vrijdag 22 augustus 2014

Quinalt - Forks



17 juli 2013,

Mos slierten en mosselen.


Het Nationale park waar we nu zijn heet Olympic National Park. Er zijn verschillende gedeelten, Quinault Rain Forest, Hoh Rain Forest, Sol Duc, Elwha, Hurricane Ridge, Deer Park, Dosewallips en Staircase. De laatste 3 zijn niet zo bekend en liggen in het oosten. Ook langs de kust liggen een paar mooie gedeelten zoals, Kalaloch, Mora en Ozette.

The Quinault Rain Forest is het gebied waar we afgelopen nacht hebben gestaan. In dit gebied liggen ook Lake Quinault en de Quinault River.
Lake Quinault ligt in de Quinault Valley, een dal welke uitgeslepen is door ijs. De vallei wordt ook wel "Vallei van de Rain Forest Giants" genoemd dit vanwege een aantal grote boomsoorten in dit gebied. De grootste exemplaren van Western Red Cedar, Sitka, Western Hemlock , Alaska Cedar Mountain en Hemlock zijn hier te vinden, evenals vijf van de tien grootste Douglas-sparren. Er wordt verondersteld dat in dit gebied het grootste aantal record houdende reusachtige boomsoorten staan op het kleinste oppervlak in de wereld. Lake Quinault maakt onderdeel uit van de Quinaultrivier. Deze 117 kilometer lange rivier begint in Olympic National Park en stroomt bij Taholah de Stille Oceaan in. De omgeving van het meer kent een zeer nat klimaat en in de directe omgeving liggen gematigde regenwouden. De gemiddelde temperaturen liggen op een vergelijkbaar niveau met Amsterdam. Het meer ligt langs de U.S. Route 101. Rondom het meer ligt een weg. Deze is alleen op het laatste stuk nog te rijden met een 4x4. Langs het meer liggen diverse wandelpaden, vooral in het zuiden liggen een aantal kortere routes. Verder naar het oosten, meer naar het centrum van Olympic National Park, zijn ook langere routes. De zuidelijke kant van het meer is de thuisbasis van de historische Lake Quinault Lodge en de Rain Forest Resort Village. De noordkant van het meer wordt voornamelijk begrensd door woningen en enkele kleine resorts gelegen in Olympic National Park .

map area around Quinault
Om Quinault Lake lopen twee wegen, respectievelijk de South Shore Road en de North Shore Road. De South Shore Road wordt ook wel de Graves Creek Road genoemd en is 30 km. lang.
hiking map South Shore Quinault
Aan het begin van deze weg staan veel vakantie woningen, campings, lodges etc. Ook is er een ranger station waar je informatie kunt krijgen. Langs de weg beginnen ook een aantal trails, de zo genoemde South Shore Trails. De eerste is de Rain Forest Nature Trail, een korte loop van 0.5 mile. Langs de trail staan allemaal informatie borden over het gebied, verschillende soorten bomen, planten en dieren.
Halverwege is er een afslag die aansluit op andere trails. Na 1,1 mile gaat er één afslag naar de Big Cedar Trail. Om bij de Big Cedar te komen is een redelijk zware tocht van 3,4 mile heen en terug. Bijna op het eind moet je een riviertje over steken. Bij hoogwater kan dat gevaarlijk zijn. De andere afslag gaat naar Cedar Bog. Deze wandeling gaat, door een nat gebied, soms over houten vlonders, met verschillende soorten naaldbomen. De 1,7 mile lange trail gaat over in de Falls Creek Loop. Het ene stuk is 0,6 mile en het andere stuk 1 mile. Beide eindigen op de South Shore Road. Je loopt langs een riviertje en komt langs een waterval, de Willaby Creek Fallswaterval. Tijdens de wandeling krijg je een goede indruk van het regenwoud rondom Quinalt. Halverwege de Falls Creek Loop is een afslag naar de Trails of the Giants. Hier staan een aantal reuzen Douglas sparren. Ook langs dit pad is een waterval, de Cotton Creek Falls. Het zijn geen spectaculaire watervallen maar door al het groen zijn ze heel verassend en idyllisch.

Verderop is de Colonel Bob Trail, een 14 mile lange zware roundtrip. Het laatste stuk gaat naar de top van de 4.492 feet hoge Colonel Bob Peak. Onderweg loop je door een bos met allerlei soorten sparren. Verder richting Upper Quinalt Bridge kom je langs de Merriman Falls. Het is een goed bereikbare, ongeveer 13 meter hoge, waterval.
Als je nog verder gaat is de weg onverhard. Met campers mag je hier niet komen. De smalle weg gaat dus als onverharde weg verder en alleen het laatste gedeelte ervan loopt door het Nationale Park.
Op het eind van de onverharde weg is een primitieve camping, Graves Creek Campground. De camping ligt in een bosrijke omgeving aan de oever van de East Fork Quinault River. Hier beginnen ook een aantal trails zoals die via de Pony Bridge naar Enchanted Valley. Bij de camping begint ook een korte wandeling, een loop van 1600 m. Deze wordt Graves Creek Nature Trail maar ook Cascading Terraces Trail genoemd.


Afgelopen nacht stonden we op een simpele camping. Er was plaats genoeg maar misschien kwam dat ook wel door de muggen. Je hoefde maar net je camper uit te zijn of ze hadden je te pakken. Dus ook ontbijten buiten zat er niet in. Trouwens voor de verandering is het vandaag niet zonnig. Bewolkt, beetje nevelig maar wel droog. Onderweg hebben we veel grote campers gezien en hier stond nu eens een kleintje.
Als we de een tocht willen maken komen we er langs. De caravan is helemaal beschilderd met van alles en nog wat. Nieuwsgierig als we zijn; even kijken. Er staat een oldtimer op geschilderd met daarin 2 mensen.
Als Nanda staat te kijken schrikt ze van de claxon van een oude auto. Blijkt dat de eigenaar van de camping ons in de gaten heeft en vanuit de caravan op een knop drukt wat resulteert in het geluid van een oldtimer. Even later komt hij naar buiten met zijn vrouw. Even praten. Hij heeft de caravan helemaal zelf beschilderd. Op de achterkant allemaal vliegtuigen, wel meer dan 25. Sommigen zo klein als een mug. Ook Snoopy maakt onderdeel uit van het geheel. Leuk allemaal. De man was vroeger conrector maar is nu met pensioen. Heeft tijdens zijn werk of uit frustratie zeker veel creatieve ervaring op gedaan. Na deze enerverende ervaring lopen we de camping af.

Al de trials die hier zijn kunnen we niet doen dus maken we een keuze. In de buurt van  onze camping begint World’s Largest Sitka Spruce Trail en omdat die vlakbij is doen we die maar eerst. Een tiental meters verder is de trail naar de boom. Het is er vochtig en we denken dat het pad in het voorjaar en najaar niet begaanbaar is. Overal om ons heen is het groen, echt een beetje oerwoud. Op een boomtak zit een specht rustig te timmeren, voor hem/haar geen bouwvak. Te druk om ons op te merken en we kunnen een mooie foto van het diertje maken. Na 10 minuten komen we bij een bruggetje. Aan de overkant staat de gigant, the World Largest Spruce Tree.

De sitkaspar (Picea sitchensis) of Sitka Spruce is de meest voorkomende boom in Olympic NP. Een volgroeide boom is zo dik dat acht volwassenen met uitgestrekte armen elkaar net kunnen raken als ze om de boom staan. De sitkaspar (Picea sitchensis) is een boom uit de groenblijvende sparren familie. De plant komt van nature voor in de kuststreken van westelijk Noord-Amerika, van Alaska tot Noord-Californië. In de regel komt de sitkaspar niet verder dan 60 km uit de kust voor. Tegenwoordig wordt deze snelgroeiende spar veel aangeplant in Noord-, West- en Midden-Europa. In Amerika wordt de boom 90 tot 100 m hoog. Het is de derde langste naaldboom in Noord Amerika, na coast redwood en kust Douglas spar.  In Europa wordt deze soort niet hoger dan 40 tot 50 m. Sommige bomen kunnen op borsthoogte een stamdiameter bereiken van ruim 5 m. Onder de sparren wordt deze soort het grootst en is de vijfde grootste conifeer in de wereld, achter mammoetboom, kust redwood, kauri en western redcedar. De boom heeft zijn naam te danken aan de Sitka gemeenschap in Alaska, en wordt daarom ook wel Alaska ceder  genoemd. Sitkaspar is een langlevende boom. Er zijn exemplaren bekend die ouder zijn 700 jaar.
cone from Sitka Spruce
Omdat de boom onder gunstige omstandigheden zeer snel kan groeien kan aan de omvang en hoogte de leeftijd niet afgeleid worden. Deze sparren soort kan groeien in een extreem nat klimaat. De Sitka heeft een ondiep wortelstelsel, met lange zijwortels en weinig vertakkingen.  Door hun dunne schors en ondiep wortelstelsel zijn de bomen gevoelig voor bosbranden.

Het is een slanke kegelvormig boom met een zeer smalle spits. Bij oudere bomen gaan de takken hangen en wordt de kroon breder. Je herkent de Sitka Spruce aan zijn scherpe, zilvergroene naalden aan de bovenkant en twee blauwachtig witte strepen van huidmondjes aan de onderkant. In augustus krijgen de bomen de rijpe hangende lichtbruine kegels die 6 tot 10 cm lang zijn.
Sitka sparren is van groot belang in de bosbouw voor hout -en papierproductie . De soort wordt bijzonder gewaardeerd om zijn snelle groei op arme gronden en op plaatsen waar weinig andere bomen met succes kunnen worden geteeld. In ideale omstandigheden kunnen jonge bomen 1,5 m per jaar  groeien. In 1831 werd deze soort in Engeland en Ierland en in 1900 in Noorwegen geïntroduceerd. 
Giant Sitka
De Sitka is beter bestand tegen wind en zoute zeelucht en groeit sneller dan de inheemse fijnspar. Het hout is licht en wordt gebruikt voor allerlei doeleinden, bijvoorbeeld meubels, vloeren en kisten, rondhout voor zeilboten. Het hout wordt gebruikt voor zelfgebouwde vliegtuigen, omdat het goedkoop is en relatief sterk, vergeleken met het gewicht. De gebroeders Wright Flyer werd gebouwd met behulp van Sitka sparren. Ook wordt het hout gebruikt voor het bouwen van gitaren, bijvoorbeeld het bovenblad van akoestische gitaren. De grootste bomen werden al lang gekapt voordat er zorgvuldige metingen konden worden gemaakt. Omdat het gebied erg ontoegankelijk was zijn er een aantal grote exemplaren gespaard gebleven voor de houtkap. Bomen van meer dan 90 meter hoog zijn nog te vinden op Vancouver Island, Olympic National Park en in Prairie Creek Redwoods State Park. 
De jonge knoppen en uitlopers van twijgen werden gebruikt als smaakmaker voor bier of om er stroop van te maken. De schors van de wortels werden door de inheemse Alaska bewoners gebruikt om manden te weven. 

We hebben tijdens onze reis grotere gezien maar dat waren heel andere soorten. Dit is inderdaad een gigant. Bij de stam is de boom heel knoestig. Dikke wortels met bulten en bobbels. Mooi is anders. De bomen in Yosemite en de Redwoods vonden we mooier om te zien. Er staat ook een bord bij. Dit is de grootse sitka spar, wat volume betreft. De boom wordt geschat op 1000 jaar en heeft een hoogte van bijna 60 meter en een omtrek van 18 meter. We kunnen de boom niet eens in zijn geheel op te foto krijgen.
Als we terug willen gaan zien we dat we aan de achterkant van de camping zijn waar we staan, the Rain Forest Resort. Vanaf de camping hadden we ook gewoon naar de boom kunnen lopen. Maakt niet uit gaan we nu binnendoor en besluiten verder te gaan. In het bezoekers centrum lag een folder van de Kesner Homestead Trail. Die wandeling is aan de overzijde van het meer. De trail gaat langs een oude boerderij waar een familie uit Oostenrijk meer dan 100 jaar gewoond heeft. Die wordt in oude staat hersteld en dat willen we wel eens zien, dus op weg. De rit gaat over de 101 onder Lake Quinault door. Hier staan meer huizen en bedrijfjes. Niet echt bedrijvig en ook weer rommelig.
cones from Western Redcedar
Dan krijgen we de afslag de 17,5 mijl (28 kilometer) lange North Shore Road. Het is een smalle weg hier en daar staan vakantie huisjes. Kort na de ingang is een korte trail naar de grootste Western Redcedar van het park. De grootste ter wereld, ruim 50 meter hoog en met bijna een diameter van 6 meter. Bij ons is het een sierconifeer voor hagen en boom bekend als reuzenlevensboom (Thuja plicata). In Europa wordt deze soort ook gebruikt in tuinen en parken als beschutting. De boom heeft betekenis vanwege zijn hout in westelijk Noord-Amerika. Het is een snelle groeier en daarom ook geschikt voor hout productie. De kroon is smal kegelvormig met een spitse top en omhoog gebogen takken. Later wordt de boom breder. De boomschors is roodachtig bruin en vezelig. Met het ouder worden, wordt de schors grijsbruin en gaat een beetje loslaten. De reuzenlevensboom levert licht en duurzaam hout met bleekgeel spinthout en oranjebruin kernhout. Dit hout staat bekend onder de naam western red cedar. Het wordt gebruikt voor hekwerkjes, palen, schuttingen, etc. De inheemse bevolking gebruikte deze soort bomen voor allerlei dingen. Ze maakten er kano’s, totem palen en huizen van en van de bast en wortels maakten ze manden, touw, kleren en dekens. Vandaag zien we nog genoeg bomen dus slaan we deze maar over.
hiking map Maple Glade and Kestner Homestead
Na een kleine 6 mijl bereiken we het Quinault Ranger Station. Hier parkeren we de camper. Hier zijn 2 korte trails de Maple Glade en de Kesner Homestead. Hier maken we kennis met het regenwoud van Olypic National Park. 

Langs de Kestner Creek lopen we richting Kestner-Higley Homestead. In dit bos hangt aan elke boom een soort mos in lange slierten naar beneden. Op de stammen groeit ook mos, maar dan een wat dikkere soort (zou prima zijn voor bloemschikken). Het maakt een wat griezelige indruk, het is fijn dat het een beetje zonnig is anders zou je in spoken gaan geloven. De stam, de takken alles is bedekt met mos. Op de grond heel veel varens maar ook in het mos op de takken. We hebben het gevoel dat als we te lang stil blijven staan, we overwoekerd worden door de snelgroeiende mossen en varens.
 

De naam van de mos slierten die aan de takken van de bomen hangen is spikemoss ook wel Oregon spikemoss (Selaginella oregana). Over de hele wereld zijn  wel 700 soorten Selaginella bekend. Het is inheems langs de Pacifische kust van westelijk Noord-Amerika. Het groeit in vochtige schaduwrijke bossen. Het is vaak epiphytic en is vergroeid aan de boomtakken. Het mos groeit aan alle bomen maar talrijker aan grootbladige esdoorns, zwarte populier en rode els  maar wij zien het ook aan sparrenbomen hangen. Als de groeiomstandigheden gunstig zijn groeit het ook op de grond, als vloerkleden. 
Het mos heeft kruipende of hangende stengels die wel 60 centimeter lang kunnen worden. De slierten gaan krullen als ze droog worden. Het is heel bijzonder hier te lopen en het geeft een heel vreemd gevoel, beetje unheimisch en buitenaards. Net of loop je op een andere planeet. Gelukkig valt het mee want al is alles om ons heen groen, groene mannetjes hebben we nog niet gezien. Kan ook zijn dat we deze door al het groen niet zien. Nanda heeft hier geen lekker gevoel, beetje te veel spooky daarom maar snel door naar Kesner Homestead. Op het eind is een brug en in de verte zien we de gebouwen.    
                
 

















Als we de brug overlopen staan aan de overkant twee deers te grazen, een jonge bok en geit. Helemaal niet bang, ze zien ons wel maar eten rustig door. Het is prachtig om hier naar te kijken, mooie dieren. Het is vooral zo mooi omdat je er zo dicht bij kan komen en je ze in hun natuurlijke omgeving ziet. Bij ons in Nederland zie je ze alleen maar in een flits en weg zijn ze.
 

Kestner Homestead
map Kestner Homestead
Verderop staan wat gebouwen, schuren en loodsen. Ze zijn druk bezig deze te restaureren. Omstreeks 1800 kwamen veel pioniers, of ook wel homesteaders genoemd, naar dit gebied. Ze konden aanspraak maken op 160 acres land. De voorwaarde was dat ze dan binnen 5 jaar 50% van de oppervlakte in cultuur hadden gebracht. In dit gebied was dat bijna onmogelijk. Overal bos, veel grote bomen en hele natte winters. Twee families lukte het wel, de Higleys en Kestners. Anton Kestner kwamen hier in 1889 en eiste het land op onder de federale Homestead Act. In 1891 kwam ook zijn vrouw met 7 kinderen over. Ze woonden hier vele jaren. Kestner kwam uit Oostenrijk en was daar bosarbeider en meubelmaker. De meubels in zijn huis hier maakte hij van esdoornhout. Het huis en de schuren van redceder en sitkahout. 
Hij legde akkers, boomgaarden, weilanden aan en had kippen, varkens, paarden en koeien. De kinderen hadden som een deer als huisdier. Ze hielden het hier vol tot 1946. Toen verkochten zij het aan de Higleys. Deze familie verkocht het land in 1987 aan het Olympic National Park. Nu is het een historisch gebied. Bij de trail is ook een brochure. Hierin beschrijft 1 van de dochters haar belevenissen van het leven in een Rainforest. Het was geen gemakkelijke jeugd, hard werken maar met elkaar ook veel plezier. Ze schrijft dat ze nu, als grootmoeder, met veel plezier terug denkt aan de tijd dat ze daar woonde met haar ouders, broes, zussen en vrienden. De liefde die hun bij elkaar hield ondanks de zonnige en druilerige dagen.

Over het pad lopen we naar de gebouwen. Ze zijn druk bezig met het herstelwerk aan de woning. In het achterhuis kunnen we even kijken maar veel is er niet te zien. Voor dat dit allemaal gerestaureerd is zijn ze wel een aantal jaren verder.
 















Hier en daar staat en ligt nog wat oud gereedschap en machines. Een oude vrachtauto waar een boompje nu als chauffeur fungeert. Verderop nog een maaimachine die voortgetrokken werd door paarden. Zo’n maaimachine hebben wij vroeger ook nog gehad. Verder staan er nog en paar oude schuren. Hier moeten ze niet te lang mee wachten deze te herstellen. Maar niet tegenaan leunen want voor dat je het weet zakt de hele boel in. We hebben het wel gezien en gaan door. Het rondje gaat verder richting Maple Glade Loop Trail. Hier weer grote bomen, met o.a. esdoorns (Maple Leafs waaraan de trail zijn naam dankt) die weer behangen zijn met slierten mos. Dit stuk is wat opener dan het eerste gedeelte en daardoor ook wat minder spookachtig. Het pad is goed begaanbaar.
Kestner Homestead Trail

Via een grote bocht komen we weer bij het ranger station en onze camper. Was een leuke ervaring. We gaan weer terug richting de 101. Op een parkeerplaats stoppen we nog even en lopen naar Lake Quinault. Langs de oever ligt het bezaaid met boomstammen. De lucht trekt wat dicht, tenminste er komt meer bewolking. Ook hier weer hele grote sparren. Als de camper er naast staat is duidelijk te zien dat het reusachtige bomen zijn.

Het is tijd voor een bakje onder het drinken daarvan genieten we van de omgeving. Het is hier heel rustig en tot nog toe hebben we maar heel weinig andere mensen gezien. We waren trouwens ook vroeg. Het ranger station was nog niet eens open. 


map Beach 1 to Ruby Beach


Het meest populaire stuk van de kuststrook is vanaf  South Beach t/m Ruby Beach. Ons plan is Beach nr. 4 te bezoeken, dat moet heel mooi zijn. Ze hebben hier zoveel stranden dat ze genummerd worden. Over de 101 gaan we richting Queets. De omgeving is niet echt bijzonder, bomen, bomen en nog eens bomen.
De kuststrook behoort tot het Nationale Park en is 57 mile lang. De omgeving ziet er nog net zo uit als duizenden jaren geleden, al hebben wind en water wel de kust veranderd. Op sommige stukken strand kun je tijdens laagwater lopen en prachtige getijdenpoelen bekijken. In die poelen vindt je een rijke variatie aan planten- en zeedieren. Bijvoorbeeld sponzen, zee-anemonen, krabben, algen en diverse soorten gras. We hebben gelezen dat je soms ook de two spot octopus, van ongeveer 30 cm, hier soms tegen kunt komen. Langs de kust zie je soms ook allerlei soorten vogels zoals, aalscholvers, pelikanen, alken, papegaaiduikers, zeemeeuwen, scholeksters, en soms de bald eagle. Ook zoogdieren kun je langs de kust tegenkomen zoals otters, zeeleeuwen en soms wasberen. Op sommige plekken staan rotsen in zee of op het strand, die worden sea stacks genoemd. Dit zijn geërodeerde gedeeltes van rotsen die vroeger langs de kust stonden. Sommige stranden liggen bezaaid met grote boomstammen. We zijn heel benieuwd wat we tegen komen.
Na het plaatsje Queets is South Beach het eerste strand waar we langs rijden. Aan weerskanten van de weg veel bomen, dennen en sparren. Soms zien we een glimp van de Pacific. Het volgende strand is Beach 1 en 2 en een stukje verder is het Kalaloch Information Station. Op weg naar Beach 3 komen we nog langs Kalaloch Lodge, en twee campings. Via paden kunnen we bij de aangegeven stranden komen. Elk strand heeft zijn eigen karakter. Als we de afslag naar Beach 4 zien slaan we af. Hier moeten ook getijden poelen zijn. We hebben de getijdenkaart niet gecheckt en gokken het er maar op. Het is een beetje vreemd. We moeten eerst door een stuk bos lopen voordat we bij het strand kunnen komen.
 

burls on Sitka Spruce


Trouwens hele gekke bomen. Op de stammen en takken zitten gigantische dikke bulten. Sommige Sitka sparren ontwikkelen soms tumoren, ook wel burls genoemd. Schade aan de punt of de kiem van een Sitkaspar zorgt ervoor dat de groei van cellen zich sneller delen dan normaal. Door die snellere celdeling worden er zwellingen of burls gevormd. Hoewel je het niet zou denken hebben deze vreemde vergroeiingen geen invloed op de totale groei van de boom. Wel een heel apart gezicht deze bulten, knoesten en gezwellen op de stam en takken.
 


Het vreemde van dit strand is dat de bomen recht achter het strand staan. We moeten echt door een bepaalde ingang anders komen we niet bij de zee. Niet veel later zijn we bij het stand en we lopen lekker langs de branding. Mooi donker zand en veel kiezelstenen. Langs de vloedlijn zien we heel veel aangespoeld hout liggen.
Door beweging van de aarde schuiven verschillende aardschollen over elkaar heen. De Juan de Fuca Ocean Plate schuift onder de North American Continental Plate. Door de druk wordt de North America Plate omhoog gedrukt. Hierdoor zijn ook de Cascade Range, met de bergen en vulkanen zoals Mt. Hood, Rainier, St. Helens en etc. ontstaan.
Als gevolg van de druk van de schuivende platen ontstaan er ook aardbevingen, vooral langs de Cascadia Subduction Zone. Het opdrukken van de kust kunnen wij ook zien.
Als we het strand op komen zien we rotsen in een vreemde schuine hoek omhoog staan. Er staat een bord bij waar ze het de Tilting Coast of vertaald gekantelde kust noemen. De jongere lagen zijn onder de oudere steen geschoven. De schuin omhoog staande rosten zijn sedimentlagen die in het verleden in het diepe oceaan bekken, in het westen, zijn gevormd. Door de continentale beweging is dit alles de laatste 15 miljoen jaar verschoven. Door de verschuiving van de continentale platen wordt dit nu schuin omhoog gedrukt.
Hier en daar liggen rost partijen en staan rotsen in zee, de zo genaamde sea stacks. De kuststrook lag in het verleden veel verder in zee. Toen het zeewater hoger kwam te staan beukten de golven op de rotsen. Hierdoor ontstonden scheuren en holtes in de rotswand. Door de golven werden die steeds groter waardoor de rotswand op het laatst instortte. Wat overbleef was een rotspartij die soms los in het water kwam te staan. Dat noemen ze een sea stack.
Langs de rand van het water zijn allemaal rotsen. Hoge maar ook lage waar het zeewater bij eb en vloed overheen stroomt. Tussen deze rotsen blijft het water soms in poelen staan, die noemt men tide pools=getijden poelen. Deze poelen ondergaan extreme omstandigheden, harde wind, zware golfslag, kou, uitdroging etc. Er zijn maar weinig dieren en planten die onder zulke barre omstandigheden kunnen leven.

Op de grens waar stukken droog komen te vallen en dus periodiek blootgesteld worden aan zon, wind en uitdroging moeten planten en dieren zich aanpassen aan vochtverlies. Schelpen zoals mosselen, zeepokken etc. kunnen, om uitdroging te voorkomen, zich sluiten. Bij vloed komen ze weer onder water te staan en kunnen ze, na het openen, voedsel uit het water filteren. In deze gebieden vind je zeewier en ongewervelde dieren, zoals zeeanemonen, zeesterren, krabben, groene algen en mosselen. De dieren die hier leven moeten voortdurend anticiperen op veranderende omgeving, schommelingen in water temperatuur, zout- en zuurstof gehalte. De gevaren van golven, sterke stromingen, en roofdieren.
Golven kunnen schelpen weer de zee in trekken. Ook kunnen zeeschelpen ten prooi vallen aan meeuwen, zeesterren en zee egels. Ook zwarte beren genieten soms van een feestmaal als het eb is.

 


 


De tide pools zijn inderdaad prachtig. Onderweg hebben we al meer gezien maar deze zijn toch wel bijzonder. Veel meer soorten en kleuren dan elders. Elke poel is net weer een beetje anders dan de andere. Op de rotsen mosselen, zee pokken, wier en algen. Zee sterren in verschillende kleuren, rose, paars en oranje. Op het droge zijn ze veel minder mooi dan als ze nog onder water zitten. Dat betreft in het bijzonder de zeeanemonen. Onder water zijn ze prachtig om te zien. Vooral als ze helemaal open staan. Op het droge lijkt het net of zijn ze verschrompeld en lijkt het een grote hoop snot.

Het prachtig deze getijde poelen één voor één na te lopen. Elke keer is het weer verrassing wat je te zien krijgt. Wat ons wel op valt is dat we weinig krabben of andere dieren zien. Na een poosje gaan we verder lopen nog even langs het strand en gaan dan terug. Als we van het strand naar het parkeer terrein willen lopen zien we hele vreemde rotsen liggen. Op regelmatige afstand zitten daar gaten in. In de gaten zitten nog stukken schelp.
Piddock holes
 
section Piddock


















Op een bord lezen we dat het dat het gaten zijn van Piddock Clams. Een schelpdier dat ook wel boormossel wordt genoemd. Schelpdieren op de rotsen langs de kust hebben het moeilijk. Door de beukende golven hebben ze het moeilijk zich te vestigen. Om een veilige plek te creëren draaien ze een holte in een harde ondergrond. Net als veel andere zeedieren begint de Piddock Clam als een larve, overgeleverd aan de stromingen van de oceaan. Al zwevend zoeken ze een plaats om zich te vestigen. Door het water te proeven en te ruiken vinden ze plekken waar ook al andere boormossels zitten. Als ze een geschikte ondergrondvinden zetten zij zich, met hun brede voet, vast. Dit doen ze dus vaak in groepen met soortgenoten. De schelp heeft ribbels, een soort tanden. Door een draaiende beweging boren ze zich in de ondergrond.
Ze boren zich steeds dieper in de ondergrond waar ze dan veilig zitten voor ongunstige omstandigheden en roofdieren.
Ze zitten vaak diep in een rots en kunnen zich niet verplaatsen dus ook niet om te eten. Piddock mosselen hebben twee sifons, buisjes. Om te eten pompt de mossel met het ene buisje water naar binnen, filtert het voedsel er uit en pompt het water via het andere buisje weer naar buiten. Deze mossel soort kan wel 8 jaar oud worden. Als ze dood gaan blijft de lege holte achter en dat zien we nu dus. Krabben, kreeften, zeeanemonen en andere zeedieren gebruiken deze holtes weer.
Ruby Beach
Bij de camper aangekomen vervolgen we de kustweg en komen bij Ruby’s Beach uit. Ook een bekend strand. De camper parkeren en weer op weg. Beneden ons zien we het strand. Het is een beetje nevelig en dat is jammer maar we hebben niets te klagen. De afgelopen weken hebben we alleen maar mooi weer gehad. Door de bomen is een pad naar benden gemaakt en kom je op het strand. Om bij het strand te komen moeten we over aangespoelde boomstammen stappen en soms klimmen. Het is hier veel drukker dan op het vorige strand. Allemaal genieten ze van de omgeving en het strand. Er zijn er ook die mosselen zoeken. In de getijdenpoeltjes zijn ze te vinden evenals de prachtige zeesterren en zeeanemonen.
 

 

Achter het strand ligt een soort meertje. De oceaan heeft een zandwal opgeworpen en het water uit een riviertje blijft hier achter staan. Onder het grove zand zien we het water toch naar zee stromen. Hier en daar staan sea stacks op het strand. We lopen er naar toe en het is eb zodat we er om heen kunnen lopen. In de verte is een grote rotspartij. Bovenop groeien bomen en struiken en we verbazen ons dat die daar kunnen groeien. De vloed komt op en we kunnen niet overal meer komen. Hoe verder we lopen hoe rustiger het wordt. Hier kunnen we wel een hele poos blijven; de zee is altijd mooi, en als je weet dat je aan de rand van de Stille Oceaan staat is dat wel heel bijzonder. Toch gaan we weer verder. Richting het Olympic National Park.
Ruby Beach

 

 

De kust langs Olympic National Park kun je grof weg in 3 tot 4 gedeelten verdelen. Het eerste zuidelijke gedeelte hebben we nu gehad. Het gedeelte boven Ruby Beach is niet zo toegankelijk en goed bereikbaar. Het middelste gedeelte van de Olympic Wilderness is bereikbaar via de US-110, ook wel de La Push Road genaamd. Deze 14 mijl lange weg  begint 2 mijl ten noorden van Forks. De weg splitst zich in een zijweg die  Mora Road wordt genoemd. Deze weg komt net boven La Push uit bij Rialto Beach. Vanaf de stranden is soms de walvis trek te zien, vooral van maart tot april en in oktober.  
map Mora area

Vanaf de La Push Road beginnen een paar trails. De Third Beach Trail heeft een lengte van 4,5 kilometer (heen en terug). Het pad gaat naar een zandstrand met de naam Third Beach. Het pad sluit aan op de lange South Coast Beach Travelway, een 25 km lange trail  enkele afstand. Even verderop begint de Second Beach Trail met een lengte van 2,6 km. heen en terug. Het pad gaat naar zandstrand met getijdepoelen en sea stacks. De Mora Road gaat naar de Rialto Beach. Daar is ook de Rialto Beach Trail een zeer korte trail naar het strand. Het is een van de drukst bezochte stranden van het Olympic Park. Het strand begint bij de monding van Quillayute River en strekt zich 4 mijl uit. In dit gebied zie je  veel sea stacks en tide pools. Een van de bekendste sea stacks is de massieve Cake Rock. De sea stack zie je vanuit de oceaan omhoog steken. Je kunt ook verder naar Hole-in-the Wall, een 9 km. lange trail (heen en terug). Op het eind is een tunnel die door de golven  uitgesleten is in een rots.
map Westcoast Washinton from Ruby Beach to Shi Shi Beach
Vervolgens kun je weer terug naar de 101 kun je naar het noordelijke kuststrook. Vanuit Forks ga je 13 mijl naar het noordoosten tot het plaatsje Sappho. Dan ga je over op de US-113 en later de 112 in noordelijke richting. Via de plaatsen Clallam Bay en Sekiu, en via de Hoko-Ozette Road ga je weer terug het park in. Op het eind ligt Lake Ozette. Dit 31,5 vierkante meter grote meer werd door de oorspronkelijke bewoners, de Makah Indianen, Lake of the Sun genoemd. In 1864 arriveerde de eerste blanke en 30 jaar later vestigden Scandinavische settlers zich hier.
area around Ozatte Lake
Aan de noordzijde van het meer ligt het plaatsje Ozette met een Ranger Station en camping Vanaf het Ranger Station kan je via twee verschillende paden naar het strand lopen. Beide paden worden goed onderhouden, en bestaan grotendeels uit zogenaamde boardwalks (houten paden). Je loopt hier door open gebieden, maar ook door coastal forests. Het pad van het Ranger Station tot aan Cape Alava is ruim 5 kilometer lang, het pad van het Ranger Station tot aan Sand Beach is iets minder dan 5 kilometer lang. Via het strand kan je van Cape Alava naar Sand Beach lopen, de afstand tussen deze twee punten bedraagt 5 kilometer. Een complete loop via beide paden is dus in totaal 15 kilometer lang. Tijdens het hoogtij kan je niet over het strand, maar moet je gebruik maken van paden in de zogenaamde ‘headlands'. Cape Alava is het meest westelijk gelegen punt van de 48 aaneengesloten staten van de USA; je hebt kans hier arenden te zien.
map area near Hoh Rain Forest Visitor Center
Vanaf Ruby Beach gaat de 101 weer land inwaarts. We rijden langs de Hoh River maar daar krijgen we niet veel van te zien. Ook niet als we de rivier oversteken of we hebben het gemist. Over de Hoh Rain Forest hebben we veel gelezen en het leek ons leuk dit gebied ook eens te bekijken. Vooral de wandeling van de Hall of Mosses Trail. Dus op weg verder over de State Highway 101 tot we de afslag zien naar de Upper Hoh Road. Als we een bordje zien dat we nog 19 mile moeten rijden naar het bezoekers centrum haken we af. We hebben even last van boomfobie kunnen geen boom meer zien. Ons hoofd zit vol, vooral met bomen en bos. Dus nu even niet ….. We proberen te draaien maar er is nergens geen plek waar dat kan. Uiteindelijk vinden we een plekje waar we kunnen keren en gaan terug. De Hoh Rain Forest moet het maar zonder ons doen. Toch maar even beschrijven wat we hebben gemist.


map Olympic NP
Het Hoh Rain Forest ligt op het Olympic Peninsula, het schiereiland van de staat Washington. Dit gebied herbergt een van de weinige gebieden in de wereld met gematigde regenwouden. In het gebied valt gemiddeld zo’n 5 meter neerslag per jaar. Het woud ligt in het Olympic National Park en geniet daarmee bescherming. Het gebied heeft faciliteiten voor bezoekers en wordt om zijn bijzonderheid daarom ook veel bezocht. “Hoh” is een oud Indiaans woord dat “snel stromend water” betekent.
Het Hoh-regenwoud ligt over een lengte van 24 kilometer langs de Hoh-rivier. De Hoh River Valley strekt zich uit van de voet van Mount Olympus tot aan de Stille Oceaan. De vallei waardoor de Hoh stroomt, is gevormd door een gletsjer die de vallei heeft uitgeschuurd. De Hoh heeft een lengte van circa 80 kilometer en begint op een hoogte van ongeveer 2.100 meter in het Olympic National Park.

De Hoh River is een glaciale rivier die gevoed wordt door de gletsjers op de berg Olympus, zoals de Blauwe gletsjer. De gletsjers vermalen gesteente tot een fijn glaciaal meel waardoor het water in de Hoh River in een melkachtige lei blauwe kleur verandert. De rivier meandert door de vallei en heeft heel veel zijrivieren. De vallei van de rivier is over het algemeen breed en relatief vlak.

Tussen het park en de Grote Oceaan is een groot deel van het woud verdwenen als gevolg van houtkap. De meest voorkomende bomen in dit woud zijn de sitkaspar en de westelijke hemlockspar (Tsuga heterophylla). Andere bomen in het woud zijn de douglasspar (Pseudotsuga menziesii), reuzenlevensboom (Thuja plicata), bigleaf maple (Acer macrophyllum), esdoorn (Acer circinatum).

map trails near Hoh Rain Forest Visitor Center
Bij het National Park Service ranger station starten een aantal wandelroutes door het bos en het Olympic National Park. De meest bekende route is de zogenaamde Hall of Mosses Trail. Deze route van ongeveer 1,3 kilometer geeft de bezoeker een goed beeld van het regenwoud. Langs het bijna tweemaal langere Spruce Nature Trail staan diverse bordjes met informatie over de bomen, varens en mossen. Verder zijn er veel bijzondere korstmossen die goed gedijen in het vochtige en koele klimaat en onder de oude bomen. Deze korstmossen worden weer veel gegeten door herten, elanden en andere dieren. Door de dikke vegetatie is het ook een prima plek voor de dieren.
Behalve een groot aantal zoogdieren en vogels komen in de regenwouden ook veel insecten, reptielen en amfibieën voor. Zoals de Pacific boomkikker, noordelijk gevlekte uil, bobcat, poema, wasbeer Olympic zwarte beer, Roosevelt elk en black-tailed deer. Het is ook het gebied van de banana slug (banaan slak). Het is een grote naakt slak, banaangeel van kleur en vandaar ook zijn naam. Helaas wordt deze soort bedreigt door de Europese exoot, de grote zwarte slak. In de Hoh River leven een breed scala aan zalmachtigen zoals chinook- en cohozalm en de steelhead- en cutthroat forel. Verder leven er kleinere aantallen chum- en sockeyezalm. De Hoh River visserij wordt beheerd door de Hoh stam in samenwerking met de Washington ministerie van Visserij.

De vroegste gedocumenteerde ontmoeting tussen Europeanen en de Hoh mensen vond plaats in 1787. Een Britse bonthandelaar Charles William Barkley stuurde een boot de rivier op om met de Hoh te handelen. Volgens Europese geschiedenis werden 6 mannen door de Hoh stam gedood. Het incident leidde tot de naamgeving van Destruction Island. Barkley noemde de rivier Destruction rivier. De Hoh mensen ontkennen het verhaal en zeggen dat ze nooit schipbreukelingen en zeilers hebben vermoord.

In de jaren 1850 begon gouverneur Isaac Stevens onderhandelingen met de stammen van de Olympic Peninsula. Het doel was het verkrijgen van landsessies en het creëren van Indiaanse reservaten. In 1855 werd een verdrag ondertekend door vertegenwoordigers van de Quinault, Queets, Quileute en Hoh. In het verdrag stond de overdracht van het Olympic Peninsula naar de Amerikaanse federale overheid met een nader te bepalen indianen reservaat. De Quinault Indian Reservation werd opgericht en de stammen werden geacht om daarheen te verhuizen. De Hoh weigerden echter. De Hoh gaven aan dat niet afgesproken was om hun land af te staan. Het ondertekende verdrag werd aan hen uitgelegd als zijnde een overeenkomst over vrede met Amerikaanse burgers en waardoor ze hun grondgebied konden en mochten gebruiken. In 1893 tekende President Grover Cleveland de oprichting van het Hoh Reservaat aan de zuidkant van de monding van de rivier de Hoh.
map Quinault Indian Reservation
map Indian Reservations in the State Washington


Pioniers wensten zich te vestigen zich in de Hoh River vallei en werden geconfronteerd met talrijke uitdagingen. Dichte bossen met enorme bomen, grootschalige overstromingen, geïsoleerde ligging, gevaarlijke rivier en een enorm vochtig klimaat. Er was daar niet te leven en na verloop van tijd vertrokken de bewoners.

Map hiking trails near Hoh Rain Forest Visitor Center
De Hoh Rain Forest is een heel bijzonder gebied door het natte klimaat, gematigde temperaturen en veel mist in de zomer. Vrijwel elke stukje bodem is bedekt door levende planten. Sommige planten leven zelfs op de andere, epiphyten. Ze leven niet op de grond maar op andere planten maar parasiteren die niet. Deze vreemde groei is mede verantwoordelijk voor het jungle-achtige uiterlijk van het regenwoud. Omdat het woud zo dicht is, is het voor jonge planten moeilijk om te ontkiemen. Door het gunstige klimaat kunnen veel zaden daardoor ontkiemen op omgevallen en rottende bomen. De wortels van deze nieuwe planten groeien door de rottende boomstam heen naar de bodem. Als de boomstam helemaal verrot is blijven de jonge bomen over . Deze staan dan in een rij op hun wortels. Het lijkt net of staan ze op stelten. Alleen het laatste gedeelte van de Hoh River Road ligt in Olympic National Park. Bijna aan het eind kom je langs de Rain Forest Monarch. Dit is een 82 meter hoge Sitka Spruce met een omtrek van 3,8 meter. De schatting is dat de  minstens 500 jaar oud is. Aan het eind van de weg ligt het Hoh Rain Forest Visitor Center. Hier beginnen een aantal korte wandelpaden waarbij je een goede indruk krijgt van het gebied.
Minitrail is een 0,25 mijl lange, vlakke en verharde lus door een stukje oud regenwoud. The Spruce Trail is een 1,2 mile lange populaire wandeling. Het verharde langs the Hoh River en onderweg zie je een aantal imposante Sitka Spruce Trees. Onderweg staan borden met tekst en uitleg over de ecologie van het regenwoud. Hall of Mosses Trail is 0.8 mile lang en zeer bekend. Het verharde pad komt gaat langs Big Leaf Maples, Sitka Spruce Trees en 300 jaar oude Cedar Trees. Onder weg zijn ook ‘nurse logs'. Dat zijn omgevallen bomen die dienen als gastheer voor nieuwe planten. South Snider is een 11.8 mile lange tocht met eerst een sterke stijging  tot 2700 feet en dan  een afdaling naar de rivier Bogachiel. Langs de rivier lopen kan gevaarlijk zijn na zware regenval en bij veel smeltwater. Voor ervaren wandelaars is de lange 17,3 mile lange (enkel) Hoh River Trail een bijzonder tocht. De trail gaat via Glacier Meadows richting Mount Olympus. Het is een zware tocht met een hoogteverschil van 3700 feet. Als je nog 700 feet extra klimt kom je bij de Blue Glacier. Voor deze tocht heb je een permit nodig. 
Op weg naar Forks, want daar willen we overnachten. We hebben geen camping gereserveerd en moeten maar afwachten of ergens plek is. Als we bijna bij Forks zijn zien we een bord van Forks Timber Museum. Even kijken: er is ook een info centrum bij. In het info centrum is het druk. Wat we al vaker hebben gezien is dat vrijwilligers het runnen. Een vriendelijke man op leeftijd staat iedereen te woord. Er is ook een standaard waar allemaal brochures in staan van de omgeving, even sneupen. Er staat een folder van campings tussen. In de buurt zijn er genoeg en ook eentje heel dicht bij, die proberen we het eerst.

Het museum geloven we wel, stelt niet zo veel voor. Hier een daar staan wat oude machines en apperaten. Forks is ook bekend om de verfilmimg van de boeken van de Twilight Zones. Het is een serie van fantasie/romantiek-romans, geschreven door Stephenie Meyer. De serie draait om Isabella "Bella" Swan, een tiener die na te zijn verhuisd naar Forks verliefd wordt op een vampier genaamd Edward Cullen.
Het vertelperspectief van de serie is voornamelijk Bella Swans perspectief, afgewisseld door Jacob Black. Het volgende geplande deel in de serie, Midnight Sun, zal een hervertelling zijn van het eerste deel, Twilight, maar dan vanuit Edward Cullens perspectief. De serie is een van de populairste series voor jonge lezers. Er zijn wereldwijd 25 miljoen exemplaren van verkocht. De boeken zijn vertaald in 37 talen. Je kan Twilight tours maken. In Forks staan verschilende gebouwen waar opnamen gemaakt zijn. Verder zijn er winkels waar allerlei spullen van de serie te koop zijn. Leuk…. maar het zegt ons niets.

Wij gaan richting camping die maar een klein stukje verderop is. Het is de Forks 101 RV Park, 901 South Forks Avenue, Forks, WA 98331. We melden ons bij de receptie. Plek zat en na de administratieve handelingen kunnen we ons plekje op zoeken. Installeren en dan heerlijk languit in de campingstoeltjes genieten met een glaasje en een boek. Aan het eind van de middag gaan we even douchen en dan eten. Het begint al te schemeren en we besluiten in de omgeving nog een wandelingetje te maken. Als we van de camping af komen is aan de overkant een grote supermarkt. Outfitters genaamd. Even kijken want we kunnen nog wel wat boodschappen gebruiken. Het is een kleinere winkel dan wat we gewend zijn zoals de Wallmarkt maar ze hebben genoeg. Bepakt en bezakt komen we terug in de camper. Het is al donker en we gaan met ons blog bezig en dan nog even lezen. Voor dat je het weet is het al weer laat en we zoeken ons bed op. Morgen weer een nieuwe dag, naar het uiterste puntje van de USA. Vandaag niet zoveel gereden 88 mile = 140 km.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten