter hoog en met bijna een diameter van 6 meter. Bij ons is
het een sierconifeer voor hagen en boom bekend als reuzenlevensboom (Thuja
plicata). In Europa wordt deze soort ook gebruikt in tuinen en parken als beschutting.
De boom heeft betekenis vanwege zijn hout in westelijk Noord-Amerika. Het is
een snelle groeier en daarom ook geschikt voor hout productie. De kroon is smal
kegelvormig met een spitse top en omhoog gebogen takken. Later wordt de boom
breder. De boomschors is roodachtig bruin en vezelig. Met het ouder worden,
wordt de schors grijsbruin en gaat een beetje loslaten. De reuzenlevensboom
levert licht en duurzaam hout met bleekgeel spinthout en oranjebruin kernhout.
Dit hout staat bekend onder de naam western red cedar. Het wordt gebruikt voor
hekwerkjes, palen, schuttingen, etc. De inheemse bevolking gebruikte deze soort
bomen voor allerlei dingen. Ze maakten er kano’s, totem palen en huizen van en
van de bast en wortels maakten ze manden, touw, kleren en dekens. Vandaag zien
we nog genoeg bomen dus slaan we deze maar over.
hiking map Maple Glade and Kestner Homestead |
Na een kleine 6 mijl bereiken
we het Quinault Ranger Station. Hier parkeren we de camper. Hier zijn 2 korte
trails de Maple Glade en de Kesner Homestead. Hier maken we kennis met het regenwoud van Olypic
National Park.
Langs de Kestner Creek lopen
we richting Kestner-Higley Homestead. In dit bos hangt aan elke boom een soort
mos in lange slierten naar beneden. Op de stammen groeit ook mos, maar dan een
wat dikkere soort (zou prima zijn voor bloemschikken). Het maakt een wat
griezelige indruk, het is fijn dat het een beetje zonnig is anders zou je in
spoken gaan geloven. De stam, de takken alles is bedekt met mos. Op de grond
heel veel varens maar ook in het mos op de takken. We hebben het gevoel dat als
we te lang stil blijven staan, we overwoekerd worden door de snelgroeiende
mossen en varens.
De naam van de mos slierten
die aan de takken van de bomen hangen is spikemoss ook wel Oregon spikemoss
(Selaginella oregana). Over de hele wereld zijn
wel 700 soorten Selaginella bekend. Het is inheems langs de Pacifische
kust van westelijk Noord-Amerika. Het groeit in vochtige schaduwrijke bossen.
Het is vaak epiphytic en is vergroeid aan de boomtakken. Het mos groeit aan
alle bomen maar talrijker aan grootbladige esdoorns, zwarte populier en rode
els maar wij zien het ook aan
sparrenbomen hangen. Als de groeiomstandigheden gunstig zijn groeit het ook op
de grond, als vloerkleden.
Het mos heeft kruipende of hangende stengels die wel 60 centimeter lang kunnen worden. De slierten gaan krullen als ze droog worden. Het is heel bijzonder hier te lopen en het geeft een heel vreemd gevoel, beetje unheimisch en buitenaards. Net of loop je op een andere planeet. Gelukkig valt het mee want al is alles om ons heen groen, groene mannetjes hebben we nog niet gezien. Kan ook zijn dat we deze door al het groen niet zien. Nanda heeft hier geen lekker gevoel, beetje te veel spooky daarom maar snel door naar Kesner Homestead. Op het eind is een brug en in de verte zien we de gebouwen.
Het mos heeft kruipende of hangende stengels die wel 60 centimeter lang kunnen worden. De slierten gaan krullen als ze droog worden. Het is heel bijzonder hier te lopen en het geeft een heel vreemd gevoel, beetje unheimisch en buitenaards. Net of loop je op een andere planeet. Gelukkig valt het mee want al is alles om ons heen groen, groene mannetjes hebben we nog niet gezien. Kan ook zijn dat we deze door al het groen niet zien. Nanda heeft hier geen lekker gevoel, beetje te veel spooky daarom maar snel door naar Kesner Homestead. Op het eind is een brug en in de verte zien we de gebouwen.
Als we de brug overlopen staan aan de overkant twee deers te grazen, een jonge bok en geit. Helemaal niet bang, ze zien ons wel maar eten rustig door. Het is prachtig om hier naar te kijken, mooie dieren. Het is vooral zo mooi omdat je er zo dicht bij kan komen en je ze in hun natuurlijke omgeving ziet. Bij ons in Nederland zie je ze alleen maar in een flits en weg zijn ze.
map Kestner Homestead |
Hij legde akkers, boomgaarden, weilanden aan en had kippen, varkens, paarden en koeien. De kinderen hadden som een deer als huisdier. Ze hielden het hier vol tot 1946. Toen verkochten zij het aan de Higleys. Deze familie verkocht het land in 1987 aan het Olympic National Park. Nu is het een historisch gebied. Bij de trail is ook een brochure. Hierin beschrijft 1 van de dochters haar belevenissen van het leven in een Rainforest. Het was geen gemakkelijke jeugd, hard werken maar met elkaar ook veel plezier. Ze schrijft dat ze nu, als grootmoeder, met veel plezier terug denkt aan de tijd dat ze daar woonde met haar ouders, broes, zussen en vrienden. De liefde die hun bij elkaar hield ondanks de zonnige en druilerige dagen.
Over het pad lopen we naar de
gebouwen. Ze zijn druk bezig met het herstelwerk aan de woning. In het
achterhuis kunnen we even kijken maar veel is er niet te zien. Voor dat dit
allemaal gerestaureerd is zijn ze wel een aantal jaren verder.
Hier en daar staat en ligt
nog wat oud gereedschap en machines. Een oude vrachtauto waar een boompje nu
als chauffeur fungeert. Verderop nog een maaimachine die voortgetrokken werd
door paarden. Zo’n maaimachine hebben wij vroeger ook nog gehad. Verder staan
er nog en paar oude schuren. Hier moeten ze niet te lang mee wachten deze te
herstellen. Maar niet tegenaan leunen want voor dat je het weet zakt de hele
boel in. We hebben het wel gezien en gaan door. Het rondje gaat verder richting
Maple Glade Loop Trail. Hier weer grote bomen, met o.a. esdoorns (Maple Leafs
waaraan de trail zijn naam dankt) die weer behangen zijn met slierten mos. Dit
stuk is wat opener dan het eerste gedeelte en daardoor ook wat minder
spookachtig. Het pad is goed begaanbaar.
Kestner Homestead Trail |
Via een grote bocht komen we weer bij het ranger station en onze camper. Was een leuke ervaring. We gaan weer terug richting de 101. Op een parkeerplaats stoppen we nog even en lopen naar Lake Quinault. Langs de oever ligt het bezaaid met boomstammen. De lucht trekt wat dicht, tenminste er komt meer bewolking. Ook hier weer hele grote sparren. Als de camper er naast staat is duidelijk te zien dat het reusachtige bomen zijn.
Het is tijd voor een bakje onder
het drinken daarvan genieten we van de omgeving. Het is hier heel rustig en tot
nog toe hebben we maar heel weinig andere mensen gezien. We waren trouwens ook
vroeg. Het ranger station was nog niet eens open.
Het meest populaire stuk van de kuststrook is vanaf South Beach t/m Ruby Beach. Ons plan is Beach nr. 4 te bezoeken, dat moet heel mooi zijn. Ze hebben hier zoveel stranden dat ze genummerd worden. Over de 101 gaan we richting Queets. De omgeving is niet echt bijzonder, bomen, bomen en nog eens bomen.
map Beach 1 to Ruby Beach |
Het meest populaire stuk van de kuststrook is vanaf South Beach t/m Ruby Beach. Ons plan is Beach nr. 4 te bezoeken, dat moet heel mooi zijn. Ze hebben hier zoveel stranden dat ze genummerd worden. Over de 101 gaan we richting Queets. De omgeving is niet echt bijzonder, bomen, bomen en nog eens bomen.
De kuststrook behoort tot het Nationale Park en is
57 mile lang. De omgeving ziet er nog net zo uit als duizenden jaren geleden,
al hebben wind en water wel de kust veranderd. Op sommige stukken strand kun je
tijdens laagwater lopen en prachtige getijdenpoelen bekijken. In die poelen
vindt je een rijke variatie aan planten- en zeedieren. Bijvoorbeeld sponzen,
zee-anemonen, krabben, algen en diverse soorten gras. We hebben gelezen dat je
soms ook de two spot octopus, van ongeveer 30 cm, hier soms tegen kunt komen.
Langs de kust zie je soms ook allerlei soorten vogels zoals, aalscholvers,
pelikanen, alken, papegaaiduikers, zeemeeuwen, scholeksters, en soms de bald
eagle. Ook zoogdieren kun je langs de kust tegenkomen zoals otters, zeeleeuwen
en soms wasberen. Op sommige plekken staan rotsen in zee of op het strand, die
worden sea stacks genoemd. Dit zijn geërodeerde gedeeltes van rotsen die
vroeger langs de kust stonden. Sommige stranden liggen bezaaid met grote
boomstammen. We zijn heel benieuwd wat we tegen komen.
Na het plaatsje Queets is South Beach het eerste
strand waar we langs rijden. Aan weerskanten van de weg veel bomen, dennen en
sparren. Soms zien we een glimp van de Pacific. Het volgende strand is Beach 1
en 2 en een stukje verder is het Kalaloch Information Station. Op weg naar
Beach 3 komen we nog langs Kalaloch Lodge, en twee campings. Via paden kunnen
we bij de aangegeven stranden komen. Elk strand heeft zijn eigen karakter. Als
we de afslag naar Beach 4 zien slaan we af. Hier moeten ook getijden poelen
zijn. We hebben de getijdenkaart niet gecheckt en gokken het er maar op. Het is een beetje vreemd. We
moeten eerst door een stuk bos lopen voordat we bij het strand kunnen komen.
burls on Sitka Spruce |
Trouwens hele gekke bomen. Op de stammen en takken zitten gigantische dikke bulten. Sommige Sitka sparren ontwikkelen soms tumoren, ook wel burls genoemd. Schade aan de punt of de kiem van een Sitkaspar zorgt ervoor dat de groei van cellen zich sneller delen dan normaal. Door die snellere celdeling worden er zwellingen of burls gevormd. Hoewel je het niet zou denken hebben deze vreemde vergroeiingen geen invloed op de totale groei van de boom. Wel een heel apart gezicht deze bulten, knoesten en gezwellen op de stam en takken.
Het vreemde van dit strand is
dat de bomen recht achter het strand staan. We moeten echt door een bepaalde
ingang anders komen we niet bij de zee. Niet veel later zijn we bij het stand en we lopen lekker langs de
branding. Mooi donker zand en veel kiezelstenen. Langs de vloedlijn zien we heel
veel aangespoeld hout liggen.
Door beweging van de aarde
schuiven verschillende aardschollen over elkaar heen. De Juan de Fuca Ocean Plate
schuift onder de North American Continental Plate. Door de druk wordt de North
America Plate omhoog gedrukt. Hierdoor zijn ook de Cascade Range, met de bergen
en vulkanen zoals Mt. Hood, Rainier, St. Helens en etc. ontstaan.
Als gevolg van de druk van de schuivende platen ontstaan er ook aardbevingen, vooral langs de Cascadia Subduction Zone. Het opdrukken van de kust kunnen wij ook zien.
Als gevolg van de druk van de schuivende platen ontstaan er ook aardbevingen, vooral langs de Cascadia Subduction Zone. Het opdrukken van de kust kunnen wij ook zien.
Als we het strand op komen
zien we rotsen in een vreemde schuine hoek omhoog staan. Er staat een bord bij
waar ze het de Tilting Coast of vertaald gekantelde kust noemen. De jongere
lagen zijn onder de oudere steen geschoven. De schuin omhoog staande rosten
zijn sedimentlagen die in het verleden in het diepe oceaan bekken, in het westen,
zijn gevormd. Door de continentale beweging is dit alles de laatste 15 miljoen
jaar verschoven. Door de verschuiving van de continentale platen wordt dit nu
schuin omhoog gedrukt.
Hier en daar liggen rost
partijen en staan rotsen in zee, de zo genaamde sea stacks. De kuststrook lag
in het verleden veel verder in zee. Toen het zeewater hoger kwam te staan
beukten de golven op de rotsen. Hierdoor ontstonden scheuren en holtes in de
rotswand. Door de golven werden die steeds groter waardoor de rotswand op het
laatst instortte. Wat overbleef was een rotspartij die soms los in het water
kwam te staan. Dat noemen ze een sea stack.
Langs de rand van het water
zijn allemaal rotsen. Hoge maar ook lage waar het zeewater bij eb en vloed overheen
stroomt. Tussen deze rotsen blijft het water soms in poelen staan, die noemt
men tide pools=getijden poelen. Deze poelen ondergaan extreme omstandigheden,
harde wind, zware golfslag, kou, uitdroging etc. Er zijn maar weinig dieren en
planten die onder zulke barre omstandigheden kunnen leven.
Op de grens waar stukken
droog komen te vallen en dus periodiek blootgesteld worden aan zon, wind en uitdroging
moeten planten en dieren zich aanpassen aan vochtverlies. Schelpen zoals
mosselen, zeepokken etc. kunnen, om uitdroging te voorkomen, zich sluiten. Bij
vloed komen ze weer onder water te staan en kunnen ze, na het openen, voedsel
uit het water filteren. In deze gebieden vind je zeewier en ongewervelde
dieren, zoals zeeanemonen, zeesterren, krabben, groene algen en mosselen. De
dieren die hier leven moeten voortdurend anticiperen op veranderende omgeving, schommelingen
in water temperatuur, zout- en zuurstof gehalte. De gevaren van golven, sterke
stromingen, en roofdieren.
Golven kunnen schelpen weer
de zee in trekken. Ook kunnen zeeschelpen ten prooi vallen aan meeuwen,
zeesterren en zee egels. Ook zwarte beren genieten soms van een feestmaal als
het eb is.
De tide pools zijn inderdaad
prachtig. Onderweg hebben we al meer gezien maar deze zijn toch wel bijzonder.
Veel meer soorten en kleuren dan elders. Elke poel is net weer een beetje
anders dan de andere. Op de rotsen mosselen, zee pokken, wier en algen. Zee
sterren in verschillende kleuren, rose, paars en oranje. Op het droge zijn ze
veel minder mooi dan als ze nog onder water zitten. Dat betreft in het
bijzonder de zeeanemonen. Onder water zijn ze prachtig om te zien. Vooral als
ze helemaal open staan. Op het droge lijkt het net of zijn ze verschrompeld en
lijkt het een grote hoop snot.
Het prachtig deze getijde
poelen één voor één na te lopen. Elke keer is het weer verrassing wat je te
zien krijgt. Wat ons wel op valt is dat we weinig krabben of andere dieren
zien. Na een poosje gaan we verder lopen nog even langs het strand en gaan dan
terug. Als we van het strand naar het parkeer terrein willen lopen zien we hele
vreemde rotsen liggen. Op regelmatige afstand zitten daar gaten in. In de gaten
zitten nog stukken schelp.
section Piddock |
Op een bord lezen we dat het dat het gaten zijn van Piddock Clams. Een schelpdier dat ook wel boormossel wordt genoemd. Schelpdieren op de rotsen langs de kust hebben het moeilijk. Door de beukende golven hebben ze het moeilijk zich te vestigen. Om een veilige plek te creëren draaien ze een holte in een harde ondergrond. Net als veel andere zeedieren begint de Piddock Clam als een larve, overgeleverd aan de stromingen van de oceaan. Al zwevend zoeken ze een plaats om zich te vestigen. Door het water te proeven en te ruiken vinden ze plekken waar ook al andere boormossels zitten. Als ze een geschikte ondergrondvinden zetten zij zich, met hun brede voet, vast. Dit doen ze dus vaak in groepen met soortgenoten. De schelp heeft ribbels, een soort tanden. Door een draaiende beweging boren ze zich in de ondergrond.
Ze boren zich steeds dieper
in de ondergrond waar ze dan veilig zitten voor ongunstige omstandigheden en
roofdieren.
Ze zitten vaak diep in een
rots en kunnen zich niet verplaatsen dus ook niet om te eten. Piddock mosselen
hebben twee sifons, buisjes. Om te eten pompt de mossel met het ene buisje
water naar binnen, filtert het voedsel er uit en pompt het water via het andere
buisje weer naar buiten. Deze mossel soort kan wel 8 jaar oud worden. Als ze dood gaan blijft de lege holte achter en dat
zien we nu dus. Krabben, kreeften, zeeanemonen en andere zeedieren gebruiken
deze holtes weer.
Bij de camper aangekomen vervolgen
we de kustweg en komen bij Ruby’s Beach uit. Ook een bekend strand. De camper
parkeren en weer op weg. Beneden ons zien we het strand. Het is een beetje
nevelig en dat is jammer maar we hebben niets te klagen. De afgelopen weken
hebben we alleen maar mooi weer gehad. Door de bomen is een pad naar benden
gemaakt en kom je op het strand. Om bij het strand te komen moeten we over
aangespoelde boomstammen stappen en soms klimmen. Het is hier veel drukker dan
op het vorige strand. Allemaal genieten ze van de omgeving en het strand. Er
zijn er ook die mosselen zoeken. In de getijdenpoeltjes zijn ze te vinden
evenals de prachtige zeesterren en zeeanemonen.
Achter het strand ligt een soort meertje. De oceaan heeft een zandwal opgeworpen en het water uit een riviertje blijft hier achter staan. Onder het grove zand zien we het water toch naar zee stromen. Hier en daar staan sea stacks op het strand. We lopen er naar toe en het is eb zodat we er om heen kunnen lopen. In de verte is een grote rotspartij. Bovenop groeien bomen en struiken en we verbazen ons dat die daar kunnen groeien. De vloed komt op en we kunnen niet overal meer komen. Hoe verder we lopen hoe rustiger het wordt. Hier kunnen we wel een hele poos blijven; de zee is altijd mooi, en als je weet dat je aan de rand van de Stille Oceaan staat is dat wel heel bijzonder. Toch gaan we weer verder. Richting het Olympic National Park.
Ruby Beach |
De kust langs Olympic National Park kun je grof weg in 3 tot 4 gedeelten verdelen. Het eerste zuidelijke gedeelte hebben we nu gehad. Het gedeelte boven Ruby Beach is niet zo toegankelijk en goed bereikbaar. Het middelste gedeelte van de Olympic Wilderness is bereikbaar via de US-110, ook wel de La Push Road genaamd. Deze 14 mijl lange weg begint 2 mijl ten noorden van Forks. De weg splitst zich in een zijweg die Mora Road wordt genoemd. Deze weg komt net boven La Push uit bij Rialto Beach. Vanaf de stranden is soms de walvis trek te zien, vooral van maart tot april en in oktober.
map Mora area |
Vanaf de La Push Road beginnen een paar trails. De Third Beach Trail heeft een lengte van 4,5 kilometer (heen en terug). Het pad gaat naar een zandstrand met de naam Third Beach. Het pad sluit aan op de lange South Coast Beach Travelway, een 25 km lange trail enkele afstand. Even verderop begint de Second Beach Trail met een lengte van 2,6 km. heen en terug. Het pad gaat naar zandstrand met getijdepoelen en sea stacks. De Mora Road gaat naar de Rialto Beach. Daar is ook de Rialto Beach Trail een zeer korte trail naar het strand. Het is een van de drukst bezochte stranden van het Olympic Park. Het strand begint bij de monding van Quillayute River en strekt zich 4 mijl uit. In dit gebied zie je veel sea stacks en tide pools. Een van de bekendste sea stacks is de massieve Cake Rock. De sea stack zie je vanuit de oceaan omhoog steken. Je kunt ook verder naar Hole-in-the Wall, een 9 km. lange trail (heen en terug). Op het eind is een tunnel die door de golven uitgesleten is in een rots.
map Westcoast Washinton from Ruby Beach to Shi Shi Beach |
area around Ozatte Lake |
map area near Hoh Rain Forest Visitor Center |
map Olympic NP |
Het Hoh-regenwoud ligt over
een lengte van 24 kilometer langs de Hoh-rivier. De Hoh River Valley strekt
zich uit van de voet van Mount Olympus tot aan de Stille Oceaan. De vallei
waardoor de Hoh stroomt, is gevormd door een gletsjer die de vallei heeft
uitgeschuurd. De Hoh heeft een lengte van circa 80 kilometer en begint op een
hoogte van ongeveer 2.100 meter in het Olympic National Park.
De Hoh River is een glaciale
rivier die gevoed wordt door de gletsjers op de berg Olympus, zoals de Blauwe
gletsjer. De gletsjers vermalen gesteente tot een fijn glaciaal meel waardoor
het water in de Hoh River in een melkachtige lei blauwe kleur verandert. De
rivier meandert door de vallei en heeft heel veel zijrivieren. De vallei van de
rivier is over het algemeen breed en relatief vlak.
Tussen het park en de Grote
Oceaan is een groot deel van het woud verdwenen als gevolg van houtkap. De
meest voorkomende bomen in dit woud zijn de sitkaspar en de westelijke
hemlockspar (Tsuga heterophylla). Andere bomen in het woud zijn de douglasspar
(Pseudotsuga menziesii), reuzenlevensboom (Thuja plicata), bigleaf maple (Acer
macrophyllum), esdoorn (Acer circinatum).
map trails near Hoh Rain Forest Visitor Center |
Behalve een groot aantal
zoogdieren en vogels komen in de regenwouden ook veel insecten, reptielen en amfibieën
voor. Zoals de Pacific boomkikker, noordelijk gevlekte uil, bobcat, poema,
wasbeer Olympic zwarte beer, Roosevelt elk en black-tailed deer. Het is ook het
gebied van de banana slug (banaan slak). Het is een grote naakt slak,
banaangeel van kleur en vandaar ook zijn naam. Helaas wordt deze soort bedreigt
door de Europese exoot, de grote zwarte slak. In de Hoh River leven een breed
scala aan zalmachtigen zoals chinook- en cohozalm en de steelhead- en cutthroat
forel. Verder leven er kleinere aantallen chum- en sockeyezalm. De Hoh River
visserij wordt beheerd door de Hoh stam in samenwerking met de Washington
ministerie van Visserij.
De vroegste gedocumenteerde
ontmoeting tussen Europeanen en de Hoh mensen vond plaats in 1787. Een Britse
bonthandelaar Charles William Barkley stuurde een boot de rivier op om met de
Hoh te handelen. Volgens Europese geschiedenis werden 6 mannen door de Hoh stam
gedood. Het incident leidde tot de naamgeving van Destruction Island. Barkley
noemde de rivier Destruction rivier. De Hoh mensen ontkennen het verhaal en
zeggen dat ze nooit schipbreukelingen en zeilers hebben vermoord.
In de jaren 1850 begon
gouverneur Isaac Stevens onderhandelingen met de stammen van de Olympic
Peninsula. Het doel was het verkrijgen van landsessies en het creëren van
Indiaanse reservaten. In 1855 werd een verdrag ondertekend door
vertegenwoordigers van de Quinault, Queets, Quileute en Hoh. In het verdrag
stond de overdracht van het Olympic Peninsula naar de Amerikaanse federale
overheid met een nader te bepalen indianen reservaat. De Quinault Indian
Reservation werd opgericht en de stammen werden geacht om daarheen te
verhuizen. De Hoh weigerden echter. De Hoh gaven aan dat niet afgesproken was
om hun land af te staan. Het ondertekende verdrag werd aan hen uitgelegd als
zijnde een overeenkomst over vrede met Amerikaanse burgers en waardoor ze hun
grondgebied konden en mochten gebruiken. In 1893 tekende President Grover
Cleveland de oprichting van het Hoh Reservaat aan de zuidkant van de monding
van de rivier de Hoh.
Pioniers wensten zich te
vestigen zich in de Hoh River vallei en werden geconfronteerd met talrijke
uitdagingen. Dichte bossen met enorme bomen, grootschalige overstromingen,
geïsoleerde ligging, gevaarlijke rivier en een enorm vochtig klimaat. Er was
daar niet te leven en na verloop van tijd vertrokken de bewoners.
Map hiking trails near Hoh Rain Forest Visitor Center |
Minitrail is een 0,25 mijl lange, vlakke en verharde
lus door een stukje oud regenwoud. The Spruce Trail is een 1,2 mile lange
populaire wandeling. Het verharde langs the Hoh River en onderweg zie je een
aantal imposante Sitka Spruce Trees. Onderweg staan borden met tekst en uitleg
over de ecologie van het regenwoud. Hall of Mosses Trail is 0.8 mile lang en
zeer bekend. Het verharde pad komt gaat langs Big Leaf Maples, Sitka Spruce
Trees en 300 jaar oude Cedar Trees. Onder weg zijn ook ‘nurse logs'. Dat zijn
omgevallen bomen die dienen als gastheer voor nieuwe planten. South Snider is een 11.8 mile lange tocht met eerst
een sterke stijging tot 2700 feet en dan
een afdaling naar de rivier Bogachiel.
Langs de rivier lopen kan gevaarlijk zijn na zware regenval en bij veel
smeltwater. Voor ervaren wandelaars is de lange 17,3 mile lange
(enkel) Hoh River Trail een bijzonder tocht. De trail gaat via Glacier Meadows
richting Mount Olympus. Het is een zware tocht met een hoogteverschil van 3700
feet. Als je nog 700 feet extra klimt kom je bij de Blue Glacier. Voor deze tocht heb je een permit nodig.
Op
weg naar Forks, want daar willen we overnachten. We hebben geen camping
gereserveerd en moeten maar afwachten of ergens plek is. Als we bijna bij Forks zijn zien we een bord van
Forks Timber Museum. Even kijken: er is ook een info centrum bij. In het info
centrum is het druk. Wat we al vaker hebben gezien is dat vrijwilligers het
runnen. Een vriendelijke man op leeftijd staat iedereen te woord. Er is ook een
standaard waar allemaal brochures in staan van de omgeving, even sneupen. Er
staat een folder van campings tussen. In de buurt zijn er genoeg en ook eentje
heel dicht bij, die proberen we het eerst.
Het
museum geloven we wel, stelt niet zo veel voor. Hier een daar staan wat oude
machines en apperaten. Forks is ook bekend om de verfilmimg van de boeken van de
Twilight Zones. Het is een serie van fantasie/romantiek-romans, geschreven door
Stephenie Meyer. De serie draait om Isabella "Bella" Swan, een tiener
die na te zijn verhuisd naar Forks verliefd wordt op een vampier genaamd Edward
Cullen.
Het
vertelperspectief van de serie is voornamelijk Bella Swans perspectief,
afgewisseld door Jacob Black. Het volgende geplande deel in de serie, Midnight
Sun, zal een hervertelling zijn van het eerste deel, Twilight, maar dan vanuit
Edward Cullens perspectief. De serie is een van de populairste series voor
jonge lezers. Er zijn wereldwijd 25 miljoen exemplaren van verkocht. De boeken
zijn vertaald in 37 talen. Je kan Twilight tours maken. In Forks staan
verschilende gebouwen waar opnamen gemaakt zijn. Verder zijn er winkels waar
allerlei spullen van de serie te koop zijn. Leuk…. maar het zegt ons niets.
Wij gaan richting
camping die maar een klein stukje verderop is. Het is de Forks 101 RV Park, 901
South Forks Avenue, Forks, WA 98331. We melden ons bij de receptie. Plek zat en
na de administratieve handelingen kunnen we ons plekje op zoeken. Installeren
en dan heerlijk languit in de campingstoeltjes genieten met een glaasje en een
boek. Aan het eind van de middag gaan we even douchen en dan eten. Het begint
al te schemeren en we besluiten in de omgeving nog een wandelingetje te maken.
Als we van de camping af komen is aan de overkant een grote supermarkt.
Outfitters genaamd. Even kijken want we kunnen nog wel wat boodschappen
gebruiken. Het is een kleinere winkel dan wat we gewend zijn zoals de Wallmarkt
maar ze hebben genoeg. Bepakt en bezakt komen we terug in de camper. Het is al
donker en we gaan met ons blog bezig en dan nog even lezen. Voor dat je het
weet is het al weer laat en we zoeken ons bed op. Morgen weer een nieuwe dag,
naar het uiterste puntje van de USA. Vandaag niet zoveel gereden 88 mile = 140
km.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten