11 juli 2013,
En daar is hij dan…………. Bruintje de Beer.
Hoog in de bergen is onze
camping. Vandaag worden we wakker van het geschommel van de camper, het waait
en gaat steeds harder waaien. Best wel leuk, totdat we naar buiten kijken. Er
komt een donkere lucht aan en we krijgen een flinke bui. We zitten droog en
hebben medelijden met de mensen in de tentjes. Alles wat los zit waait weg of
stuk. Het gaat erg te keer. Sommige campinggasten zijn druk bezig dingen vast
te zetten of naar binnen te halen. Het regent verschrikkelijk en er zit ook
hagel tussen. Een aantal motorgasten hebben een soort vouwwagentje en dat gaat gevaarlijk
heen en weer. De bui is snel voorbij en een regenboog komt tevoorschijn.
De motorgasten maken eerst
hun mooie motoren glanzend en droog. Hebben ze in ieder geval hun ochtend wasje
gehad, nog een geurtje en ze komen de dag wel weer door. Ons plan was om
vandaag de tocht naar Iceberg Lake te lopen. Hoog in de bergen en het laatste
gedeelte in de sneeuw. Als het nat is zijn de paden glibberig en we moeten vrij
steil klimmen tenminste het eerste eind. Het regent en waait niet meer maar de
lucht is nog wel dreigend. Deze tocht doen we nu maar niet, ook omdat we het
weer niet vertrouwen. Na overleg gaan we met de shuttle bus nogmaals het park
in helemaal naar boven toe. Dus op weg naar het visitor center en overstappen
in de shuttle bus. We hebben deze rit al eens eerder gedaan maar het blijft
mooi. Bij Logan Pass stappen uit.
Logan Pas ligt op de Continental Divide (ook wel Great Divide of Continentale
Waterscheiding) genoemd en ligt in de Rocky Mountains. Het geeft een lijn aan
waarop het water of naar de Atlantische of naar de Stille Oceaan stroomt. Triple
Divide Peak (2440 m) in het Glacier National Park is zo genoemd omdat het water
dat op deze berg valt niet alleen de Atlantische en Stille Oceaan instroomt,
maar ook naar de Hudsonbaai.
In het algemeen wordt er met de Continentale
Waterscheiding de bergkam van Alaska via Canada en de Verenigde Staten naar
Mexico bedoeld. Het grootste deel van de waterscheiding volgt de bergkam van de
Rocky Mountains in Canada en de Verenigde Staten. Het betreft hier echter een
vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid aangezien veel regenwater de
oceanen nooit bereikt. Veel neerslag wordt opgeslagen in grondwaterbekkens en
verdampt daarna. Het betreft hier vooral het Grote Bekken in het westen van de
Verenigde Staten. Een ander groot opvanggebied van de rivieren wordt gevormd
door de Grote Meren, op de grens van de Verenigde Staten en Canada.
Continental Divide |
Langs de continentale
waterscheiding loop de Continental Divide Trail, een wandelroute van 5000 km
tussen Mexico en Canada.
De rode lijn is de
Continental Divide.
Het Great Divide Basin is
iets ten noordwesten van de U van USA te vinden.
Door de hoogte zijn er vele
klimaat en micro-klimaten in het park. De westelijke kant van het park heeft
een zachter en natter klimaat. Neerslag is het grootst tijdens de winter en in
de lente met gemiddeld 2 tot 3 inch (50 tot 80 mm) per maand. Sneeuwval kan het
hele jaar door en op elk moment, zelfs in de zomer en vooral op grotere hoogte.
De winter is langdurig en komt als koude golven, met name aan de oostelijke
kant van de Continental Divide.
Going to the Sun Road |
Narrow passage Going to the Sun Road |
Bij Logan Pass stappen we
over in een ander (kleiner) busje en gaan naar het westelijke deel van Glacier
NP. Omdat we de andere kant op gaan zitten er geen andere passagiers in de bus,
wij zijn de enigen. Klaas mag voorin zitten bij de chauffeur en heeft daardoor
een prachtig zicht op de omgeving. De chauffeur doet dit al een aantal jaren
als zomerwerk. Hij heeft een andere baan maar is een paar maanden chauffeur,
vindt hij leuk om te doen.
In de avonduren gaat hij met de fiets over Going to
the Sun Road. Eerst bergopwaarts en dan snoeihard naar beneden. Vindt hij
kicken, nou hij liever dan wij. We gaan met een kleiner busje want de weg is
niet breed genoeg voor grote voertuigen. Gedeeltelijk rijden we onder de
overhangende rotsen door. Nu is goed te zien dat je hier niet met grote wagens
en campers kunt rijden. Onderweg komen we een wagen tegen met een schuifbord
voorop. Nergens zien we nog sneeuw op het wegdek liggen.
Vraag de chauffeur waarom de
sneeuwschuiver nog gemonteerd zit. Regelmatig komen er rotsblokken naar
beneden, ook op het wegdek. Met de schuiver kunnen ze makkelijk in de berm
geschoven worden. Hoef je het werk niet met de hand te doen, slim. Mooie rit en
we genieten. Een stuk van de "Going To The Sun Road" is bekend als Weeping
Wall, daar komen over een lengte van 35 meter allemaal stroompjes water uit de rotswand.
Dit is niet door de natuur ontstaan maar als gevolg van de aanleg van de weg.
De waterstromen zaten als aderen in de berg. Door de aanleg van de weg zijn deze
doorgesneden en zoekt het water een andere weg. Het water komt het laatste stuk
over de rotsen en loopt dan over de weg. Mooi om te zien maar voor de weg zelf
kan het gevaarlijk zijn. In het voorjaar is het een stroom aan smeltwater en
dat kan het wegdek ondermijnen. Daarom hebben ze een goot gemaakt waar het
water in opgevangen wordt. Door een buis loopt het water verder onder de weg
door de helling af. Raampjes dicht en ruitenwissers aan. Mooi om te zien.
Weeping Wall |
Going to the Sin Road with Weeping Wall |
De busritten zijn reuze
gemakkelijk. Bij de eerst volgende halte, The Loop, stappen we uit. Het weer
wordt steeds beter en achteraf hadden we misschien de trail naar Iceberg Lake
wel kunnen doen. Achteraf weet je het altijd wel. Een easy day is ook wel eens
lekker. In de omgeving zien we allemaal dode bomen staan. Op een info bord
lezen we dat dit het gevolg is van een bosbrand in 2003. Door harde wind, hoge
temperaturen en veel droog materiaal werd het een Trapper Fire. Het vuur vloog,
over de weg, bij de berg omhoog.
Overal geblakerde en dode stammen. Het vuur
heeft in een paar uur alles verwoest en het zal tientallen jaren weer duren
voor dat het zich hersteld heeft. Ondanks dat het vuur veel heeft verwoest
heeft het ook gezorgd dat bepaalde soorten hier nu weer voorkomen. Spechten,
beren, herten en diverse soorten planten leven hier weer. De bodem is bedekt met
lage beplanting, gras en struiken en ook nieuwe bomen groeien weer tussen de
dode. Toch vinden wij het maar een doodse aanblik geven en worden er niet
vrolijk van.
map schuttel stops Glacier National park |
In sommige verslagen hadden
we gelezen dat het rijden over Going to the Sun Road het hoogtepunt is van een
bezoek aan Glacier National Park. Nou dat klopt wel, de uitzichten zijn
spectaculair. De weg gaat dwars door het park en is 50 mile lang. Aangelegd tussen
1921 en 1932, en gezien de moeilijke omstandigheden destijds is dit een huzaren
stukje geweest. Het hoogste punt is de 2.025 meter hoge Logan Pass op de
Continental Divide. Een deel van de weg is uitgehouwen in de verticale rotswand,
de Garden Wall. De ene kant van de weg een rotswand en aan de andere een
honderden meters diepe afgrond. Er zijn enkele kleine stopplaatsen maar die
staan vaak vol. Er is een brochure van alle bezienswaardigheden langs de weg. Deze “Points
of Interest Along the Going-to-the-Sun Road”, zijn bij het Visitor Centers
verkrijgbaar. Zoals we al gezien hebben is de weg smal en op sommige gedeeltes
steil. Grote voertuigen (langer dan 6,4 meter of breder dan 2,43 meter) zijn
niet toegestaan tussen Avalanche Creek en Sun Point. De Going-to-the-Sun Road
is een groot deel van het jaar door sneeuw gesloten. We gaan weer terug,
richting Logan Pass, en nu zitten er meer passagiers in de bus. Nu zien we
Weeping Wall van de andere kant, toch heel bijzonder. Onderweg weer prachtige
uitzichten over het park.
Bij Logan Pass kijken we nog
even rond en genieten van de omgeving. De frisgroene bergweiden met op de
achtergrond de bergen. Dan pakken we weer de bus richting visitor center.
Onderweg weer prachtige uitzichten.
Bij het bezoekers centrum
aangekomen gaan we eerst wat eten. Heerlijk zitten we in de zon en genieten. Om
het bezoekers centrum zijn veel grasvelden en hier beginnen de bloemen net te
bloeien. We zijn iets te vroeg want we hebben foto’s’ gezien van een grote
bloemen zee. Bij het centrum zelf hebben ze zeker bloemen gezaaid want het
lijkt daar wel een bloemenwinkel.
Na de middag gaan we op weg
naar de west-ingang van het park, zeker meer dan twee uur rijden. Je moet
helemaal buitenom het park naar de westelijke ingang rijden. We hebben nog wat
tijd over en kunnen nog een korte trail lopen. Het is een stukje van de Red
Eagle Lake trail. Deze begint bij het ranger station en volgt Lake St. Mary.
Niet zo bijzonder maar het is wel lekker even te bewegen. Een gedeelte van het
pad staat onder water en via stapstenen moeten we naar de andere kant. Nanda
doet een misstap en haalt een nat en modderig voetje. Straks maar even
schoonmaken. Dan komen we bij de oever van St. Mary Lake, mooi!
St. Mary Lake |
Glacier National Park is een prachtig park met veel ongerepte natuur. In het park leven meer dan 1000 soorten bomen en planten en honderden diersoorten. Samen met het in Canada gelegen Nationaal park Waterton Lakes vormt Glacier National Park het Waterton Glacier International Peace Park, dat in 1995 door UNESCO op de Werelderfgoedlijst werd geplaatst. Het park wordt beheerd door de National Park Service. Glacier National Park heeft een bijzonder ecosysteem, dat ook wel de "Kroon van het continentale ecosysteem" wordt genoemd. Vrijwel alle planten en dieren die leefden in het park voordat de Europeanen kwamen, komen nu nog voor in het park.
In totaal zijn er meer dan
1132 plantensoorten in het park geïdentificeerd. Overwegend bestaan de bossen uit naaldbossen
zoals sparren, douglas, sub alpien spar, dennen en westerse lariks. Populier en
esp zijn de meest voorkomende loofbomen en te vinden langs rivieren en meren.
De boomgrens aan de oostkant van het park is bijna 800 voet (244 m) lager dan
aan de westkant van de Continental Divide. Dit als gevolg van de koudere winden
die van de Great Plains komen. Ten westen van de Continental Divide, krijgt het
bos meer vocht en wordt meer beschermd tegen de winter. Dit heeft als gevolg
een dichter bevolkt bos met hogere bomen. Boven de beboste valleien en
berghellingen vind je alpine toendra’s, met grassen en kleine planten, alpen
planten. Het park heeft tal van ecosystemen, variërend van prairie naar
toendra. De beboste delen vallen in drie grote klimaatzones. Het westen en
noordwesten wordt gedomineerd door sparren en dennen. Het zuidwesten door
redcedar en Hemlock, de gebieden ten oosten van de Continental Divide vind je een
gemengde combinatie van dennen, sparren, dennen en prairies.
Grote bosbranden zijn
zeldzaam in het park. Echter in 2003 is meer dan 13 % van het park door een
bosbrand verwoest. Bosbranden werden vele decennia lang gezien als een
bedreiging voor de beschermde gebieden zoals bossen en parken. Na 1960 kwam men
er achter dat bosbranden een natuurlijk onderdeel zijn van het ecosysteem. Het
vroegere beleid van bosbrandbestrijding leidde tot een opeenhoping van dode en
rottende bomen en planten die anders door het vuur verteerd zouden zijn. Veel
soorten planten en dieren hebben eigenlijk bosbranden nodig. Bij brand komen voedingsstoffen vrij waar zij, en
de bodem, afhankelijk van zijn. Op de open plekken groeien weer bepaalde
grassen en kunnen kleinere planten weer bloeien. Glacier National Park heeft
een brand beheersplan dat ervoor zorgt dat door mensen veroorzaakte branden
bestreden worden. Natuurlijke branden laat men gecontroleerd hun gang gaan en
worden alleen bestreden als mensen en gebouwen in gevaar komen.
Whitebark pine (Pinus
albicaulis) een den die veel voorkomt in het park is aangetast door blister
rust, bij ons bekend als roest. Deze dennenbossen zijn aangetast en zwaar
beschadigd als gevolg van de effecten van een niet- inheemse schimmel. In
sommige gebieden is 30 % van de bomen al dood of stervende en de resterende 70%
is aangetast. De zaden uit de kegel van de den heeft een hoog vetgehalte,
algemeen bekend als de pijnboompitten. Dit is het favoriete voedsel van rode
eekhoorns en Clark’s Nutcracker. Van grizzlyberen en zwarte beren is bekend dat
zij weer op de eekhoorns jagen die deze pitten zoeken. Voor de beren zijn zij
hun favoriet gerecht. Er is geprobeerd de verspreiding van de schimmel te keren
maar dat is niet gelukt. Het verdwijnen van deze bomen zal negatieve gevolgen
hebben voor de eekhoorns, notenkrakers en de beren.
Er zijn twee beschermde
diersoorten te vinden in het park: de grizzlybeer, waarvan er zo'n 300 leven in
het park, en de Canadese lynx. Andere grote zoogdieren die voorkomen zijn de
sneeuwgeit (het officiële symbool van het park), veelvraat, dikhoornschaap,
eland, wapiti, witstaarthert en coyote. De poema komt ook in het park voor, al
komt men die zelden tegen. Sinds de jaren 80 leeft de wolf weer in het park.
Kleine dieren die voorkomen zijn onder andere de das, rivierotter, oerzon
(boomstekelvarken), vismarter en zes verschillende soorten vleermuizen.
In totaal zijn 260 soorten
vogels waargenomen, zoals de Amerikaanse zeearend, steenarend, visarend en
verschillende soorten valken. Watervogels die voorkomen zijn onder andere de
fluitzwaan, Amerikaanse blauwe reiger, grote Canadese gans en Amerikaanse smient.
De Harlekijn eend is een kleurrijke soort watervogel die gezien wordt in de
meren en waterstromen. In de hoger gelegen gebieden leven de bergvinken. De
grote Amerikaanse oehoe, Clark's Nutcracker, Steller Jay , cederpestvogel leven
in de dichte bossen langs de berghellingen. In de hoger gelegen gebieden vind
je de korhoen, Timberline spreeuw en Rosy vink. Clark's Nutcracker zijn minder
talrijk dan de afgelopen jaren als gevolg van de daling van het aantal
whitebark pijnboom dennen.
Er leven slechts drie soorten
reptielen in Glacier National Park; de Amerikaanse sierschildpad en twee
soorten gladde slangen. In het park leven zes soorten amfibieën, die in groten
getale voorkomen. Omdat het hier vaak te koud is kunnen in dit gebied maar
weinig reptielen en amfibieën leven.
Na een grote bosbrand in
2001, werden een aantal wegen tijdelijk afgesloten om de Californische pad de
gelegenheid te geven terug te keren naar hun oorspronkelijke habitat.
In de wateren van het park
komen 23 soorten vis voor, waaronder houtingen, vlagzalm, en de rode zalm. De
introductie van niet-inheemse soorten als de Amerikaanse meerforel en andere
soorten bedreigen sommige inheemse
vissoorten.
Bij het meer spoelt Nan haar
sok even schoon het kan niet anders. In de camper hebben we nog droge en
schone. Zelf spoel ik de schoen nog maar even schoon. Zal wel vervelend lopen
met een natte schoen. Straks ook maar andere schoenen pakken. We gaan terug nu
heel voorzichtig over de stap stenen. Verderop zitten vlinders in op de grond.
Ze zoeken mineralen uit de modder. Mooi gezicht.
Langs het pad staan jonge bomen
met kleine dennenkegels. Mooi om te zien hoe ze groeien. Meestal zitten ze hoog
in de boom en kun je het niet zien. Bij de camper is ook een bloemen weide, het
begint een en al kleur te worden. Als we bij de camper zijn drinken we wat en
gaan op weg. Het eerste stuk van de weg chauffeur ik omdat de weg redelijk
bochtig en steil is. Op een uitzichtpunt hebben we een mooi zicht op de bergen
met sneeuw, St. Mary Lake en op de voorgrond verbrande bomen. Hier kunnen we
maar niet aan wennen, ondanks dat er al nieuw groen tussen staat.
Vieuw over Lake St. Mary |
Op de weg terug zien we aan
weerskanten de prairies of ook wel de plains genoemd. Het is dat de indianen
niet meer op paarden rijden anders zou je je bijna in gaan beelden dat ze over
de grasvlakten rijden. Moet vroeger een heel imposant gezicht zijn geweest. Het
is heel indrukwekkend, die glooiende grasvlakten. Bizons zien we niet wel een
koe die op de weg loopt. Gevaarlijk maar gelukkig rijden we niet hard. Kan ook
zijn dat deze koe de verkeersregels kent en weet dat hij niet op de weg mag
komen.
Al een heel eind uit het park
zijn we op een grote weg als Klaas in een stuk grasland met daarachter wat
bosjes aan de rechterzijde iets ziet bewegen. Stop! Het is een beer. Vlug manoeuvreert
hij de camper naar de zijkant en pakt het fototoestel. De beer rommelt wat op
het talud naast de weg en loopt naar de weg. Een achter ons rijdende auto rijdt
ons voorbij en daarachter rijdt een grote camperbus.
Black bear crossing the road |
Die heeft flink vaart en de
chauffeur schrikt zich wezenloos als ineens de beer gang zet en de weg over rent.
De camper vol in de remmen en de beer schiet er net voor langs. Juist één foto
kan Klaas maken, wat kan die beer snel. Hij moest ook wel want anders wat hij
geraakt. Blijkbaar is de beer ook geschrokken want hij draaft nog even door en
verdwijnt in de bosschages aan de overkant van de weg. Wat een belevenis, en
daar waar je het helemaal niet verwacht, tenminste niet zo ver buiten het park.
De rit verloopt verder zonder beren (en apen) op de weg.
the 89 south |
Behalve dat we weer om moeten
rijden via Browning. De 49 is nog steeds afgesloten: in ieder geval voor
campers, jammer. Daar is ook een afslag naar Two Medicine. We hadden hier wel
even willen kijken. Dit gedeelte van het park was vanaf de late jaren 1890 tot
de voltooiing van de Going-to-the-Sun Road in 1932 een van de meest bezochte
delen van het park. Langs Medicine Lake stonden toen grote gebouwen zoals
chalets en Two Medicine Store. De regio is een startpunt voor vele wandelpaden.
Tourboats nemen bezoekers mee op Two Medicine Lakes waar de steile zuidwand van
Rising Wolf Mountain boven het meer uittorent. Verschillende indiaanse stammen,
waaronder de Blackfeet beschouwden dit gebied als heilige grond. Zij geloofden
dat hier hun voorouders woonden waar ze mee in contact stonden. Afgezien van
Chief Mountain is Two Medicine het meest heilige deel van het park voor de
Blackfeet. De naam van de vallei komt van de Blackfeet en Blood Indianen. Ze
kwamen overeen om hier gezamenlijk ceremonies te houden. The Bloods arriveerden
niet op tijd. Daardoor ontstonden er uiteindelijk twee plaatsen waar aparte
ceremonies werden gehouden, Two Medicine. Ongeveer halverwege de 12 mijl lange
State Route 49 kom je in het park. Halverwege is een 9 mile lange zijweg die
naar Two Medicine Valley gaat. Deze gaat langs de noordelijke oever van Lower
Two Medicine Lake het park in. De weg eindigt aan de oostzijde van Two Medicine
Lake. Hier is een Ranger Station, een kampwinkel, een camping en een steiger
waar boottochten beginnen.
In deze vallei zijn
schitterende meren, die omsloten worden door kleurrijke rotsen. Er is een keur
aan trails zoals de Aster Park Viewpoint Trail met een lengte van 6 kilometer
(heen en terug).
Het eerste stuk loop je door
een sparrenbos, daarna door het bloemrijke weidegebied, Aster Park waaraan de
trail haar naam te danken heeft. Op het eind bereik je een hoog gelegen punt.
Daar heb je een schitterend uitzicht
over de Sinopah en Rising Wolf Mountains, en over Two Medicine Lake.
Een korte trail is Running
Eagle Falls Trail, 1 km (heen en terug).
Op het eind van de trail is
een waterval. Deze heet Running Eagle Falls maar heeft als bijnaam "Trick
Falls". De waterval bestaat uit twee delen. In de lente valt er vaak
zoveel water vanaf het bovenste deel naar beneden, dat het onderste deel
helemaal onzichtbaar wordt. In de zomer neemt de waterstroom af en neemt het
een andere route. Het water gaat dan via een ondergrondse grot alleen nog door
het onderste deel van de waterval. Dit deel van het park heeft ook vandaag nog
voor de Blackfeet indianen een belangrijke religieuze waarde. De waterval is
vernoemd naar de befaamde vrouwelijke krijger Running Eagle. In 1845 sneuvelde
zij in een gevecht met de Flathead Tribe.
De Scenic Point Trail is een
lange trail met een lengte van 10 km(heen en terug).
De trail gaat door grote open
gebieden, waardoor je goed zicht hebt op het berglandschap om je heen. Scenic
Point is een rotsachtige heuvel die deels begroeid is met gras. Je bevindt je
dan op een hoogte 2.286 meter en dan respectievelijk 700 meter boven de bodem
van Two Medicine Valley. Nog langere trails zijn De Twin Falls Trail en de
Upper Two Medicine Lake Trail die 12 en 16 kilometer lang zijn(heen en terug).
De Twin Falls (dubbele waterval) kun je ook bereiken door met een boot naar het
westelijke uiteinde van Two Medicine Lake te varen. Van daaruit verder te
lopen. De wandelingen zijn dan 3 en 7 kilometer lang (heen en terug).
near Marias Pass on the 2 west |
We slaan weer af richting
Browning en daar is het nog net zo troosteloos als op de heenweg. Als je zo om
je heen kijkt verbaas je hoe de mensen daar leven, je zou er depri van worden.
Afslaan naar de 2 en dan onder Glacier NP door naar de westkant van het park.
Weer over de Marias Pass. Aan
weerskanten weer de bergen. Nu zien we de spoorlijn soms ook liggen. Ook zien
we een goederentrein rijden. Af en toe rijdt die onder een soort afdakjes door.
Het is niet goed te zien door de bomen. We denken dat die afdakjes er zijn om
te voorkomen dat er rotsblokken op de rails komen.
We rijden weer langs de
Middle Fork Flaedheat River en hebben een mooi zicht op de rivier. We zien
rubberboten op de rivier, de mensen zijn daar aan het raften. Na een tijdje
rijden komen we bij de west ingang, het bord even op de foto. Naast bord
(links) staat een brandkraan. Deze hebben ze leuk versierd en hoedje op en een
strikje en gezichtje er op geschilderd, leuk. Minder leuk zijn de vlaggen op de
achtergrond. Deze hangen nog steeds half stok ter nagedachtenis aan de
omgekomen park brandweerlieden in Arizona. Deze kant van het park is toeristischer
dan de andere kant. De camper ergens parkeren en dan even kijken in het
“dorpje”. Het stelt niet veel voor. Wat restaurants, souvenir winkeltjes en
enkele hotels en lodges. In Apgar Visitor Center gaan we voor de zekerheid even
kijken. Plannen maken voor morgen, de Highline Trail lopen. Deze trail is
vandaag pas open gegaan dus dat treffen we. In het visitor center is ook een
grote reliëfkaart van het park. Verder is er een tentoonstelling over de
geologische historie en de natuur van het park. Nog wat plattegronden mee en
nog wat vragen en dan weer verder. Op een grasveld zien we allemaal prairie
dogs lopen, grappige beestjes. Dan lopen we even door naar de bootsteiger van
Lake Mc. Donald. Het is een prachtig meer en we zien veel mensen met bootjes en
kano’s bezig.
Lake Mc. Donald
is het grootste meer in Glacier National Park. Het is ongeveer 16 km lang, en
meer dan 1,6 km breed en 130 m diep. Het is gevuld door regen en smeltwater.
Het meer ligt op een hoogte van 960 meter en ligt aan de westkant van de
Continental Divide. De Going-to-the-Sun-Road loopt parallel langs de zuidkant
van het meer. Het meer wordt omringd door bergen die begroeid zijn met sparren,
lariksen en dennen. De bergen houden de wolken tegen waardoor hier veel regen
valt. Deze omstandigheden zijn dan ook erg gunstig voor de western red cedar en
de western hemlock. Deze soorten groeien gewoonlijk dichter bij de kust.
Lake Mc. Donald |
Door de nattigheid groeien
hier ook veel mossen en varens. Bij helder en windstil weer zie je dit alles
schitterend in het water weerspiegelen. Het water is kristalhelder en ijskoud,
ook in de zomer. De oorspronkelijke bewoners, de Kootenai, noemden het meer
“Sacred Dancing Lake” en organiseerden er ceremonies langs de oevers.
Het meer is de thuisbasis van
een aantal inheemse vissoorten, zoals roof forel, regenboog forel, stier forel,
meer forel, witvis, kokanee zalm. In het meer zit weinig voedsel voor de vissen
en ze moeten veel doen om te overleven. Grizzly en zwarte beer, eland, en
muilezel herten zijn vaak te vinden in de buurt van het meer. Het meest langs
de noordelijke oever.
Na een poosje van dit alles
te hebben genoten lopen we terug naar de camper en zoeken onze camping op.
Gelukkig hebben we gereserveerd want hier is bijna alles vol. Ook nu weer
hebben we een KOA camping, 355 Halfmoon Flats West Glacier, Montana 59936, wgkoa@centurytel.net, www.westglacierkoa.com
Een hele mooie ruime camping. Na dat we ons gemeld hebben gaan we ons plekje
opzoeken. We staan onder wat dennenbomen, jammer. We hadden wel in de zon
willen staan. Daarom gaan we maar voor de camper zitten, daar is nog wel zon. Vandaag was het,
ondanks het regenachtige begin, een zonnige dag. Van de bui van vanmorgen is
helemaal niets meer te merken. Zelfs mijn natte schoen is al weer droog. We
luieren lekker met een boek en zien een giga-camper. Die komt zeker op de foto,
deze camper heeft een veranda en daar zitten ze op. Toppunt is dat er dan ook
nog een flat screen televisiescherm uit de camper geschoven wordt. Dus de
mensen zitten buiten op de veranda tv te kijken. Boven de veranda nog een
zonnescherm, om de wielen hoezen om ze tegen de zon te beschermen. Het moet ook
niet veel gekker worden.
Nou het kan echt nog wel
gekker. Even verderop staat net zo’n joekel van een camper en die heeft
openslaande tuindeuren aan de achterkant! De achterklep kan naar beneden en dan
kunnen er glazen tuindeuren opengedraaid worden en daar is je terras. Het dikke
leren bankstel staat klaar, hierop zitten ze lekker in de zon. Verschil moet er
zijn. Wij zijn in elk geval sprakeloos. Echt elkaar de ogen uit steken, van wie
heeft de grootste.
Echt verbazen hoeven we ons echt
niet meer, de vreemdste creaties hebben zijn we al gezien. Toch is het leuk om
te zien. Zo ook een giga camper met slide-outs, daarachter hangt een pick-up
truck. Op de pick-up, kano’s en op de trekhaak een fietsenrekje met een aantal
fietsen. Wel makkelijk je hebt alles bij je en voor alle omstandigheden die je
tegen kan komen. Je hebt vervoer, een hotel op wielen. Materiaal voor
ontspanning en om boodschappen te halen en mocht het hoogwater worden dan geen
paniek. Zij zijn er klaar voor. Gereden vandaag 111 mile = 176 km.
All together, RV-car-bike and cano's |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten