7 juli 2013,
Op naar de bizons.
Alweer mooi weer! Dit is een
grote camping, veel grote campers staan hier. Gisteravond was het net een
busstation. Het zijn complete bussen en met hun slide outs maken ze de ruimtes
nog groter. Achter zo’n grote bus hebben ze soms van alles aangehaakt. Auto’s
hebben we al vaak gezien, maar ook boten, aanhangers met jetski’s of andere
grote vaartuigen maar ook karren in allerlei formaten. Al die grote jongens
laten de airco draaien. Nou ja grote jongens …sommige moeten nog klein
beginnen,
caravan op kruiphoogte.
Een trein rijdt vlak achter
ons langs, ook ’s nachts toetert hij zegt Klaas. Daar heb ik gelukkig niks van
gehoord. Het is een keurige camping, genoeg ruimte een goede sanitaire
voorzieningen. Omdat we op de terugweg hier lang komen reserveren we dat al
vast. Hoeven we dan ook niet te zoeken. Deze dag gaan we op weg naar de
Nationale Bizon Range in Montana. Vandaag dus niet zo’n drukke dag en dat is
ook wel eens lekker, dus rustig aan. Al na een klein stukje rijden komen we in
de 5e staat die we tijdens deze reis bezoeken, Idaho. Nou bezoeken
we rijden er door. Van iedereen horen we dat in Idaho niets te zien of te
beleven is. Dat zal wel wat mee vallen. Misschien in deze omgeving niet maar
Idaho zal ook wel mooie stukken hebben.
Idaho is het stiefkindje van
de staten in het noordwesten. De staat heeft altijd geïsoleerd gelegen tussen
de Hell's Canyon van de Snake River in het westen en de ontoegankelijke
Bitterroots Mountains in het oosten. De afkorting voor Idaho is ID en de staat
heeft als bijnaam "Potato State". Het gebied werd aanvankelijk
bewoond door de Shoshone en Nez Perce Indianen.
De eerste blanken waren Lewis
en Clark in 1805, die in opdracht van president Thomas Jefferson een expeditie
uitvoerden. Daarna kwamen de bonthandelaren en na 1830 trokken de pioniers door
de staat richting west kust, vooral tijdens de California Gold Rush van 1849.
flag Idaho |
Seal of the State Idaho |
signs of the State Idaho |
De vlag van Idaho toont een
blauw veld met daarop het zegel van Idaho, waaronder de naam van de staat op
een rood lint staat. De vlag is gebaseerd op een vlag van troepen uit Idaho die
in de Spaans-Amerikaanse Oorlog vochten.
Het zegel toont een
mijnwerker en een vrouw, die gelijkheid, vrijheid en rechtvaardigheid
symboliseren. De symbolen in het zegel staan voor de mijnbouw, landbouw, bossen
en vrije natuur van de staat.
In 1866 werd in Idaho zelf
goud gevonden. Dit en het in 1869 gereed komen van de transcontinentale
spoorlijn bracht veel mensen naar de regio. Toen president Benjamin Harrison op
3 juli 1890 de wet ondertekende die van Idaho formeel, als 43ste, een staat van
de Verenigde Staten maakte, woonden er al 88.548 mensen. Een groot deel van het
bergachtige Idaho wordt in beslag genomen door de Rocky Mountains, met als
hoogste punt de top van Borah Peak (3861 m). De staat is rijk aan natuurschoon,
zoals de lava van Craters of the Moon, de Hells Canyon, die 400 mtr. dieper is
dan de Grand Canyon, en de Balanced Rock. Daarnaast bevinden zich door heel
Idaho duizenden meren en watertjes, gevormd uit gletsjers en de Snake River.
Alleen in het zuidoosten liggen vlakke stukken.
Als vogel werd de Mountain
Bluebird aangewezen als het symbool van Idaho. De mannelijke Mountain Bluebird
is adembenemend briljant hemelsblauw van kleur, het vrouwtje is grijs met blauw
op de vleugels en de staart.
De Syringa (Philadelphus
lewisii) werd de officiële bloem. Bij ons bekend als boerenjasmijn met grote
witte geurende bloemen. Inheemse Indianen gebruikten de jasmijn voor vele
doeleinden. Het hout werd gebruikt om pijpstengels, harpoen schachten, bogen,
pijlen, en sneeuwschoenen maken. De schors en de bladeren werden gebruikt om zeep van te maken. De majestueuze westerse
witte den (Pinus Monticola Pinaceae) is het andere symbool voor Idaho. Het is
een grote den die in de Rocky Mountains voorkomt.
Ondanks de natuurlijke
droogte van grote gebieden van de staat, is door beregening en irrigatie,
landbouw van natuurlijk aardappelen, granen en suikerbieten mogelijk. Bosbouw
is ook een belangrijke inkomstenbron van Idaho. Ruim 45% van de staat bestaat
uit bos. Ondanks het natuurschoon is recreatie beperkt in Idaho. De staat wordt
niet massaal bezocht door toeristen. Wel is er veeteelt, mesterijen en
mijnbouw. Idaho is ook bekend om de vele
rodeo’s die op veel locaties gehouden worden.
Op de Interstate 90 rijdt het
vlot. Onder het rijden zien we weer allerlei soorten voortuigen. Zoals wij het
zien kan en mag hier veel. Achter een grote camper een aanhanger met daarop een
auto, ja zo kan het ook. Of een pick-up met in de achterbak een grote hond. Die
zat wel vast maar dan heb je het ook wel gehad. Dat dit mag! We zien heuvels en
dennenbossen met zo nu en dan een groot meer. Vooral bij Coeur d’Alene zijn
veel grote meren met pleziervaart. Verder is de weg wat saai, maar ja je kan
ook niet alles hebben. Als we richting Lookout Pass gaan stijgt de weg
behoorlijk. Dat kunnen we ons ook wel vorstellen; deze ligt op een hoogte van
4725 ft. Ruim 1500m. Hier komen we ook de staat Montana binnen, de 6e
staat die we tijdens deze reis aan doen.
De vlag van Montana bestaat
uit een afbeelding van het zegel van Montana in het midden op een blauw veld
met daarboven de naam van de staat. Op het zegel staan een ploeg, een
pikhouweel en een schop voor de Great Falls in de Missouri-rivier. Op het lint
staat het motto Oro y plata, Spaans voor "Goud en Zilver". De bijnaam voor de staat is ook “Treasure State” De naam Montana is afkomstig van het Spaanse woord montaña, dat
"berg" of meer algemeen "de bergen" betekent.
De vlag werd aangenomen op 7
september 1905, enkele jaren nadat soldaten uit Montana in de
Spaans-Amerikaanse Oorlog onder deze vlag vochten. De naam van de staat ontbrak
echter vooralsnog. Die werd in 1981 toegevoegd
flag Montana |
seal of the State Montana |
In 1931 werd de Western Meadowlark
(net als voor de staat Oregon) één van de symbolen van de staat. De Bitterroot
( Lewisia rediviva ) werd de officiële bloem in 1895. Bitterroot vind je in het
voorjaar en de zomer en groeit in de alpen vlaktes en de uitlopers van de
bergen in het westen en zuiden van het centrum van Montana.
De inheemse bewoners, zoals
de Shoshone en Flathead indianen gebruikten de wortels voor voedsel en handel.
De bittere wortel van deze laag groeiende vaste plant werd met bessen of vlees
gemengd . De Lemhi Shoshone geloofden dat de kleine rode kern bovenin de penwortel
speciale krachten had, met name de mogelijkheid om een beren aanval te stoppen.
Als boom is de Ponderosapijnboom het symbool van de staat.
signs of the State Montana |
Montana heeft geografisch
gezien twee radicaal verschillende gezichten. In het westen liggen bergen, in
het oosten honderden kilometers vlakten, prairie. De oostzijde is zo droog dat
hij alleen geschikt is voor veeteelt. In de zuidoosthoek begint een barre,
verlaten rotswereld, de Badlands. Naar het westen toe stijgt de bodem
geleidelijk en gaat over in de Rocky Mountains.
Het gebied dat nu Montana
heet werd oorspronkelijk bevolkt door indianenstammen. Daarna was de regio lang
in Franse handen. Het grootste gedeelte van de staat werd door de Verenigde
Staten verworven door de Louisiana Purchase van president Thomas Jefferson. De
rest volgde in 1846, toen hierover een verdrag werd gesloten met de Engelsen;
zie Oregon-territorium. Op 8 november 1889 werd Montana formeel de 41e staat
van de Verenigde Staten. Naarmate de Amerikaanse kolonisten verder naar het
westen trokken om hun gebied uit te breiden en gebruik te maken van de
hulpbronnen die daar beschikbaar waren, moesten steeds meer indianen
plaatsmaken. Zij werden vaak op wrede wijze naar speciale reservaten verdreven.
Anderen pasten zich aan en gingen op in de cultuur van de kolonisten. Niet alle
indianen legden zich hier echter bij neer. De indianen in dit gebied verzetten
zich hevig tegen de inname van hun land. Bekend is de slag bij Little Bighorn
op 25 juni 1876, waar generaal George Armstrong Custer sneuvelde.
De belangrijkste rivier is de
Missouri, die in deze staat ontspringt. Grote meren in Montana zijn Fort Peck
Lake en Flathead Lake. Het hoogste punt is de top van Granite Peak (3901 m). Montana
is zeer rijk aan natuurschoon. Voorbeelden zijn het Glacier National Park en de
door William Clark op 25 juli 1806 ontdekte Pompey's Pillar.
In 2000 telde Montana 902.195
inwoners (2.4 per km²). De grootste stad is Billings; enkele andere grotere
steden zijn Bozeman, Butte en Great Falls. In de staat liggen uitgestrekte
Indianenreservaten.
De staat ligt boven op de
Continental Divide, de regenscheiding. Ten westen van de Rockies gaat het water
naar de Pacific, ten oosten ervan naar de Golf van Mexico. Hier ontspringen
zowel de machtige Columbia River als de lange Missouri.
Mullan |
Voor we het weten rijden wij
in Montana. Jammer genoeg hebben we nooit een bord met de grenswisseling gezien
of over het hoofd gezien. Ook hier is veel bos en het is allemaal mooi fris
groen. En paar uur gereden en het is tijd voor een stop. In plaatsje Mullan proberen
we te tanken. Op de hoofdweg stond een bord dat in Mullan een pomp was. Nee
hoor, de pomp is gesloten en de rest van het dorp ook. Dan maar koffie, da’s
altijd goed. Het stadje slaapt of is in diepe rust. Na een korte omzwerving
komen we weer op de I 90. Dit is een weg van betonblokken dus het rammelt
gezellig. Na een tijdje zijn we de Interstate zat en gaan we binnendoor bij St.
Regis pakken we de 135 en dan de 200. De weg loopt langs een riviertje en dat
is mooi om te zien. In de omgeving graslanden met hier een daar vleeskoeien. Op
de achtergrond de massieve muur van bergen, de Rocky Mountains.
Net na het plaatsje Dixons
zien we een bord Bizon Range, dus slaan we af. Vlak daarna zien we een kudde
bizons lopen en we denken dat we er zijn, maar verder geen afslag of bord. Heel
vreemd dus eerst maar doorrijden. Een paar miles verder wel een bord. De ingang
naar het park. Er vlakbij zijn een paar winkeltjes maar daar moet je niet zijn.
Die hebben souvenirs, verrekijkers etc. en daar hebben wij geen belangstelling
voor.
Nog een stukje verder is de
echte ingang. Het hek is decoratief versierd met rennende bizons. We rijden
door en komen bij het bezoekers centrum en parkeren de camper. Naar binnen om
te kijken hoe het hier toe gaat. In het bezoekers centrum is een
tentoonstelling over de bizon, de indianen die er van leefden en over het fok programma.
Bij de balie vragen we of we door het park kunnen rijden. Geen probleem en we
krijgen een plattegrond mee.
Betalen is niet nodig omdat
we een Nationale Park Pas hebben. Tijdens de rit mogen we niet uit de auto. Er
zijn 2 locaties waar het wel mag en daar kun je ook een korte trail lopen. De
hele rit is 19 mile en omdat je maar heel langzaam mag rijden doe je er
ongeveer 2 uur over.
map National Bison Range |
Bizons en National Bison Range. Er wordt geschat dat de bizon populatie in de USA op
zijn hoogtepunt bestond uit 30 tot 60 miljoen dieren. Op het dieptepunt, eind
1890, waren er nog 100 dieren in het wild over. Het feit dat we deze dieren nog
steeds kunnen zien in zijn natuurlijke omgeving is een van de mooiste
prestaties in de geschiedenis van de National Wildlife Refuge System. De
National Bison Range ( NBR ) is in 1908 opgericht om een toevluchtsoord te
bieden voor de Amerikaanse bizon. De grootte van de bizonkudde bij de NBR is
relatief klein, tussen de 350 en 500 dieren. De inspanningen om de resterende
bizons in stand te houden en te beschermen hebben resultaat gehad. Er zijn nu
ongeveer 250.000 bizons te vinden in parken en bij particulieren. Bizon vlees
heeft een gemiddeld vetgehalte van 60 % en heeft meer eiwit dan ander
rundvlees. De meeste van de particulieren houden de dieren op ranches voor het
vlees. Bizon vlees wordt steeds populairder en is vaak te vinden in
supermarkten en restaurants.
Bizon (Buffelo) |
De bizon is een zwaargebouwd
dier met een hoge schouderbult, een grote zware kop, een korte dikke nek en een
breed voorhoofd. Kop, nek, schouders en voorpoten zijn lang en ruig behaard. De
rest van het lichaam is bedekt met korter en lichter haar. De kin bevat een
verwilderde baard. Het dier heeft een schouderhoogte van 1,90 meter en de
lengte van de stier is bijna 3 meter. De staartlengte bedraagt 30 tot 60 cm. De
bizon kan een snelheid tot 50 km/per uur halen.
Amerikaanse bizons worden
ongeveer 25 jaar oud. Hun bruine tot zwarte vacht bestaat uit twee lagen: een
warme binnenlaag en een dikke, beschermende buiten laag. Deze dikke vacht is
geen overbodige luxe, omdat ze ook voorkomen in bergachtige gebieden, waar ze
aan extreem lage temperaturen blootstaan. Jongen van de Amerikaanse bizon staan
binnen 30 minuten na de geboorte rechtop. Enkele uren later kunnen ze al lopen.
In de paartijd leveren bizonstieren felle gevechten om het bezit van de
vrouwtjes, door met de koppen tegen elkaar te rammen. Vrouwtjes die met de
dominante stier willen paren, galopperen rond om de rivaliteit tussen de
stieren aan te wakkeren.
Op dit moment is de bizon een
beschermd dier; er zijn er nog zo'n 30.000 in het wild over. Daarvan bevinden
zich er 15.000 in free-ranching, niet beperkt door een omheining. Op 4000
particuliere ranches worden nog eens 250.000 dieren in gevangenschap gehouden
voor commerciële doeleinden.
Original range 2003
Range as of 1870 Wood
bison
Range as of 1889 Plains
bison
De Amerikaanse bizon is bijna
systematisch uitgeroeid. Enkele honderden jaren geleden leefden er in
Noord-Amerika geschat 30-60 miljoen exemplaren. In het voorjaar trokken ze
langs de buffelpaden naar het noorden, in het najaar naar het warmere zuiden.
De uitroeiing van de bizon wordt vaak aan de blanken geweten, maar de
historicus Pekka Hämäläinen wijst erop dat ook de Indianen er aan hebben
bijgedragen. In de periode 1830-1839 doodden de Comanche en bevriende stammen
op de zuidelijke prairie circa 280.000 bizons per jaar, wat al bijna het
maximum aantal was dat gedood kon worden zonder dat de populatie afnam. Door
een meer dan 15 jaar durende periode van droogte die in 1845 begon nam de druk
op de populatie verder toe.
In de loop van de 19e eeuw
begon de grote slachting. Bizons werden bejaagd omdat ze voedselconcurrenten
waren van de koeien van veeboeren. Ook spoorwegmaatschappijen moedigden de
jacht aan; botsingen van locomotieven op bizons veroorzaakten schade, en bizons
schuilden vaak op plaatsen waar spoorlijnen door heuvels of bergen sneden, en
veroorzaakten zo spoorvertragingen. Op bizons werd ook gejaagd om hun huid die
als drijfriem of vloerkleed werd gebruikt. Grote hoeveelheden bizonhuiden
werden naar Europa geëxporteerd. Ten slotte werd op bizons gejaagd om de
prairie-indianen te dwingen hun nomadische leefwijze op te geven en zich in
reservaten te vestigen. Nog in 1875 pleitte generaal Philip Sheridan in het
Amerikaans Congres om die laatste reden voor het uitroeien van de bizon.
road in National Bison Range |
Jagers organiseerden speciale
bizon-jachttreinen, van waaruit dan op de kuddes geschoten kon worden. Het
gevolg was dat de bizon tegen 1884 vrijwel was uitgeroeid. De indiaan verloor
zijn bestaan. De bizon was voor de indiaan onmisbaar om zijn huid en vlees.
Bizons waren in staat om veel meer te leveren, pezen voor bogen, van gekookte
hoeven maakten ze lijm, mest als brandstof en van teenbotjes werden
dobbelstenen gemaakt. De relatie met bizons vormden de basis van vele Plain
Indians, tradities, verhalen en religies.
National Bison Range.
Door enkele vooruitziende
individuen kunnen we vandaag nog de bizon zien. Zelfs in de late jaren van1800,
waren er mensen die vonden dat deze prachtige dieren gered moesten worden.
Enkele ranchers hielden een paar dieren. Hun motivatie voor het behoud van de
bizonkuddes was een combinatie van respect en gevoel voor de grote dieren en
een deel economische voordelen. Uit deze verspreide kuddes werd de National
Bison Range in het westen van Montana opgericht.
In de Mission Valley begon
een native American, Pend d' Oreille van de Flathead Reservation stam met 4
jonge bizon kalveren die hij meegenomen had
van de plains uit Oost-Montana. In 1884 was de kudde uitgegroeid tot 13
dieren waarna ze verkocht werden aan lokale boeren en partners Michel Pablo en
Charles Allard. De Pablo-Allard kudde bloeide en werd een van de grootste
private bizon kuddes in het land. Toen Allard plotseling overleed begon de
familie de kudde te verkopen. Een deel ging naar Charles en Alicia Conrad in
Kalispell, Montana.
In deze periode werd ook de
American Bison Society opgericht en zij dwong de Amerikaanse regering om braak
liggende grond aan te kopen voor de bescherming en instandhouding van de
Amerikaanse bizon. De National Bison Range werd zo'n gebied. Na haar oprichting
kwamen er fondsen om bizons te kopen om in de nieuwe Refuge onder te brengen.
De American Bison Society, onder leiding van William Hornaday, kreeg donaties
uit het hele land. Genoeg om een kudde te kopen.
Buffelo crossing the road |
In 1909 overleed Charles
Conrad en zijn vrouw verkocht de 34 bizons aan de American Bison Society. Particulieren
schonken ook een aantal dieren aan de Society. De kudde groeide uit tot een
aantal van 300-350 stuks. Om overbegrazing te voorkomen worden er elk jaar 50-95
dieren verplaatst naar andere gebieden. Het overschot aan bizons wordt eerst
gebruikt voor genetische doeleinden en behoud van andere federale kuddes. De
rest wordt eventueel gedoneerd aan andere openbare kuddes, Indiaanse stammen,
onderzoeksprogramma's of verkocht aan particulieren. De verkoop is heel beperkt
en zeer sporadisch. De kudde van de Range speelt een belangrijke rol in het
verdere herstel van de soort in Noord-Amerika.
De NBR, is één van de
gebieden waar bizons worden beschermd en bestaat uit ongeveer 18.500 acres
(28.91 sq mi =74,87 km2). Het gebied wordt beheerd door de US Fish and Wildlife
Service.
De National Bison Range ( NBR
) is voorzien van een bezoekerscentrum. Twee mooie wegen die voor voertuigen
begaanbaar en toegankelijk zijn voor bezoekers. Niet alleen bizons maar ook
Elks ( wapiti), herten, Bighorn Sheep en zwarte beren leven in dit gebied. Ook
kun je er elanden, white-tailed deers, pronghorns, coyotes, poema’s en bobcats
tegen komen. Verder bevinden zich er meer dan 200 vogelsoorten in het gebied.
De Refuge is in wezen een gebied met redelijk hoge heuvels. Vanaf het bezoekers
centrum, 2585 feet, stijgt de onverharde weg geleidelijk tot 4885 voet bij High
Point op Red Sleep Mountain. Een groot deel van de National Bison Range lag ooit onder het prehistorische Glacial Lake
Missoula. Bovengrond op de Range is over het algemeen ondiep, met meestal
daaronder rots. Op verschillende plaatsen komen dat aan de oppervlakte.
Vandaag de dag heeft de
National Bison Range een divers ecosysteem van graslanden, douglas sparren,
ponderosa dennenbossen, oevers gebieden langs rivieren en vijvers . De Range is
een van de laatste intacte gebieden met inheemse graslanden in de VS.
We verlaten het bezoekers
centrum en gaan op jacht naar de bizons. Bij het bezoekerscentrum staat een
toren van elk geweien. Dit hebben we vaker gezien in Jackson Wyoming, daar
hadden ze een poort van geweien. Hier hebben ze ze om een paal gevlochten. Het
is al een hele verzameling. Verder op staat een bord om te waarschuwen voor
brandgevaar. Deze borden hebben we onder weg wel meer gezien en dan in allerlei
uitvoeringen. Kunnen we ons hier wel voor stellen. Alles ziet er droog uit. Op
het bord staat moderate, dus valt mee. Met de camper doen we de rit en als we
over een wild rooster rijden nemen we de Red Sleef Mountain Drive. Het is een
eenrichtingsweg en je mag er maar 25 mph. Op sommige stukken nog langzamer. Met
de camper kun je ook niet veel harder ook omdat het een onverharde weg is.
Harder moet je nu trouwens ook niet rijden want dan heb je een grote stofwolk
achter je en dat is ook niet de
bedoeling. De weg gaat gelijk al omhoog en we krijgen een mooi uitzicht over de
omgeving.
Vieuw from top National Bison Range |
Een hele tegenstelling. In
het park is weinig fris groen en in de verte zien we landbouwgronden. Mooie groene
weilanden voor mestvee. Op sommige zijn ze aan het hooien en zien we de
hooibalen liggen. Het is altijd maar afwachten of je dieren te zien krijgt en
we krijgen bijna een stijve nek van het om ons heen kijken. We willen zo graag
de bizon zien dat we rotsblokken er voor aan zien. Na een hele tijd nog geen
bizons en we vragen ons af of ze hier wel zijn of, gezien de warmte, een
beschutte plek hebben opgezocht. En dan ineens zien we er een, een mannetje.
Verderop nog twee. In Yellowstone hebben wij ze ook gezien maar het blijft een
indrukwekkend dier. Rustig grazend steekt het beest de weg over, één brok vlees
en spieren. Het lijkt zo’n rustig dier maar hij heeft wel de sokken er in. Als
die op topsnelheid is wil je niet in de buurt zijn, wij blijven wel zitten.
Na een tijdje zijn ze weg
gelopen en gaan wij weer verder. Nu hebben we de ogen op steeltjes en maar
kijken of we meer zien. Dit waren een aantal solitaire mannetjes en we willen
graag een kudde koeien met kalfjes zien. De weg gaat nog steeds omhoog en hier
is veel meer bos. We verwachten een aantal bizons in de schaduw van de bomen
maar we zien ze niet. De weg wordt nog bochtiger en op het laatst komen we bij
een uitkijk punt waar ook een korte trail begint. De Bitterroot trail is maar
kwart mijl lang maar we willen nu de benen wel even strekken. Het is inderdaad
een korte trail en vandaar heb je een mooi uitzicht over het park en
daarbuiten. Voorzichtig lopen want de bizons hebben hier en daar iets vers
achtergelaten. Onderweg zien we allemaal bloeiende planten. Dit moeten wel
soorten zijn die tegen droogte kunnen want het gras ziet er verdord uit.
Er zitten bloemen bij die ook, in gekweekte vorm, bij ons in de tuinen staan. Aster soorten, galardia, monarda en distels. Er zitten ook soorten tussen die ik niet ken. Na een poosje van het fraaie uitzicht genoten te hebben gaan we terug en vervolgen we onze tocht. Komen we nog meer dieren tegen? Als we de bocht om komen zien we twee bizons op ons af komen. Eentje door het gras en de ander over de weg. Doorrijden kan niet dus stoppen. Het beest loopt maar door en even denken we dat hij de camper gaat rammen,.. daar gaan we. Nee hoor het stapt opzij en schuift langs de camper. Het raampje was open en met een beetje uitrekken hadden we hem kunnen aaien. Als ze zo dicht bij komen zie je heel goed hoe groot die dieren zijn.
(Pfffff…….
Dit hebben we overleefd dus weer verder. Na een kort stukje krijgen we het
hoogste punt van de rit. Ook hier is een trail, de ½ mile lange High Point
Trail, op een hoogte van 4885 feet. Hier staan info borden over het ontstaan
van het gebied. Alles wat we onder ons zien, heeft onder water gestaan door het
Glacial Lake Missoula. Dat kun je, je nu niet indenken. Op de achtergrond zien
we de machtige bergen van de Rocky Mountains. De trails zijn de enige keren dat
je uit de auto mag. Waarom hier wel en de in de rest niet, is ons onduidelijk.
De trail gaat steil omhoog en inderdaad het is een High Point. Ook hier weer
een prachtig uitzicht over het park en de omgeving. Langs de wandelroute ook
hier weer verschillende soorten bloemen. Toch vreemd dat er dan zo weinig insecten
zijn en ook zo weinig vogels. Er staat een bankje en picknick tafel en we
genieten even van alles om ons heen. Na een poosje gaan we terug en vervolgen
we onze weg.
Langzaam rijden we verder
(snel wil ook niet), en zo nu en dan zien we loslopende buffalo’s. Ook zien we
een soort hert (deer), deze ligt lekker in de schaduw. Verder met de camper, nu
weer naar beneden. Om een bocht zien we ineens schapen met van die hele grote
kromme hoorns (Bighorn Sheep). Een mooi groepje ligt vredig in het gras. Foto!
Klaas haalt zijn aantal foto’s vandaag makkelijk. Hij krijgt ze ook wel heel
mooi voor de lens. Schitterende beesten. Ze liggen een stukje hoger op een
heuvel en we durven even uit te stappen. Met de camper in de rug maken we
foto’s. De dieren zien ons gewoon niet staan. Ook als we gewoon hard op tegen
elkaar praten blijven ze mooi liggen. Er zijn een aantal mannetjes met
prachtige kromme hoorns, enkele vrouwtjes en een paar jongen. Helaas moeten we
verder, er komen een paar auto’s achter ons aan en die willen we niet verder
ophouden.
Bighorn Sheep |
Wat was dit mooi om te zien en wat een verrassing Hier hadden we helemaal niet op gerekend. De weg gaat langzaam naar beneden en dan komt er een stuk met een helling van 10%, maar het valt heel erg mee. Even later zien we een Pronghorn Antelope grazen.
De pronghorn ( Antilocapra americana ) of gaffelbok is geen antilope.
In Amerika wordt het dier vaak informeel de riekbok, pronghorn antilope of
gewoon antilope genoemd omdat het lijkt op de echte antilopen van de Oude
Wereld. De vacht is roodbruin met een witte buik, stuit en witte banden op
gelaat en hals. Mannetjes bezitten een zwarte keelvlek. De hoorns steken boven
de oorschelpen uit; halverwege steekt een zijtak naar voren. De vouwtjes hebben
hoorns, die korter zijn dan de oren. Volwassen mannetjes zijn 1,3-1,5 m lang
van neus tot staart, 81-104 cm schouder hoogte en ze wegen 40-65 kg. De vrouwtjes hebben dezelfde
hoogte als de bokken, maar wegen maar 34-48 kg.
Mannetjes hebben een
prominent paar horens op het hoofd. Die zijn samengesteld uit een buitenmantel
van vergroeide haren die in een benen kern groeien. Vrouwtjes hebben kleinere
hoorns en die zijn soms nauwelijks zichtbaar. Pronghorns hebben een duidelijke
muskusachtige geur. Mannetjes markeren grondgebied met een geurklier gelegen
aan de zijkanten van het hoofd. Het dier kan uitzonderlijk snel lopen. Het is
het snelste landzoogdier op het westelijk halfrond. De topsnelheid varieert 56
km tot 88,5 km / h. Dit is wel afhankelijk van de afstand. Bij de hoogste
snelheid houdt het dier dit maar 0,5 km vol.
Pronghorns leven voornamelijk
in graslanden, maar ook in sagebrushlands en woestijnen. Ze eten een grote
verscheidenheid van plantaardig voedsel, vaak met inbegrip van planten die
onverteerbaar of giftig zijn voor vee. Poema's , wolven , coyotes en bobcats jagen
op gaffelbokken. De Pronghorns vormen kuddes. In het voorjaar vertrekken de
jonge mannetjes uit de kudde en vormen vrijgezelle groepen. Vrouwtjes vormen
hun groepen en volwassen mannetjes leven solitair. Vrouwtjes vormen dominantie
hiërarchieën Dominante vrouwtjes zijn agressief en verdringen andere vrouwtjes
van de voederplaatsen. Pronghorns hebben een draagtijd van 235 dagen, langer
dan gebruikelijk voor Noord-Amerikaanse hoefdieren. Het jong wordt in eind mei
geboren. Dit is ongeveer zes weken langer dan van een wit-staart hert.
Pasgeboren pronghorns wegen 2-4 kg, meestal 3 kg.
In de jaren 1920 heeft de
jacht het aantal pronghorns teruggebracht tot ongeveer 13.000 dieren. Door
bescherming van de habitat en de beperkingen van de jacht is het aantal weer
toegenomen tot een geschat aantal van tussen de 500.000 en 1.000.000.
Pronghorn migratiecorridors
worden bedreigd door versnippering van habitats en de blokkering van
traditionele migratieroutes. Uit een studie kwam naar voren dat de migratie
corridor knelpunten soms maar 200 meter breed waren. Voor de dieren zijn er
geen grote bedreigingen. De bedreigingen die er zijn, zijn het gevolg van
begrazing door ander vee, de aanleg van wegen, hekken en andere belemmeringen
voor de toegang tot hun historische leefgebied, illegale jacht, onvoldoende
voer en te weinig water.
Pronghorn |
Weer verder en we hebben de
nog kuddes nog niet gezien. Aan de linkerkant van de weg zien we de bizon
corrals. Ook hier geen dieren. Dan zien we in de verte, langs de creek, een
aantal verschillende kuddes. Vrouwtjes met jongen. Sommigen nemen een stofbad
en we zien grote stofwolken om hun heen. Dus ze zijn er wel maar op afstand.
Misschien wel om de veiligheid van de jonge kalfjes en omdat er water in de
buurt is.
De camper even aan de kant en
we bekijken de drukte in de verte. Mooi gezicht. Na een tijdje gekeken te
hebben gaan we verder. Het is nog maar een klein stukje tot het bezoekers
centrum. Als we er zijn willen we nog iets vragen maar het is al dicht. Klopt
ook wel het is al in de namiddag. Het wordt tijd dat we onze camping op zoeken.
Die hebben we vandaag al gebeld en een reservering gemaakt. Dus op naar Polson.
Via een omweg komen we op de
93. In de omgeving veel veeteelt. Overal landerijen met graslanden. Nou gras,
het is heel anders als bij ons. Het land is niet vlak en het gras is ook
anders. Verschillende soorten door elkaar en veel wilder. Hier en daar een
boerderij en in sommige weilanden lopen koeien. Geen grote aantallen, waarschijnlijk
omdat de hoeveelheid voer beperkt is.
Hier een daar zien we ook dat
ze gras gemaaid hebben en er hooi van gemaakt
hebben. Grote rollen met hooi liggen nog op het land. Inkuilen hebben we hier niet gezien. Het rijdt vlot en voordat we het in de gaten hebben naderen we Polson. De stad ligt aan een groot meer, Flathaed Lake. Leuke plaats maar niet super bijzonder. De KOA camping die we gereserveerd hebben ligt aan de andere kant van Polson. Dus we moeten de hele stad doorrijden. Mooi om even te zien wat hier allemaal is. Rustig rijden we verder en na een poosje zien we onze camping. Die ligt een eindje van de weg af boven op een heuvel, een super locatie. Het is een gloednieuwe camping met de plaatsen voor de campers op plateau’s die uitzicht hebben over een meer.
hebben. Grote rollen met hooi liggen nog op het land. Inkuilen hebben we hier niet gezien. Het rijdt vlot en voordat we het in de gaten hebben naderen we Polson. De stad ligt aan een groot meer, Flathaed Lake. Leuke plaats maar niet super bijzonder. De KOA camping die we gereserveerd hebben ligt aan de andere kant van Polson. Dus we moeten de hele stad doorrijden. Mooi om even te zien wat hier allemaal is. Rustig rijden we verder en na een poosje zien we onze camping. Die ligt een eindje van de weg af boven op een heuvel, een super locatie. Het is een gloednieuwe camping met de plaatsen voor de campers op plateau’s die uitzicht hebben over een meer.
Dat hebben wij niet maar we
hebben een prachtige plek. Als we ingecheckt hebben pakken we onze stoeltjes en
genieten we onder het genot van een bakje met het digitale boek nog even van de
zon. Omdat het een vrij nieuwe camping is, zijn de sanitaire voorziening ook
uitstekend. Alles is er, heerlijke douches, en een ruimte waar de was gedaan
kan worden. Ook zijn er strijkijzers om de kleren te strijken. Luxe allemaal,
het kan niet op! Na het eten genieten we
nog even en zitten we nog even lekker buiten. De temperatuur is nog heel
aangenaam. Als het schemerig begint te worden horen we een vreemd geluid. Er
komt een karretje, in de vorm van een krokodil op wielen, aan rijden die al
puffen en blazend over de camping rijdt. Blijkt dat deze een bestrijdingsmiddel
spuit om de muskieten te bestrijden. Volgens ons werkt het averechts en zitten
er pepmiddelen in. Voordat het wagentje kwam hadden we geen last en nu moeten
we maken dat we in de camper komen. Niet erg kunnen we aan ons blog werken. Aantal
miles vandaag 218 = 349 km.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten