zondag 17 augustus 2014

KOA West Glacier – West Glacier – Highline Trail – KOA West Glacier



12 juli 2013, 

A day with highlines.


Vanmorgen redelijk vroeg wakker als gevolg van onze buren. Ze maakten nogal wat lawaai dus het was duidelijk dat ze vertrokken. Beetje vervelend maar dat kan gebeuren op een camping. Ook vandaag weer een prachtige zonnige dag. Dus er maar uit, douchen en een broodje. Vlak na vertrek van de buren was de E.O.D.
(Eekhoorn Opruim Dienst) ter plaatse. Vermakelijk hoe die beestjes alles zorgvuldig nazochten. Nu we toch vroeg gewekt zijn gaan we ook maar eerder op stap. Met de camper naar de shuttlebus van het park. Gisteren hadden we al uitgezocht waar we moesten zijn en daardoor zijn we mooi op tijd. Bij de halte staan we even te wachten. Er komt nog even een ranger langs. Hij vraagt even wat we vandaag gaan doen. Onze bedoeling is de Highline Trail. Hij adviseert nog wat extra kleding aan te doen of bij ons te houden. Vooral in de ochtend kan het nogal fris zijn. Vlug nog even naar de camper en nog wat pakken. Achteraf gezien een wijze raad van hem. Er komen nog wat meer mensen die met deze bus mee willen maar er is plek zat. De chauffeur is deze keer een dame. De stoel naast haar is nog vrij en ik vraag of ik daar mag zitten. Geen probleem. Zit dus weer lekker voorin en heb zicht op alles.

shuttle map West Glacier
De shuttle heeft verschillende lijnen en doet verschillende haltes aan. Op de blauwe lijn rijden grote bussen en deze gaan niet verder dan Avalanche Creek. Verder kunnen deze bussen niet daar is de weg te smal voor. Op de groene lijn rijden kleine bussen en deze pendelt tussen Lake Mc.Donald Lodge en Logan Pass. Wij gaan met de gele lijn. Dit zijn kleine bussen die de hele Going-to-the-Sun-Road kunnen rijden. De chauffeuse doet dit werk ook als bijbaan in de zomer maanden. Vind ze prachtig werk. Ze heeft ongeveer 10 dagen dienst en dan 5 dagen verlof. Ze woont in Columbia Falls en heeft zin in het weekend. Ze vraagt waar we vandaan komen en wat we van het park vinden. Onderweg stoppen we bij verschillende haltes en er stappen steeds meer mensen in. Ook jonge gezinnen en we horen ze praten welke trails ze willen lopen. Sommigen zijn wel erg optimistisch. Een gezin met kinderen van 4, 6 en 9 willen de Hidden Lake Trail doen. Denk dat dit voor die kleintjes een maatje te groot is. Wij vonden dat met die sneeuw al pittig. We vertellen dat aan hun en geven aan dat de trail naar de St. Mary Falls misschien beter is. Ze moeten zelf maar besluiten wat ze gaan doen.  

map Apgar Lookout Trail
Ook aan deze kant van het park beginnen een groot aantal trails en wegen. Bij het Apgar Visitor Center begint de 11 mijl lange Camas Road, die naar de westzijde van het park loopt. Vanaf deze weg is er ook een onverharde dirt road. Deze 42 mijl lange onverharde Inside North Fork Road gaat naar het noordwesten. Buiten het park is ook een weg die naar het noordwesten gaat, dit is de Outside North Fork Road. Deze laatste weg gaat door tot in Canada. Dit is een gebied waar niet veel mensen komen. Rond Lake Mc.Donald kun je een aantal wandelingen doen, zoals de Lower  Mc.Donald Creek Trail. De trail begint bij Apgar Visitor Center en is maar 2 kilometer (heen en terug). Het is een verhard pad dat ook door fietsers gebruikt wordt. McDonald Creek levert het meeste water voor Lake McDonald. Het meeste is kristalhelder maar ook ijskoud smeltwater. In het voorjaar wordt het beekje  een wilde bergstroom. Bij de Horse Barn begint de Apgar Lookout Trail. Deze is 7 mile, heen en terug, en behoorlijk pittig. Vanaf de lookout heb je een prachtig uitzicht over de omgeving.
map trails neer Lake Mc. Donald
Aan de noordkant van Lake Mc.Donald zijn ook een aantal trails zoals Howe Lake Trail met een lengte van 4 mile (heen en terug). De trail begint
5 mijl voorbij Fish Creek Campground aan de onverharde Inside North Fork Road. Het is een slingerend wandelpad naar het moerassige Howe Lake.
Halverwege de 11 mijl lange Camas Road vinden we de Huckleberry Nature Trail met op het eind de Huckleberry Lookout. De trail is totaal 12 mile heen en weer.
map Fish Lake and Sperry Chalet Trail
Langs het meer zelf vinden we de 7 mile lange Lake Mc.Donald West Shore trail.

De Going-to-the-Sun Road loopt langs de oostelijke oever van Lake Mc.Donald. Halverwege heb je Fish Lake Trail, lengte 6 mile (heen en terug). Het wandelpad gaat over een heuvelrug naar het meer. Een stukje verder, tegenover de Lake Mc.Donald Lodge, beginnen 4 trails. Mt. Brown Loukout, 10.6 mile heen en terug.Een andere is 8,8 mile lange Snyder Lake  en de 12,8 mile lange Sperry Chalet Trail. Lengtes van beiden zijn heen en terug. De John's Lake Loop Trail, met een lengte van 3 mile loop begint ten noorden van Lake McDonald Lodge. Het is een schaduwrijke wandeling rondom het kleine en ondiepe John’s Lake.  
          
Een stukje verder begint de hele korte Mc.Donald Falls Trail. Het wandelpad gaat over een houten voetpad en door een weelderige omgeving. De waterval zelf is een 18 meter brede en ruim 7 meter hoge stroomversnelling.
Jammer dat we nog maar zo weinig tijd hebben. Vandaag is het de laatste dag in het park. Mooie reden om nog een keer terug te komen. We rijden langs het meer en door al de bomen heb je er niet altijd zicht op. Dat is jammer. Het is hier een groene omgeving met heel veel bos. Onderweg moeten we  tijdje wachten door werkzaamheden aan de weg. Dat hebben we de afgelopen weken al meer meegemaakt. Ze zijn overal druk bezig de wegen te herstellen. Niks crisis hier.
map Trail of the Cedars
De Going-to-the-Sun Road volgt nu de oever van Mc.Donald Creek. Dat is ook wel te zien het is hier veel natter. In dit moerassige gebied leven veel kleine dieren zoals bevers, kikkers en eenden. Ook elanden kun je hier tegenkomen. De weg gaat nu meer omhoog en de volgende bus stop is Avalanche Creek.
Hier beginnen twee zeer populaire trails. De korte, 640 meter (heen en terug) Trail of the Cedars. Het wandelpad gaat langs de Avalanche Creek die omringd is met ceders en varens. Een stukje verder begint de 5 mile lange (heen en terug) Avalanche Lake Trail.

Deze zeer populaire wandeling gaat eerst over een houten voetpad die tussen hoge red cederbomen ligt. Bij de splitsing neem je het linker pad richting Avalanche Gorge. Je loopt  nu langs Avalanche Creek, een beek omzoomd met mos begroeide rotsen die door een nauwe kloof stroomt. De begroeiing is hier dicht, waardoor het vrij donker is. Het is een gebied waar veel dieren, zoals herten en soms ook grizzlyberen voorkomen. De wandeling eindigt bij Avalanche Lake dat aan drie zijden door kliffen omsloten is. In het vroege voorjaar komen in de omringende bergen lawines (avalanches) voor. Deze kun je soms zien en horen. Het meer heeft hier zijn naam aan te danken.
Weer verder en we rijden nog steeds langs de Mc.Donald Creek, voor ons zien we de Garden Wall. De weg gaat nu naar het westen en begint te stijgen. In de verte zien we de 2.739 meter hoge Heavens Peak liggen. Dan door de 192 feet lange West Tunnel waarna we de volgende halte, The Loop, naderen. De weg buigt nu scherp naar het oosten, The Loop genoemd. Het is de enige haarspeld bocht in deze weg. In de bocht zien we politie auto’s staan. Er staan mannen over de reling naar beneden te kijken. Op de achterkant van sommige jassen staat FBI. Vraag aan de chauffeur wat er aan de hand is, ze heeft geen idee.
De weg zit als het ware tegen de berg aan geplakt en volgt, met een stijging van 6%, de Garden Wall. Onderweg hebben we, aan de overkant van de vallei, een schitterend uitzicht op de Bird Woman Falls. Een 492 feet hoge waterval of cascade van Mt.Oberlin. Het water komt vervolgens in de Logan Creek. Deze mondt weer uit in de Mc.Donald Creek die 600 meter onder ons in de vallei stroomt. Het nadeel van de bus is dat je niet uit kunt stappen om wat foto’s te maken, dus die worden daarom maar door het raam gemaakt.
En dat valt niet mee omdat je steeds draait.
We zien Haystack Falls met de Haystack Creek voor ons opdoemen. Mooi gezicht hoe het water van de berg afstroomt. Via een buis loopt het onder de weg door en stroomt dan de vallei in. Even later komen we langs Weeping Walls. Die hebben we gisteren ook gezien maar het blijft mooi. Het is dat je niet kunt stoppen maar het is een mooie carwash locatie met natuurlijk water. Ik denk trouwens niet dat ze je het in dank afnemen als je hier je auto gaat wassen.

Haystack Falls
 







Weeping Wall
  
Tripple Arches

De weg slingert zich langs de berg en een stukje verder komen we bij Tripple Arches. Hier was de weg te smal en hebben de ze bij de aanleg een kunstmatige overbrugging gemaakt. Een kuststukje voor die tijd. Alles gemaakt met natuurlijk materiaal waardoor het niet opvalt.

Going to the Sun Raod



map hikes near The Loop and Logan Pass



















 Het is een prachtige rit en op het eind zien we Reynolds Mountain. Een paar dagen geleden hebben we daar in de buurt de Hidden Lake Trail gelopen. Aan de overkant van de vallei Mount Oberlin met zijn rotswanden. Hier en daar ligt nog sneeuw maar het meeste is al gesmolten. Overal zie je smeltwater van de bergen en rotswanden komen. Het water bruist naar beneden en komt bij elkaar in steeds grotere waterstromen. De bus had 3 kwartier nodig om ons helemaal bovenin het park bij Logan Pass Visitor Center te brengen. Even naar het toilet en dan snel op pad. De Highline Trial is een lange en pittige tocht. Tot Grinite Park Chalet is het 12 en tot aan the Loop totaal 18 kilometer. Dat is ook het stuk dat wij vandaag gaan lopen dus maar snel op weg. Van af het Visitor Center zijn we al snel bij het begin van de trail. Hier loopt ook nog een berggeit te grazen en een grondeekhoorn fluit ons uit. 


hiking map Highline Trail
 


















De trail loopt evenwijdig tussen de Continental Divide en Going-to-the-Sun-Road. De Garden Wall is een rij van bergen. Vanaf Logan Pass zijn dat de Piegan Mountain, Pollock Mountain, Bishop Cap, Mt. Gould en the Garden Wall. Wat is het hier mooi. We hadden er al veel over gelezen maar het is boven verwachting. Wij blij dat de trail net een dag open is. Het eerste stuk is redelijk vlak en gaat door een soort alpenweide met bloeiende Glacier Lily’s. Hier en daar staan sparren. Na een kwart mile komen we bij de rotswand. Het pad wordt nu heel smal en loopt langs een diepe afgrond. Je moet geen last van hoogtevrees hebben. Wij vinden het geen probleem. Langs de rotswand hangt een kabel waar je je aan vast kunt houden. Beneden ons zien we de auto’s en busjes als miniaturen over de Going-to-the-Sun-Road rijden. In de schaduw van de rotswand ligt nog een bult sneeuw. Hier hebben ze een pad doorheen gegraven. Het is wel duidelijk waarom het pad nu pas open is. Het pad loopt heel geleidelijk af. Het loopt lekker en wat hebben we een geweldig uitzicht.
Garden Wall



 

 


 

Na een tijdje wordt het pad breder en laten we de steile rotswand achter ons. De berg wordt wat minder steil en is begroeid met allerlei soorten planten en bloemen. Gele akelei, wilde clematis, salomonszegel, een campanula soort, wilde bieslook en soorten die we niet kennen. Dat wordt foto’s nemen en zo halen we onze target wel. Overal horen en zien we water lopen. 
               


                 

Het is een prachtige tocht. Het pad slingert zich langs de berg en gaat wat op en neer. Omdat je meer afdaalt dan stijgt loopt het redelijk makkelijk. Het pad is goed begaanbaar, soms smal maar helemaal niet gevaarlijk. Op deze hoogte zie je weinig bomen. De bergwanden zijn begroeid met veel gras, lage struikjes en diverse planten.
Op sommige berghellingen staan velden vol met toortsen van beargrass. In de valleien waren deze meestal al uitgebloeid maar hier moeten ze nog beginnen. Het is een typische plant die we nog nooit eerder hebben  gezien. Het is een grasachtig vaste plant en nauw verwant aan lelies. De plant werd voor het eerst ontdekt door leden van de Lewis en Clark expeditie. Men noemde het "bear grass" omdat het een gemeenschappelijke naam   was voor yucca (soapweed) een plant die een oppervlakkige gelijkenis vertoonde met beargrass. Het is bekend onder een aantal gemeenschappelijke namen, waaronder beer gras, squaw gras, zeep gras, turkeybeard en Indiaans mand gras.
Beargrass
De plant kan tot 15-150 cm hoog worden en groeit in trossen van bladeren die om elkaar heen gewikkeld zijn vanaf een steeltje op grondniveau. De bladeren zijn 30-100 cm lang en 2-6 mm breed, dof olijfgroen van kleur met getande randen. Uit de rozet komt na een aantal jaren een stengel met bloemen.

Deze bloeit maar eenmaal en sterft na de bloei. Factoren voor overvloedig bloei is afhankelijk van de hoeveelheden regen in de lente  en de hoeveelheid vocht in de bodem. Op sommige stukken bloeit beargrass ieder jaar spaarzaam terwijl het op andere locaties elke vijf tot tien jaar massaal bloeit. De licht geurende witte bloemen komen uit een lange stengel die bloeien vanaf de basis, dus van onderen naar boven. De plant groeit op grote hoogte, in sub alpiene weilanden en kustgebergten. In Glacier NP komt de plant veel voor, soms hele velden vol en dat hebben we gezien, prachtig.  Het is een inheemse plant die ook bosbranden goed overleeft. Het heeft wortelstokken die vuur kunnen verdragen. Na een brand is dit vaak de eerste plant die ontkiemt en bloeit in een verschroeid gebied.
Deze soort werd lang gebruikt door indianen die er manden van maakten. De vezelige bladeren verkleuren dan van groen naar wit. De manden waren van goede kwaliteit, duurzaam en makkelijk te bewerken met kleur en zelfs waterdicht te maken. Ondanks de naam eten beren de plant niet. Ze gebruiken de bladeren alleen om op te liggen. Van andere dieren, zoals schapen, herten, elanden, en geiten is bekend dat zij beargrass eten.

Wat is dit een mooie tocht en we genieten van alles om ons heen. Steeds blijven we stil staan om ons heen te kijken. Op deze manier schiet het niet op en hebben we wel 2 dagen nodig op de hele wandeling te doen. Omdat het slingert heb je steeds een ander uitzicht. In de verte zien we Logan Pass, nou we zien het niet maar dat moet daar liggen. Onder ons de Going-to-the-Sun-Road, de bergen en de waterstromen die er vanaf komen en zelf de Highline trail kunnen we nog zien. Onder ons zien we de Mc.Donald Creek in de vallei stromen met op de achtergrond Heavens Peak. In één woord SCHITTEREND.
Het is rustig. In de verte lopen een paar mensen voor ons uit, maar dat is ook alles. Verder zijn we nog geen wandelaars tegengekomen. Ook wat dieren betreft is het rustig. Alleen wat grondeekhoorns en een grote roofvogel die in een duikvlucht langs de helling van de berg om laag schoot. Had denk ik wat in zijn vizier. Af en toe moeten we een water stroompje over steken, verder is het een easy walk.

 

Van bovenaf hebben we een prachtig zicht op Weeping Wall. De “mini” auto’s rijden heel langzaam langs de reuzen shower. De meesten op afstand, behalve als je tegenliggers hebt. Dan heb je pech en kom je gedeeltelijk in de drup. Het pad wordt weer smaller en we moeten weer over een rotsrichel lopen. Aan de ene kant een hoge rotswand en aan de andere kant een vrij steile berg. Voor ons verdwijnt de rotswand en is er alleen maar een steile berg begroeid met gras en bloemen. Op sommige plekken komt water naar beneden en er zijn stukken waar alleen maar puin ligt. Het pad loopt daar tussen door. Wat een mooi vooruitzicht hebben we nog. Op sommige plekken is de grond begroeid met allemaal blauwe bloemen. Campanula’s, een soort grasklokje.
 


 

In de verte kijken we uit op Bird Woman en Bird Woman Falls. Bird Woman is een heuvelrug van puin, rotsen en zand. Het heeft de vorm, zoals de naam al zegt, van een vrouw. De sneeuw vlaktes tegen de rostwand, van Mt. Oberlin, hebben de vorm van vleugels, vandaar de naam Bird Woman. De Bird Woman Falls wordt gevoed door sneeuwvelden en de gletsjer van Mount Oberlin. Het is een 150 meter hoge waterval. In het late voorjaar en de vroege zomer stort het meeste water naar beneden. In het najaar is de waterval gereduceerd tot een klein stroompje. De sneeuw die vanaf deze bergrug smelt komt bij elkaar en vormt een waterval, de Bird Woman Falls.
 
De fantasie van de indianen ging ver maar we kunnen  het ons wel indenken. Mooi die verhalen en legendes. Het pad gat verder door grasvelden. Hier en daar bloeien
Glacier Lily’s, prachtig mooie gele dwerg lelies. Hoe hoger we komen hoe meer we zien. Soms hele vlaktes met deze bloemen. Halverwege komen we langs een rotswand waarvan het water afdrupt. Lijkt wel een druipsteenwand. Stukje verderop zijn 2 parkwachters aan het werk. Er is een kleine grondverschuiving geweest waardoor een stuk van het pad weggegleden is. De mannen proberen het te herstellen. Een hele klus, niet het werk zelf maar ze moeten lopend naar hun werk een hele kuier en straks ook weer terug. Onderweg komen we nu ook marmotten tegen. Weer maken we foto’s van een topmodel. Een marmot komt bedelen en gaat gewillig poseren. Even later komen ze gewoon op ons af. Zelfs hebben we later 5 tegelijk op de foto gekregen, die waren aan het vechten. 
 
Het landschap wisselt steeds weer. Dan weer een smal rots paadje langs een rotswand met een weids uitzicht even later weer een veld met beargrass. Een ander moment een heuvel met allemaal puin waar we door heen moeten. Dit is echt genieten.
Meadow with Glacier Lily


Het ritselt van de kleine grondeekhoorntjes, die zijn vliegensvlug. Weinig vogels zijn hier, dat valt ons op. Het is hoog, dus is het fris. Het loopt prima en volgens schema zijn we op de helft van de route aangekomen. Daar eten we wat. Staat er een bordje, met de Garden Wall Trail en dat er een uitzichtpunt is. Uitzicht over Grinnell Glacier  en het is maar een halve mile naar boven. Nou ja, na dat broodje moet dat lukken (denk ik). Tjonge wat steil en wat een losse steentjes. Halverwege hou ik het voor gezien, maar Klaas zet door.

Het is heftig en het is dat je al zo ver bent maar anders zou je ook zeggen bekijk het maar.
Het pad gaat schuin en erg steil. Af en toe moet ik ook even uithijgen. Het gaat beter als ik rustiger en dieper ademhaal. Het lijkt steeds dat je er al bent maar dan draait het pad een beetje en moet je toch weer verder.  De moeite wordt beloond! Wat een uitzicht! Schuin voor en onder mij Grinnell Glacier met Upper Grinnel Lake. In de verte Grinnel Lake  en daarachter Josephine Lake en Swifcurrent Lake. Daar hebben we 2 dagen geleden gelopen. In de verte kan ik zelfs Lake Sherburne zien. Je kijkt door de hele vallei van Many Glacier, sjonge wat is dit mooi. Jammer dat Nan er niet bij is, dit had ze ook mooi gevonden. Als ik me omdraai kijk je in de vallei waar de Higline Trial door heen gaat. Beneden zie ik de trail lopen en in de verte zie ik Granite Chalet. Daar moeten we straks heen. Op mij heen allemaal rotsplanten. Ze liggen bijna plat op de bodem, zou ik ook doen gezien de temperatuur hier.    
 

 


















 

In the middle, Upper Grinnel Lake to the left Grnnell Lake, lake Josephine, Swifcurrent Lake and Lake Sherburne
Het is trouwens wel bijzonder dat de Grinnell Glacier er nog is. Door de opwarming zijn al heel veel gletsjers verdwenen. Er zijn foto’s waarop duidelijk te zien is dat ook deze gletsjer langzaam verdwijnt.
1938
1991
1998
2009
Het smelten van de gletsjers heeft grote invloed op de ecosystemen van het park. Hoe groot is niet volledig bekend. Sommige soorten planten en dieren zijn afhankelijk van koud water maar ondervinden ook de gevolgen van het  inkrimpen van hun habitat. Minder smeltijs heeft ook gevolgen voor de grondwater stand, waterstand in de  meren en rivieren. Dit leidt weer tot een drogere zomer herfst en een hoger risico van bosbranden. Het verlies van gletsjers zal ook invloed hebben op visuele aantrekkingskracht die gletsjers bieden aan bezoekers. Jammer; het is toch heel bijzonder gebied. We hebben nog niet door dat door de opwarming de gevolgen verstrekkend zullen zijn. Elke tijd heeft zijn tijd en we moeten het maar afwachten.

Ga weer terug, Nan zit alleen en ik wil haar niet te lang laten wachten. Naar beneden gaat veel makkelijker en soms zo hard dat ik in de remmen moet. Halverwege zie ik 2 Bighornscheep naar boven komen. Je ziet ze bijna niet door de rotsige achtergrond. Deze hebben bijna dezelfde kleuren als de beesten. Ze hebben helemaal geen moeite om boven te komen. Rustig blijven staan en hopen dat ze mij niet in de gaten hebben en wat dichterbij komen. Ze lopen een heel stuk uit elkaar waardoor ik ze niet samen op de foto kan krijgen. Er lopen meer mensen en daardoor blijven ze op afstand en lopen snel naar de hoge rotsen boven het pad. Af en toe blijft het ene dier even staan en kijkt om zich heen. Het is heel mooi ze in hun eigen omgeving te zien.
 

















Bighornsheep of dikhoornschaap (Ovis canadensis) is een wild schaap uit de familie der holhoornigen (Bovidae). Het dier komt voor in de Rocky Mountains en andere berggebieden in het westen van Noord-Amerika. Het dankt zijn naam aan de grote gekromde hoorns van de rammen.
Het dikhoornschaap is een middelgrote schapensoort met een stevige nek. Hij heeft een bruine vacht, met een witte buik, achterzijde, snuit, oogvlekken en binnenzijde van de poten. De staart is kort en donkerbruin. Dieren in de woestijngebieden zijn bleker van kleur dan dieren in de bergen.
De ram heeft grote, dikke hoorns, die in een krul achter de oren lopen richting de wangen. De hoorns kunnen tot 83 centimeter lang worden en vijftien kilogram zwaar. In theorie heeft een ouder dier grotere hoorns. Een ram die tussen de zeven en tien jaar oud is, heeft vaak al een volledig gekrulde hoorn. Meestal slijten de hoorns en zijn de punten afgebroken, doordat de dieren de hoorns langs de rotsen schuren. De ooi heeft ook hoorns, maar die zijn veel korter en slanker.
Rammen zijn groter dan ooien. De ram heeft een lichaamslengte van 160 tot 185 centimeter, een schouderhoogte van 90 tot 105 en een gewicht van 58 tot 143 kilogram. De ooi heeft een lichaamslengte van 128 tot 158 centimeter, een schouderhoogte van 75 tot 90 centimeter en een gewicht van 34 tot 91 kilogram.
Het dikhoornschaap is een goede klimmer en bewoont gebieden waar weinig mensen en roofdieren kunnen komen. Zijn hoeven zijn zo gebouwd, dat de dieren zonder veel problemen steile rotsen kunnen beklimmen en van rots naar rots springen.
Het is een dagdier, dat in de schemering en op het midden van de dag op zoek gaat naar voedsel. Hij eet vooral grassen, zegge, kruiden en bladeren van struiken. 's Winters schakelt hij over naar houtige planten als wilg en salie. Ook likt hij aan natuurlijke likstenen waar mineralen in zitten. 's Nachts gaat hij slapen op een richel of in een grot.
Dikhoornschapen worden vijftien jaar oud. De poema is de belangrijkste vijand, maar lammeren vallen regelmatig ten prooi aan steenarenden. Ook mensen jagen op ze, voor het vlees en de hoorns.
Het dikhoornschaap is niet territoriaal en leeft in kudden van vijf tot vijftien dieren, bestaande uit een dominante ooi met enkele andere ooien en hun nakomelingen. Rammen leven in kleinere kudden van twee tot vijf dieren. 's Winters migreren de schapen naar de dalen. Hierbij voegen de ooien zich tot grote kudden van wel honderd dieren, met een oude ooi als leider.
De bronsttijd is van de herfst tot de vroege winter. In de aanloop naar de bronsttijd houden de mannetjes oefengevechten. Naarmate de bronsttijd nadert, worden er meer oefengevechten gehouden.
Tijdens de bronsttijd vechten de rammen, door met enorme snelheid de hoorns tegen die van een rivaal aan te rammen. Met een snelheid van maximaal 32 kilometer per uur lopen twee mannetjes op elkaar af, met het voorhoofd naar voren, en rammen tegen elkaar aan. Het geluid dat daaruit voortkomt, is nog van verre te horen. Hierna lopen de dieren uit elkaar, om daarna weer om te keren en elkaar te rammen. Zo'n wedstrijd kan wel twintig uur duren. De dikhoornschapen ondervinden geen schade door deze klappen, omdat de schedel zo is gebouwd, dat die zonder problemen de klappen op kan vangen. Overigens vechten alleen mannetjes met dezelfde hoorngrootte met elkaar. De grootte van de hoorns bepaalt de status van een ram.
De dominante ram paart met de meeste ooien. Als een bronstige ram een tochtige ooi vindt, volgt hij haar met een opgetrokken bovenlip, een opgestoken neus en een scheve kop. Als de ooi interesse heeft, zal zij een achtervolging uitlokken, waarna de paring volgt. Soms zal de ram een ooi schoppen, om ervoor te zorgen dat ze wegrent, zodat hij haar kan achtervolgen.
Na een draagtijd van ongeveer zes maanden wordt één lammetje geboren. De worp gebeurt tussen april en eind juni, op een steile, onbereikbare rotswand. Het lammetje heeft bij de geboorte een lichtgekleurde wollige vacht. Ook heeft hij kleine hoorntjes. Diezelfde dag nog kan hij al lopen en klimmen. De eerste week verstopt het lam zich terwijl moeder gaat grazen. Na deze week volgt het zijn moeder en eet hij al gras. Het lam wordt ongeveer vijf à zes weken gespeend.

Een prachtige ervaring. De terugtocht gaat aanmerkelijk sneller en is minder inspannend dan omhoog. Onderweg kom ik andere wandelaars tegen die omhoog gaan. Aan sommigen is te zien: waar ben ik aan begonnen en ga ik nog door? Moedig ze toch maar aan dat het de moeite waard is. Beneden gekomen nog wat drinken en nog wat eten en dan richting Granite Chalet. In de verte zien we Lake Mc.Donald. Onderweg nog prachtige bloeiende bloemen en verschillende soorten rotsblokken, in allerlei kleuren en vormen. Op sommigen duidelijk te zien dat het ijs ze uitgeslepen heeft.


 
 


 
Het pad wordt steeds steiler met het afdalen en we zijn blij dat we de route van deze kant hebben gedaan. Naar beneden lopen gaat gemakkelijker. Het enige nadeel is dat het op de knieën aan komt en dat je goed voor je moet kijken waar je loopt. Het pad wordt ook minder vlak, dus het is goed opletten. We kunnen wel merken dat we lager komen, het wordt warmer. Granit Chalet laten we liggen, we zien het staan en vinden het wel best.
Het is hier prachtig groen, meer bomen en hier en daar een grasvlakte. In de verte zien we een Mule Deer grazen. Deze heeft een bijna oranje vacht. Veel mooier van kleur dan de gewone deer.
We komen nu meer mensen tegen en ze hijgen en puffen om boven te komen. Wat ze willen lopen is ons niet duidelijk. We vermoeden dat ze van The Loop komen en naar Granite Chalet gaan en dan weer terug. Je moet dan behoorlijk bergopwaarts en dat valt niet mee. Als we achter om kijken hebben we een mooi zicht op de andere kant van de  Garden Wall.

Het tweede gedeelte van de tocht is minder mooi om te zien, we dalen nu behoorlijk snel. Het laatste gedeelte gaat door een stuk bos wat verbrand is. Dat laten ze hier gewoon staan. Het schijnt dat er hier een grote brand was in 2003, dus 10 jaar geleden. Die dode stammen lijken niet mooi. Onderweg genieten we van mooie en minder mooie dingen. Dode bomen maar daar tussen bloeien weer allerlei soorten bloemen. Elke keer denken we dat we er al zijn maar dan draait het pad weer de andere kant op. Op het laatst zien we de halte bij The Loop, eindelijk.

We zijn blij als we op de plaats aankomen waar de shuttle bus ons weer oppikt, we hebben ruim 12 miles( 19 km) gelopen. Bij de rand van de weg staan allemaal rangers, er liggen klimtouwen en reddingsmaterialen klaar. Blijkt dat er iemand over de rand gevonden is en daar wordt nu voor gezorgd.
 

Vanmorgen zagen we hier al politie etc. staan en nu hebben ze de persoon getraceerd. Ze kunnen er zo niet bij komen en ze wachten nu op een helikopter. Toestand van die persoon is niet goed. Oh, dan zijn we toch maar weer blij dat we heelhuids beneden zijn gekomen.
Het busje komt zo,…..en wat zitten we lekker……  In de bus zijn alle zitplaatsen bezet maar een aantal jonge en wat oudere kinderen gaan staan en zeggen dat wij hun plaatsje mogen hebben. Netjes hoor! Kunnen sommige jongeren in Nederland nog wat van leren. Er stappen nog oudere mensen in en die bieden wij weer ons plekje aan. We raken met de jongeren aan de praat en die hebben een trail bij Hidden Lake gedaan en een berggeit gespot. Heel trots laat hij ons de foto’s zien die hij gemaakt heeft.
Bij Avalanche Creek stappen we even uit. Er is daar een toilet en we kunnen ons water bijvullen. De bussen puilen momenteel uit dus we besluiten maar even te wachten. Even naar de rivier lopen en op een boomstam genieten we van de omgeving. Verderop zijn een paar Amerikaanse gezinnen aan het relaxen. De mannen gooien met steentjes over het water en kijken welke steen het vaakst over het water stuitert. Ze maken er een wedstrijd van. Ze zien dat wij geen Amerikanen zijn en vragen, zoals bijna elke Amerikaan, waar we vandaan komen. Vanmorgen werd Klaas uitgemaakt voor iemand uit Zweden, meestal zeggen ze Duitsers tegen ons. Deze familie kende Nederland wel. Goed zelfs! Een familielid was 4 dagen in Rotterdam geweest. Het blijft leuk, deze spontane contacten. Na een half uurtje gaan we richting bus en gaan terug naar Apgar Transit Center. We zijn moe en willen naar de camping dus hup in de camper en terug. Wat hebben wij vandaag  weer een mooie dag gehad. Douchen, lekker onderuit, nagenieten en verder niets meer doen!
Vandaag niet veel gereden 11 mile = 18 kilometer.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten