donderdag 14 augustus 2014

Crater Lake – Bandon



2 Juli 2013,

Rondje Crater Lake.


Op het campingterrein van dit Nationale Park konden we dus een plaatsje krijgen. Prachtig mooi tussen de bomen. Maar bosbranden of niet, bijna iedereen stookt hier ’s avonds een fikkie. Bij elke plaats is een speciale ijzeren vuurbak gemaakt. En je mag geen hout uit het bos halen, nee je moet het kopen. Kosten: 8 dollar. Wij stoken ook wel, maar dan ’s winters in de kachel thuis. Op sommige plekken zijn dode bomen omgehaald en het hout ligt er nog. De camping gasten mogen dat wel gebruiken om te branden. Veel ligt er niet meer alleen nog wat grote stukken. Ja, wie neemt er op vakantie een kettingzaag mee? Nou de meesten gelukkig niet dus de grote stukken blijven wel liggen. Ook bij elke plaats staat een picknicktafel. Die bij ons staat vanmorgen vol in de zon, en dus ontbijten heerlijk in de eerste ochtendstralen. Dan heb je het ook wel gehad met deze camping. De toiletten zullen we maar niets over zeggen. Blij dat we een camper hebben. Het plan voor vandaag is om de rest van de route over de kraterrand te rijden. Gister hebben we een stukje gedaan, tot aan de wegversperring in verband met wegwerkzaamheden. Dat was pech hebben want Klaas had gedacht naar een speciaal gedeelte met versteende spitsen te gaan. Dat zouden we dan vandaag doen en dan via de East Rim Drive en bij North Entrance het park verlaten. Om daar nu te komen moeten we de andere kant om, via de West Rim Drive naar de East Rim Drive. Het is niet anders. Dus we gaan vanaf de andere kant beginnen maar dat is geen straf. Het is schitterend weer, helder en zonnig. Het hele rondje rondom de krater is 53 km. Bij de meeste uitkijk punten kijken we even. Het is een schitterend gezicht. De zon verlicht het blauwe meer heel mooi. Het is bladstil en zo helder, dat we de strepen in de lucht die door een vliegtuig gemaakt zijn, weerspiegelt zien in het meer. Het blauw van het meer is wel heel bijzonder. Wel vreemd is het dat er geen enkele eend of zo zwemt. Het is zo wie zo een wat onwezenlijk meer. Klaas rijdt want het is weer heel hoog en met steile hellingen. Als we om een bocht komen staat er naast de weg een wand van sneeuw. Heel apart. Er is al veel weggesmolten maar je kan wel zien dat hier een heel dik pak gelegen heeft. Blij dat we hier geen oprit hebben, je zal die maar sneeuwvrij moeten maken. Dan begonnen wij met onze winterslaap. In de verte zien we een grote bergen maar welke het zijn weten we niet zeker. Waarschijnlijk Cascade Mt en Mt. Baily.
 

Crater Lake from Cloudcap Overlook

Als we het rondje willen maken moeten we wel een beetje doorgaan. Bij North Junction gaan we richting East Rim Drive. Af en toe rijden we door bos en het volgende moment hebben we zicht over de hevels etc. De weg stijgt nog steeds. Bij Cleetwood Cove kun je de Cleetwood Cove Trail (3,5 km heen en terug) doen naar het meer doen. Wij rijden echter door naar Cloudcap Overlook. Dit uitzichtpunt, 2.427 meter hoog, ligt aan een zijweg van de Rim Drive. Het lijkt wel een privé plek voor ons. Als we daar komen zijn we de enigen. Maar was is dit mooi, wat een uitzicht. De lucht strakblauw en bijna geen rimpeltje in het water van Crater Lake. Wat een kleur, adembenemend. Veel over Crater Lake gelezen en veel foto’s’ van gezien maar als je het met eigen ogen ziet is het toch anders. Sinds we op weg zijn hebben we al veel mooie dingen gezien maar dit is wel heel bijzonder. De kraterwanden weerspiegelen in het water waardoor ze wel 2 keer zo hoog lijken. 



Aan de overkant zien we Wizerd Island liggen en dan te bedenken dat we daar gisteren stonden. Het is zo stil dat we de boot horen die naar Wizerd Island vaart. Het water is spiegel glad waardoor, ondanks de afstand, de boeggolf duidelijk te zien is. Er komen nu ook meer mensen genieten van dit geweldige uitzicht. Het is nog vroeg maar we besluiten hier maar even te blijven om, onder het genot van een bakje, te genieten van het uitzicht.

Dit is een schitterend uitkijk punt. Er staan hier dennen waarvan de takken door de wind één kant uit staan. Deze Whitebark Pines zijn de enige bomen die op deze hoogte onder deze barre omstandigheden kunnen groeien. Als we om ons heen kijken zien we meer planten groeien en bloeien. Ze zijn wel klein zal ook wel moeten als het hier zo veel waait en zo guur is. Aan andere kijkers vragen we even waar ze langs gereden zijn. We hebben het idee dat de weg weer open is en dat klopt. Dat had die parkwachter gisteren ook wel even kunnen  zeggen, dat de kans groot was dat de weg vandaag weer open zou zijn. Dat had ons veel reistijd gescheeld. Maakt niet uit we hebben vakantie en genieten.




The Old Man (Wikipedia)
Een heel apart verhaal is the Old Man in Crater Lake. Dat is een 30 voet ( 9 meter ) lange boomstomp, hoogstwaarschijnlijk van een den. Deze boomstam dobbert al meer dan 100 jaar in het kratermeer. De boom drijft rechtstandig in het water, een stuk van 120cm steekt boven het water uit.
Het uiteinde van de drijvende boom is versplinterd en versleten maar heeft nog genoeg drijfvermogen om het gewicht van een persoon te dragen. De boomstam wordt gevolgd tussen 1 juli en 30 september 1938. De stam is reislustig en soms met een verrassende snelheid. Gedurende de periode van waarneming in 1938 verplaatste the Old Man zich minstens over 62,1 mijl (99,9 km).
Aangezien de stam zich overal in het meer zich kan bevinden geven de schippers, in kader van de veiligheid van de boten, de positie van the Old Man aan elkaar door.

Nu we toch zover zijn kunnen we het rondje ook wel af gaan maken. Kunnen we ook nog naar de pinnacles dus weer op weg. Het zijn wel extra kilometers maar dan zien we sommige gedeelten gewoon extra goed. Klaas zal aanbieden om in het vervolg de wegwerkzaamheden te coördineren in ruil voor vakantiehuisvesting. Dat wordt hier meer gedaan. Misschien als we ooit eens met pensioen gaan? We zitten nu hoog en hebben een prachtig uitzicht over de omgeving. Omdat je hoog zit heb je een geweldig uitzicht over het Klamath Basin. Hier begint ook een trail naar Mt. Scott, de Mount Scott Trail van 8 mile heen en terug. Het is een pittige wandeling hebben we gelezen.

In de verte zien we Mount Scott. Dit is een smalle stratovulkaan op de zuidoostelijke flank van Crater Lake. Ze is ongeveer 420.000 jaar oud. De top is het hoogste punt van Crater Lake National Park.  Op de top staat een brandtoren, die bereikbaar is aan het einde van een zigzaggend pad dat de berg op gaat. De berg is vernoemd naar Levi Scott, een pionier in Oregon en de stichter van Scottsburg. Mount Scott barstte voor het eerst uit zo'n 420.000 jaar geleden en is een van de oudste vulkanen in het Mount Mazamacomplex. Het spuugde vooral andesiete lavas uit voordat hij in de late Pleistoceen uitdoofde. Omdat de berg relatief ver van de belangrijkste flanken van Mount Mazama gelegen was, overleefde de berg de enorme explosie van rond 5700 voor Christus. Op dit moment heeft de berg een hoogte van 2.721 meter, Mount Scott is daarmee het hoogste punt van Crater Lake National Park. Het merendeel van de lagere hellingen zijn bedekt met as, puimsteen en los grind.

Nu richting Phantom Ship Overlook. Op dit uitkijkpunt gaan we ook even kijken maar niet lang. Onze vriendjes zijn er weer, de vliegende bloedzuigers dus we geloven het wel en gaan snel weer verder.

Tegenover Phantom Ship Overlook is een afslag die naar de Pinnacles gaat. Over de 6 mile lange Pinnacles Road kom je langs de Plaikne Falls Trail en Lost Creek Campsite. Deze camping is alleen voor tenten. Aan het eind is een parkeerplaats. Deze is aan de rand van Wheeler Creek Canyon ook wel bekend als Pinnacle Valley. Bij de parkeerplaats heb je ook de Pinnacle Overlook. Vanaf dit punt heb je een mooi zicht over deze vreemde rotsformaties. Het wandelpad, The Pinnacle Trail, blijft dicht bij de rand en geeft uitzicht op deze geërodeerde rots formaties. Je ziet de formaties van boven. Aan de overkant, langs de Sand Creek, zijn nog meer van deze rots spitsen te zien. Het is maar een redelijk korte trail en al snel bereik je de grens van het park. Deze wordt gemarkeerd door een hek en de overblijfselen van een oud NPS welkomstbord.
Pinnacles zijn een groep van vulkanische torenspitsen van puimsteen in verschillende tinten van grijs en bruin. Ze zijn door erosie gevormd langs de zuidelijke rand van de steile canyon van Wheeler Creek, een zijrivier van de grotere Sand Creek. Sommige kegels zijn lang en sierlijk, tientallen meters hoog en heel geleidelijk taps toelopend tot een scherpe punt. Het zijn misschien wel de smalste geërodeerde spitsen in de USA. Na de uitbarsting van Mt. Manzama, 7700 jaar geleden, kwam de zeer hete as en puimsteen tot rust in de buurt van de vulkaan. De gloeiende lawines (400 C) vormden een 200 tot 300 voet (60 tot 90 m) dikke afzetting gevuld met gas.
Het hete gas verdween naar de oppervlakte door fumaroles (soort  schoorstenen). Het duurde jaren voordat alles afgekoeld was. Mineralen in de gassen, gecombineerd met extreme hitte, vormden slanke kegels die versteenden. Door erosie, wind, regen en de rivier the Wheeler Creek, verdween het meeste van de losse as en puimsteen om de fumarolen. Hierdoor kwamen de versteende pinakels, of fossiele fumarolen, vrij te staan. Veel van deze pinnacles zijn hol. Waar de pinnacles staan groeit niets. De bovenrand van de helling  en onder de pinacles is het weelderig groen. Op de strook waar de pinnacles zelf staan groeit niets. Daardoor is het contrast nog duidelijker.    
Pinnacles by Pinnacle Overlook
De rit naar de parkeerplaats van de Pinnacles is niet bijzonder. Je rijdt door een saai dennenbos. Op het eind kunnen we de camper mooi kwijt, plaats genoeg. We hebben geen idee hoeveel mensen hier dagelijks komen. Vandaag is het in ieder geval rustig maar misschien komt dat ook omdat het erg warm is. Gelukkig kunnen we wat in de schaduw blijven van de bomen. Bij het uitkijkpunt kijken we even over de rand en het inderdaad een vreemd gezicht. Een rij van rots spitsen, groot en klein, grijs en bruin van kleur. 
Lijkt net op een verzameling van katholieke kerktorenspitsen. Heel apart. We lopen de Pinnacle Trail en vanaf de bovenkant kun je het mooi zien. Aan de overkant zien we ook van deze pinnacles. Ze staan allemaal langs de bovenrand van deze vallei.
Op het eind zien we inderdaad het welkomstbord van het park. Het hangt er wat verloren bij. Vroeger zal hier wel een oude ingang zijn geweest. Met de camper weer terug over de saaie weg. Als we weer op de Rim Drive zijn gaan we richting Park Headquarters. Net voorbij Sun Notch kunnen we zien waarom de weg afgesloten is geweest. De bulten puin die van de berg afgegleden zijn, zijn nu in de berm geschoven. De weg afzetting is weg en we kunnen inderdaad door. 

Om bij de noordelijke uitgang te komen moeten we nog een keer het stuk rijden wat we vanochtend ook hebben gedaan. Bij Discovery Point stappen we nog een keer uit. Hier begint ook the Discovery Point Trail van 2 km enkel. Deze gaat langs de rand van Crater Lake, parallel aan de Rim Drive richting Rim Village Parking Area.
We moeten verder. Nog een laatste blik op Crater Lake. Het blijft indrukwekkend, het spiegelgladde meer en die intense blauwe kleur. We hebben er van genoten maar gaan nu echt verder. Via de noordelijke uitgang verlaten we het park. Nu we afdalen zal het wel warmer worden. De sneeuw is hier verdwenen. We dalen vlot en de weg is goed. We rijden over de Rogue Umpqua Scenic Byway. Het is middag geweest en we hebben trek. Tegenover Diamond Lake is een uitzichtpunt met een parkeer plaats. We stoppen even voor een broodje. Het is buiten in de zon te warm om te eten dus maar in de gekoelde camper. Vanaf de parkeerplaats heb je ook een mooi uitzicht op de omgeving. Aan beide kanten zien we grote bergen, of eigenlijk vulkanen, van de Cascade Range.
Mt. Thielsen
Mt. Baily
















 


Aan de ene kant zien we Mt Thielsen met zijn hele spitse punt en aan de andere kant Mt. Baily. Die heeft een hele grote geërodeerde krater. We kunnen er weer tegen. De weg is goed dus Nanda gaat nu een stuk rijden. Het schiet lekker op, veel bos onderweg. Dat hebben we eigenlijk nu wel genoeg gezien. Ook dit is Amerika, hele lange wegen met eindeloos veel van het zelfde. We draaien gezellige muziek en rijden mooi door.

Bij de parkeerplaats van Tokatee waterval stopen we. Langs de parkeerplaats zien we een hele grote buis liggen. Hier en daar spuit water naar buiten. Zijn net kleine sproeiertjes en dat is lekker verkoelend met deze warmte. Op een bord lezen we waar deze buis voor dient. De buis ligt op beton poten en is gemaakt van redwood hout. Deze planken worden op zijn plaats gehouden met staven en beugels. Het is een onderdeel van het North Umpqua Hydroelectric Project en is nu opgenomen in het National Register of Historic Places. De buis heeft een diameter van 12 feet (ongeveer 4 meter).  Dit stuk was het eerste (in 1949) gedeelte van het project wat werd gebouwd. Tegelijkertijd was men begonnen met de bouw van een dam, minder dan een mijl stroomopwaarts van Toketee Falls. Achter de dam ontstond een stuwmeer van ongeveer 102 acres. Water van de dam gaat door een buis, door betonnen goten en dan door de tunnel van Dear Rock naar de Tokatee Powerhouse; een waterkrachtcentrale die er energie mee opwekt. Deze centrale heeft drie generator turbines met een capaciteit van 45 megawatt elektriciteit, genoeg energie voor ongeveer 22.500 huishoudingen. Het water stroomt vervolgens in Slide Creek Reservoir en dan begint het weer opnieuw. Door een buis naar de volgende waterkracht centrale. Trouwens, overal hebben ze stuwmeren aangelegd en deze d.m.v. buizen, betonnen goten etc. met elkaar verbonden en aangesloten op waterkracht centrales. Het ene stuwmeer loopt, via buizen, goten en een waterkrachtcentrale over in een ander stuwmeer. Handig bedacht en dat al in de 50-tiger jaren. Stuwmeren hebben ook het voordeel dat ze gebruikt kunnen worden voor recreatie. 

Overzicht dammen en power stadions van North Umpgua Hydroelectric Project
Op weg naar de waterval. Meestal lopen we onder bomen en dat is heerlijk. Het is warm en onder de bomen is het een stuk koeler. De omgeving is heel groen en op de achtergrond horen we de North Umpqua River stromen. Het loopt prettig over het bochtige pad. Langs het pad het groeien mooie planten. Zo ook een wilde mahonia soort. Dit is bij ons een struikje dat in de gemeente plantsoenen staat. Deze hier zijn veel minder hoog dat die bij ons. Kun je duidelijk zien dat er op doorgekweekt is. De meeste Mahonia soorten komen uit Noord en Midden Amerika. Ook groeit er, zoals wij dat noemen, appel blad (Gaulteria shallon). Dit wordt door bloemisten vaak gebruikt als groene opvulling in boeketten. Hier staan hele velden van die struiken, sommige wel meer dan 1,5 hoog. Er groeien ook andere schaduw planten.
    




Halverwege dachten we dat we er al waren, omdat we een mooie lage waterval zagen. Blijkt dat dit een overlook is over de rivier met de cascade. Even aan een paar andere mensen vragen en het blijkt dat we nog een stukje door moeten lopen. Dan moeten we behoorlijk klimmen, er is een soort stenen trap aan gelegd maar ook houten trappen. We gaan op en neer en zijn heel benieuwd waar we uitkomen.

North Umpqua River

Dan gaat er een trap naar beneden en komen we uit op een plateau om een boom. Om een boom hebben ze een uitzichtpunt gemaakt. Een houten vlonder met een hekwerk en zitbankjes. Van bovenaf heb je een prachtig uitzicht op de waterval in de verte. Tokatee is ook weer een indiaans Chinook woord, het betekent vriendelijk, aardig. En dat klopt. Wat een mooie tocht om bij deze vriendelijke waterval te komen. De Nort Umpqua River stroomt door een smalle kloof die gevormd en uitgesleten is door zand, grind en stenen.
Pothole
Net voor de Tokatee Falls valt het water, over een verborgen rand ongeveer 13 meter naar beneden in een afgescheiden holte. Deze eerste val is niet te zien. Daarna valt het water opeens ongeveer 27 meter door een gapende inkeping naar beneden in een groot cilindrisch bassin, the Tokatee Falls. Het komvormige of cilindrische bassin is gevormd in de rotsachtige bedding van een beek kanaal en uitgeslepen door wervelend sediment. Zand, grind  keien en rotsblokken die gevangen zitten in de draaiende beweging van de sterke wervelende of turbulente waterstroom vormen die komvormige kuil.
Vooral als het water steeds op dezelfde plek terecht komt. Het snel stromende water met stenen en rotsen snijden een holte in het harde gesteente. Draaiende rotsblokken in zo’n kuil worden grinders genoemd. Door het draaien slijten ze en op een gegeven moment zijn ze zo licht dat de stroom hen afvoert. De lege plekken worden weer door andere opgevuld. Zand en ander klein sediment hebben een schurende werking en polijsten de bodem en zijkanten van een kuil. De kuilen variëren sterk in grootte en vorm omdat ze afhankelijk zijn van de hoeveelheid en kracht van het water, de hardheid van de ondergrond, de hoeveelheid zand, rotsen en stenen in het water.
Op de bankjes kijken we naar de waterval, prachtig. 

Tokatee Falls

Het was erg warm op dit tijdstip dus  hadden we graag even in het water willen knoeien maar konden er niet bij komen. Na een poosje gaan we terug want we hebben nog wel een stuk voor de boeg. Op de parkeerplaats kunnen we even genieten van een verfrissende douche van de lekkende buis van de waterkracht centrale. In de camper is het lekker koel, airco draait best. Een heel lang stuk moeten we nu rijden, vrij eentonig. We komen door de grote plaats Rosenburg en vergissen ons in een afslag. Ineens was er helemaal geen bord, of richtingaanwijzer meer te zien, dus dan gokken we maar. Fout dus! Bij een soort fruit hal langs de weg vragen we even de weg. Zoals altijd zijn ze heel behulpzaam; alleen geven ze allemaal een andere route aan ons door. Ook dit hoort er bij en we maken een kleine omweg. De oorspronkelijke route laten we zitten en pakken nu een alternatieve route. Maakt niet zoveel uit. De omgeving verandert, vooral de wegbermen worden kleurrijk met wilde bloemen, paarse dwerglupinen en paarse en licht-rose lathyrus. Mooi!



















Het is hier afwisselend en we komen door heel veel kleine dorpjes. Winston, Camas Valley, Remote, Myrtle Point, Norway (zullen wel veel emigranten uit Noorwegen wonen) Coquille (Frans voor sint-jakobsschelpen)  Riverton Arango en dan Bandon waar we een camperplek zoeken. Deze plek ligt weer aan de kust van de Stille Oceaan. Midden in het stadje is een prima camping en het is helemaal niet zo warm meer dan dat het overdag was. Je kunt wel weer merken dat je aan de kust zit, een stuk koeler. Vinden we wel lekker! De camping is niet geweldig. Grote asfalt vlakte met campers. Wel schone toiletten en douches en daar maken we na zo’n lange dag dankbaar gebruik van. Nog even een lijntje spannen voor een klein wasje en dan even een rondje. Op de camping staan veel vaste bewoners, mensen die permanent in een camper wonen. De meest vreemde modellen zien we. Het is mogelijk om bepaalde gedeelten van de camper uit te schuiven. Altijd leuk om ’s avonds hier nog even een rondje langs te lopen.
Gereden 250 mile = 400 km.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten