zondag 17 augustus 2014

St. Mary – East Glacier National Park – St. Mary



9 juli 2013, 

Hidden Lake….gevonden.


Gisteravond is hier flink onweer geweest. Het leek al dreigend toen we aankwamen maar het werd nog wel wat erger. Donkere dreigende luchten tegen donkere bergen……het werd steeds donkerder. Het daverde en het rommelde en de regen rammelde op het dak. Waren wij blij dat we niet in een tentje zaten. Eigenlijk de hele avond is het donker en dreigend geweest maar zoals we gisteren als schreven als beloning mooie luchten. Alle raampjes hadden we dicht gedaan voor de nacht en het was frisjes. Gelukkig hebben we extra dekens en die hebben we maar gebruikt. Vanmorgen was het helemaal verdwenen, en was het zonnig en prachtig mooi weer. Klaas had het plan bedacht om met de shuttle bus tot halverwege het park te rijden, de laatste stop bij Logan Pass. Daarvoor moesten we wel eerst met de camper naar de vertrekplaats van die bus en dat is bij het visitor centrum.
We kunnen wel met de camper maar dit is veel gemakkelijker. Kunnen we rustig zittend de omgeving verkennen. We komen weer door het dorpje St. Mary. Het dorpje ligt langs de grens van Glacier NP en niet in het reservaat van de Blackfeet Indian Reservation. Het dorp is het meest oostelijke punt van de Going-to-the-Sun Road die het park van oost naar west doorsnijdt. Het hele jaar door wonen er minder dan 50 mensen in het dorp. Op drukke zomeravonden vertienvoudigd dit aantal. Er zijn verschillende lodges, restaurants, cafés, een kleine supermarkt, twee benzinestations en een paar campings.Vooral St. Mary Lodge en Resort is een heel imposant gebouw. Een groot aantal medewerkers van het National Park Service woont in dit park naast het dorp. Dan komen we bij de afslag naar Going to the Sun Road. Al rijdend richting visitor center komen we langs het bord met Glacier National Park; nou dat moet even op de foto.

We zijn in Glacier National Park. Het is een nationaal park in de Amerikaanse staat Montana. Het park ligt in de Rocky Mountains op de grens met Canada. Glacier National Park grenst aan Waterton Lakes National Park in Canada. De twee parken staan bekend als de Waterton-Glacier International Peace Park en werden aangeduid als 's werelds eerste International Peace Park in 1932. Beide parken zijn door de Verenigde Naties aangewezen als Biosphere Reserves in 1976 en in 1995 als World Heritage sites. De bergen van het Glacier National Park behoren tot de Rocky Mountains. Er zijn op zijn minst honderdvijftig bergpieken van 2400 meter en hoger. Zes daarvan zijn hoger dan 3000 meter, waarvan Mount Cleveland (3190 m) het hoogste is. De bergen in het park zijn verdeeld over de bergketens Clark Range, Lewis Range en Livingston Range. De vorming van de bergen van het Glacier National Park begon 170 miljoen jaar geleden. De oude rotsen werden, naar het oosten, over de veel jongere gesteentelagen omhoog gedrukt. Dit is nu bekend als de Lewis Overthrust. 
Lewis Overtrhust Fault
Dit is een geologische duwfout van de Rocky Mountains in Glacier National Park. De Lewis en Livingston bergketens zijn de zichtbare herinneringen van deze fout. De Rocky Mountain Front is het meest oostelijke gedeelte van de Lewis Range die abrupt eindigt op een hoogte van 4.000 tot 5.000 voet (1.200 tot 1.500 m) boven de Great Plains.
De Lewis Overthrust vormde de Rocky Mountains als gevolg van botsende tektonische platen. Spanningen op de continentale platen duwde een enorme rotswig meer dan 50 mile (80 km) oostwaarts. De rotswig, die verscheidene mijlen dik en een paar honderd mijl lang was, bestond uit Proterozoic rotsformaties. De onderliggende laag bestond uit zachter materiaal, krijt tijdperk rotsen die meer dan 1400 miljoen jaar jonger dan de overthrust laag waren.
dwars doorsnede Liningstone and Lewis Range
Chief Mountain is een zeer zichtbaar voorbeeld van de Lewis Overthrust. De berg is een geïsoleerd overblijfsel van de oostelijke rand van de bovenplaat. Erosie heeft na verloop van tijd de berg gevormd in haar karakteristieke vorm, waardoor deze hoog boven de prairie uit torent.
De huidige vorm van de Lewis en Livingston bergketens en de posities en grootte van de meren zijn aanwijzingen dat dit gebied gevormd is door het ijs. Tijdens de laatste ijstijd hebben enorme gletsjers van soms wel bijna een kilometer dik, delen van de bergen in het park weggeschuurd. Daardoor werden diepe valleien en scherpe bergranden gevormd. Aan het einde van de ijstijd begonnen de lager gelegen gletsjers te smelten, en vormden zich grote bergmeren op de plaatsen waar zich eerst de gletsjers bevonden. Sinds het einde van de Kleine IJstijd trekken de gletsjers in het park zich terug, een wereldwijde trend. Uit een studie naar foto's en kaarten blijkt dat van de naar schatting 150 gletsjers die in het midden van de 19e eeuw in het park bekend waren nog maar 25 over zijn in 2010. Op foto's is goed te zien dat in de laatste tachtig jaar Grinnell Glacier een stuk kleiner is geworden. Van de huidige gletsjers in het park is Grinnell Glacier de grootste. Wetenschappers schatten dat de gletsjers in het park tegen 2020 verdwenen zijn als de huidige klimaatverandering aanhoudt.

Area's in Glacier National Park
Glacier National Park kun je opdelen in verschillende gedeelten. De Continental Divide verdeelt Glacier NP in twee gedeelten, West en East Glacier. In West Glacier vind je richting Canada de North Fork Area, naar beneden heb je de Lake Mc.Donald Area. Richting East Glacier passeer je de Southern Sector dit is een gebied waar weinig mensen komen. Vervolgens steek je de Continental Divide over en krijg je het East gedeelte en kom je bij Two Medicine Area. In de East Area vind je de St. Mary Area en Many Glacier Area. Meer richting Canada is de Belly River County en Highline Area. Ook een gebied waar weinig mensen komen.
Ontdekking van Glacier NP. Uit archeologisch onderzoek is bewijs gevonden dat 10.000 jaar geleden indianen leefden in dit gebied. De vroegste stammen (tribes) waren de Salish, Flathead, Shoshone en Cheyenne. De Blackfeet kwamen rond het begin van de 18e eeuw. Zij domineerden al snel de oostelijke hellingen van het huidige  park, evenals de Great Plains naar het oosten. Het gebied wat nu Glacier NP is, gaf de Blackfeet beschutting tegen de barre winterse winden van de vlakten. Verder konden ze hun traditionele jacht op bizons aanvullen met ander wild. De Blackfeet beschouwden de bergen van dit gebied, met name Chief Mountain en de regio bij Two Medicine, als de "ruggengraat van de Wereld". In 1895 verkocht Chief White Kalf van de Blackfeet 800.000 acres ( 3.200 km2 ) van het berggebied  aan de Amerikaanse overheid voor $ 1.500.000. De voorwaarde was wel dat de Blackfeet het gebruiksrecht van de grond zouden houden voor de jacht. Vandaag de dag bevindt zich het Blackfeet Indian Reservation zich ten oosten van het park. Het Flathead Indian Reservation ligt ten westen en ten zuiden van Galcier NP.

Ook Lewis en Clark trokken in 1806, via de rivier de Marias, door dit gebied. Dit heeft geleid naar andere verkenningen bijv. in 1885 door George Bird Grinnell. Hij werd zo geïnspireerd door het landschap dat hij de komende twee decennia er aan werkte er een nationaal park van te maken. Ver weg in het noordwesten van Montana, aan het zicht onttrokken door een clustering van bergtoppen, ligt een  verborgen hoek “de Kroon van het continent” Zo omschreef Grinnell in 1901 deze regio en zijn inspanningen hebben geleid tot het uiteindelijke park. 
Many Glacier Hotel (Wikipedia)

In de tussentijd gebeurde er van alles zoals de bouw van het Many Glacier Hotel bij het Swiftcurrent Lake in 1891. De aanleg van een spoorlijn door de Great Northern Railway. De spoorlijn ging langs de zuidelijke grens van het park en kruiste de Continental Divide bij Marias Pass op een hoogte van 5213 feet (1589 m). Om het gebruik van de spoorlijn te stimuleren maakte de spoorwegmaatschappij reclame voor de prachtige natuur in deze regio. Het bedrijf lobbyde  bij het Congres van de Verenigde Staten om het gebied te behouden. Ook andere natuurbeschermers spanden zich hier voor in en in 1910 werd de regio aangewezen als nationaal park. Om het toerisme te bevorderen bouwde de Great Northern Railway in 1910, verspreid over het park, een aantal hotels en chalets. Deze gebouwen werden gebouwd naar Zwitserse architectuur: men wilde een "America's Zwitserland " creëren. Deze historische hotels en chalets zijn opgenomen in het National Register of Historic Places.

map shuttle stops from St. Mary - Logan Pass
Voor dat we het weten zijn we bij het Visitor Center. Voor de camper is genoeg plek. Aangezien we vroeg vertrekken was een kopje koffie op de parkeerplaats nog een goed idee. Het wordt echter een haastig bakkie want de bus is er al en die willen we niet missen. In de bus gaan we op weg naar het Hidden (verborgen) Lake. Deze shuttle bus is service van het park en is reuze handig. Regelmatig rijden ze langs alle belangrijke plaatsen, overal kun je in en uitstappen en het kost niets. Omdat we in het east gedeelte zitten hebben we de rode lijn. Die gaat van St. Mary Visitor Center tot Logan Pass. De bus is zo goed als vol en onderweg stappen nog reizigers in. Die staan op een de camping van Rising Sun in Glacier NP. De medereizigers wisselen ervaringen uit en daar doen wij ons voordeel ook mee. Welke trail wel te doen, en de moeite waard is. Aan de rechterkant zien we grote rotswanden met East Flattop Mountain, Otokomi Mountain en Goat Mountain. Aan de linkerkant zien we Saint Mary Lake. 
Saint Mary Lake is het tweede grootste meer in Glacier National Park. De Going to the Sun Road loopt parallel langs het meer. Het meer ligt op een hoogte van 4.484 voet (1.367  ) en ligt daardoor het bijna 1.500 voet (460 m) hoger dan Lake Mc.Donald. Dit laatste meer is het grootste in het park en ligt aan de westkant van het Continentaal Divide. St. Mary Lake is een langgerekt meer van 15,9 km en 91 meter diep.
Halverwege versmald het meer zich en dat wordt the Narrows genoemd. Het is een koud meer en de temperatuur komt zelden boven de 10°C uit. In de winter bevriest het geheel met soms een ijsdikte van 4 meter. In het meer ligt ook een klein eilandje, Goose Island genaamd. Hoe ze aan de naam komen geen idee, maar het stelt weinig voor.
Het is een prachtige rit. De weg slingert zich langs de bergwand. Aan de rechterkant de grote bergen zoals Goining to sun Montain en Piegan Mountain. Links van ons een diep ravijn of vallei met in de diepte Siyeh Creek die over gaat in de Reynolds Creek. Het is een prachtig gezicht. Waterstromen die van de berg afkomen en via de heuvel naar de kreek stromen.
 

Het valt niet mee foto’s door het raam van de rijdende bus te maken. De zon weerkaatst op het glas en het raam is niet overal schoon. Op het eind komen we bij het eindpunt, Logan Visitor Center. Het is er gezellig druk. Dit is ook het eindpunt van de bus die van de westkant komt. Als je zou willen kun je overstappen en dan door het hele park rijden.

Wij gaan later nog een paar dagen naar de westkant van het park en doen dat dus nu niet. In het park rijden ook commerciële bussen, van die rode oudjes waarvan het dak opgeklapt kan worden. Deze worden vooral gebruikt om echte rondritten te maken. Ook rijden veel mensen met eigen auto’s door het park. Bij de bus stop is een grote parkeerplaats met toiletten en de nodige informatie over de te lopen tochten. Even in het Visitors Center kijken en Nanda ziet gelijk een familie lid. Niet in levende lijve maar een opgestopte. Toch voelt ze zich aangetrokken, waarschijnlijk is ze in haar vorige leven marmot geweest.

 

Het Logan Visitor Center is geopend van juni tot midden oktober en ligt precies op de Continental Divide. In het centrum is veel informatie te vinden over het alpine landschap dat ongeveer 1/3 deel van het park beslaat. Ons plan is om de tocht naar het Hidden Lake te doen. Al veel gelezen over deze trail en die moet heel mooi zijn. We gaan op weg en we zijn niet de enigen. Het is een populaire trail. Het eerste stuk gaat over een beton pad en dan over vlonders.
Om ons heen een prachtig landschap, bergen met sneeuw, smeltwater, voorjaars bloemen die net boven de grond uitkomen. Het is prachtig weer en we genieten volop. Voor ons zien we een grote berg, Clements Mountain. Daar moeten we om heen om bij Hidden Lake te komen. We hebben gelezen dat de trail, tot het uitzichtpunt over het meer, heen en terug 5 km. is. Het hoogteverschil is niet groot maar 140 meter. Al redelijk gauw komen we in de sneeuw en ondanks dat we in de korte broek lopen is het helemaal niet koud.
Het blijkt dat de trail nog voor een groot gedeelte onder de sneeuw ligt. Dus over de sneeuw. We hebben wel schoenen met profiel maar het is glibberen. De sneeuw is half gesmolten en aangetrapt. Sommige stukken zijn redelijk steil en bij een misstap maak je een behoorlijke schuiver. Vooral op plekken waar we de terugkerende lopers moeten passeren. Aan een glijpartij hebben we  geen zin in dus doen we heel voorzichtig. De bergen voor ons zijn groot en dichtbij, ook daar ligt nog sneeuw op. Al lopend komen we door verschillende sneeuwvlaktes. Ook gedeeltes waar de sneeuw aan het smelten is.
 

Daar beginnen voorjaarsbloemen te groeien en het is er nat. Er bloeien mooi kleine gele dwerg lelies, Glacier Lily. Soms staat er hier en daar één maar op andere plekken is het een geel veld. Op de zuidkant zijn de bloemen al in bloei en de andere zijde is de beplanting nog bruin. Op sommige gedeeltes markeren gekleurde paaltjes de route want die is soms niet te zien. Het is dat we het weten maar al lopend kruisen we een aantal malen de Continental Divide. Ook het meer is helemaal niet te zien, geen idee welke kant het op ligt. Af en toe zien we een paar dennenbomen en even later komen we aan de zuidkant. We hoeven nu niet meer door de sneeuw te worstelen. Berggeiten komen hier voor en ook wij zien ze, een stuk of 5 in totaal. Hun vacht is rafelig en ze zijn duidelijk aan een nieuwe toe. Dit hun rui periode. Ze verliezen hun wintervacht en hun zomertenue komt er onder vandaan. Zo half om half zijn ze er niet mooier op geworden. We zien een bok, een aantal geiten en een jong. Ze zijn helemaal niet bang en ondanks de drukte grazen ze mooi door.
Mountain Goat
De Mountain Goat (sneeuwgeit) is een groot hoefdier uit de Rocky Mountains. Ondanks zijn naam is hij nauwer verwant aan de gems dan aan de geit. Om die reden wordt hij soms ook sneeuwgems genoemd.
De sneeuwgeit komt voor op steile hellingen, hoog in de gebergten van het westen en het noordwesten van Noord-Amerika, in Zuidoost-Alaska, Zuid-Yukon, en Zuidwest-Mackenzie tot Oregon, Noord-Idaho en Noordwest-Montana. Ook in andere berggebieden in Noord-Amerika is hij ingevoerd, waaronder in Nevada, Utah, Colorado, Wyoming en South Dakota. 's Zomers leeft hij tot op 4000 meter hoogte, 's winters is hij lager te vinden in de alpenweiden tot aan de rand van de boomgrens en zelfs in de dalen. Hij waagt zich 's zomers geregeld boven de sneeuwgrens, waar weinig andere grote dieren zich wagen.
Dit gebied is door de sneeuw, ijs en steile rotsen vrij ontoegankelijk. De sneeuwgeit weet echter te overleven op de steilste rotswanden en aan de rand van gletsjers en de eeuwige sneeuw. Het is een behendige klimmer, die van rots naar rots springt en sprongen van acht meter naar beneden kan maken.
De sneeuwgeit is een grof hoefdier met korte, stevige poten. De sneeuwgeit heeft een vrij dikke huid op de achterzijde van het lichaam. Bij een bok is de huid op de achterzijde tot 2,1 centimeter dik, en op de achterpoten tot 1,5 centimeter. Dit dient als bescherming tegen de scherpe hoorns van andere mannetjes in gevechten.
De sneeuwgeit heeft een gelig witte vacht, bestaande uit een dichte wollige onder vacht en daarover langere dek haren. De onder vacht houdt de warmte vast. Op de nek, schouders en achterlijf lopen lange manen, en de poten hebben een dikke "broek" van lange haren. Onder de kin loopt een baardje, dat tot twaalf centimeter lang kan worden. De rui periode is in juli. De wintervacht is langer dan de zomervacht.
De hoeven zijn breed, met zachte eeltkussens en een harde rand, zodat het dier niet door de sneeuw zakt en houvast heeft op de steilste hellingen. Beide geslachten hebben hoorns, alhoewel die van het mannetje (bok) dikker zijn. De zwarte hoorntjes zijn puntig en achterwaarts gekromd. Ze worden 15 tot 30 centimeter lang, bij vrouwtjes tot 23 centimeter. Op de achterzijde van de kop heeft het dier geurklieren.
De grootte van de sneeuwgeit verschilt per regio. Dieren in zuidelijke streken zijn kleiner dan noordelijke dieren. De sneeuwgeit heeft een kop-romplengte van 120 tot 180 centimeter, een schofthoogte van 90 tot 120 centimeter en een lichaamsgewicht van 46 tot 140 kilogram. Bokken worden groter dan de wijfjes. De bok heeft een schofthoogte tot 122 meter, een kop-romplengte tot 175 centimeter en een lichaamsgewicht van 70 tot 140 kilogram, de geit heeft een schofthoogte tot 92 centimeter, een kop-romplengte tot 145 centimeter en een lichaamsgewicht van 53 tot 71 kilogram.
De sneeuwgeit eet gras, jonge scheuten, bladeren en twijgen van struiken. 's Winters eet hij voornamelijk mos en korstmos, twijgen van dennen, sparren, jeneverbes en ratelpopulier, en de wortelstokken van varens. Ook likt hij aan rotsen om zo minerale zouten binnen te krijgen.
Mountain Goat, young, female and male
Vrouwtjes leven met hun jongen in groepjes van twee tot zes dieren. De bokken leven voornamelijk solitair. In de winter, tijdens hevige sneeuwstormen, kunnen verscheidene groepen sneeuwgeiten zich samenvoegen tot grotere groepjes van vijftien tot twintig dieren. Ze zijn voornamelijk in de ochtend en avond actief, soms ook op heldere nachten. Vaak zullen de dieren stofbaden nemen. Op warme dagen zoekt het dier de koelte van de schaduw of een bed van sneeuw, waar hij op gaat liggen. De sneeuwgeit kan vaak op een uitstekende punt gezien worden, vanwaar hij de omgeving in de gaten houdt.
Hoewel de sneeuwgeit goed is aangepast aan het leven op steile rotskliffen, komen ongelukken voor. Lawines en vallende rotsen maken de grootste slachtoffers onder sneeuwgeiten. Doordat de sneeuwgeiten zo hoog leven, zijn ze veilig voor predators. Enkel de steenarend zal een jong aanvallen. Een sneeuwgeit kan een poema tegenkomen in een dal. De poema kan kunnen een sneeuwgeit aanvallen, maar de sneeuwgeit is met zijn scherpe hoeven een gevaarlijk prooidier.
De bronsttijd valt tussen midden november en midden december, en duurt bijna twee weken. Sneeuwgeiten zijn polygaam, en het mannetje zal tijdens de bronsttijd op zoek gaan naar vrouwtjes, trekkende van woongebied naar woongebied. Vrouwtjes laten mannetjes soms al voor de bronsttijd toe in het woongebied, maar zullen pas in de bronsttijd paren. Bij voedselschaarste zullen de vrouwtjes echter het mannetje wegjagen uit hun territorium. Mannetjes zullen de vrouwtjes beschermen tegen rivalen, maar ze zijn zelf onderschikt aan de vrouwtjes.
Ze graven kuilen van zo'n dertig centimeter diep, waarin ze hun ontlasting achterlaten. Met een muskusachtige afscheiding uit de geurklier op de punt van zijn hoorns markeert het mannetje het vrouwtje, door zijn hoofd langs haar lichaam te schuren. Ook markeert hij de begroeiing. Rivaliserende mannetjes zullen elkaar bedreigen en uitdagen, onder andere door om elkaar heen te draaien en schijnaanvallen te doen. Echte gevechten komen echter zelden voor, omdat de scherpe hoorns lelijke, zelfs dodelijke verwondingen kunnen toebrengen, maar ook makkelijk afbreken.
Young Mointain Goat
De lammeren worden geboren na een draagtijd van 180 dagen, tussen midden mei en midden juni. Per worp krijgt een vrouwtje één tot drie lammeren, die zo'n drie kilogram wegen. De lammeren worden geboren op een steile helling. Jonge sneeuwgeiten kunnen al vlak na de geboorte lopen en klimmen. Ze lijken op volwassen dieren, maar hebben vaak bruine haren op de rug. Enkele dagen na de geboorte zullen ze al vast voedsel eten, alhoewel ze pas in augustus of september worden gespeend. Jongen blijven bij hun moeder tot de geboorte van de volgende lammeren.

Hidden Lake
Het is toch wel bijzonder dat je deze dieren nu in het echt ziet. Ze zijn inderdaad veel minder schuw dan we dachten. Daardoor kunnen we leuke foto’s maken. Uiteindelijk bereiken we Hidden Lake, een prachtig donkerblauwgroen meer omringd door enorme bergen en grote dennenbomen. Een uitzichtpunt geeft een prachtig overzicht van het hele meer en omgeving. Aan de overkant zien we Bearhat Mountain en als we naar links
draaien Reaynolds Mountain. Waar je ook kijkt hoge bergen en diepe dalen met af en toe een meer of meertje. We kunnen ook 2,5 km verder tot aan de rand van het meer en dan is de tocht totaal 10 km. heen en terug. Daarvoor moeten we nog een behoorlijk eindje doorlopen en afdalen. Op een gegeven moment moeten we horizontaal een sneeuwhelling over die vrij steil naar beneden afloopt. Smalle looppaden en als je misstapt dan lig je onder aan de berg. Dit wordt mij te gek en ik haak af. Ben dus niet geschikt als berggeit. Jammer voor Klaas maar we gaan terug, glibberend over de sneeuw.   
Hidden Lake, in the middle Reynolds Mountain


Als we teruglopen komen we langs een klein meertje. Even zitten en genieten van alles om ons heen. Op een hoge bergrug zou nog wat te zien zijn en Klaas waagt de klim er naar toe. Het is geen officieel pad en de ondergrond bestaat uit los puin en grind. Dat klimt niet zo gemakkelijk. Van boven af inderdaad wel een mooi uitzicht. Zicht op verschillende bergen zoals Heavy Runner, Almost- Dog, Citadel, Reynolds, en Bearhat Mountain. Beneden mij zie ik wandelaars van en naar Hidden Lake gaan. Nanda past op mijn rugzak en zet die even op de grond. Ineens komt er een marmot met een vaartje
recht op haar aflopen. Jammer, maar voor haar heeft hij geen belangstelling. Het beestje heeft alleen maar aandacht voor de rugzak! Food! Jammer voor hem maar hij krijgt niets!
Als ik beneden kom krijg ik het verhaal te horen en als ik om mij heen kijk zie ik meer marmotten. Ze liggen lekker te zonnen. Het is een prachtig gezicht te zien hoe de beestjes daar omscharrelen. Soms zie je 3 tot 5 en het volgende moment duiken ze in hun holletje onder de rotsen Er is er eentje bij die wel even wil poseren. Nou die wordt vast een wereldster.

De grijze marmot, in het Engels Hoary Marmot. Het is een marmot die voorkomt in het westen van Noord-Amerika. De grijze marmot heeft een dikke harige vacht die op zijn kop en rug zilvergrijs is, en op zijn staart en buik roodbruin. Het dier heeft zijn naam te danken aan zijn zilvergrijze rug. Zijn pootjes zijn zwart, en rond zijn ogen en bek is de vacht wit. Hij heeft kleine
oortjes en lange klauwen aan voor- en achterpoten.
Het dier wordt tussen de 45 en 60 centimeter lang, en zijn staart meet dan nog 17 tot 25 centimeter. Hij wordt tussen de 4 en 9 kilo zwaar.  Hij voedt zich daar met grassen, groene planten en zaden. In de herfst ontwikkelt hij een dikke laag vet, voordat hij in winterslaap gaat. In zijn meest zuidelijke leefgebied duurt zijn winterslaap van oktober tot februari, maar meer in het noorden slaapt hij van september tot april.

Onder marmotten zijn vele vormen van sociaal gedrag waargenomen zoals spelen, vechten, worstelen, verzorging, en elkaar neus-aan-neus aanraken. Dergelijke activiteit wordt het vaakst waargenomen in het najaar als aanloop naar de winterslaap.
Marmotten overwinteren zeven tot acht maanden per jaar in holen. Deze hebben ze uitgegraven in de grond of onder rotsblokken. Elke kolonie heeft enkele hoofd- en nestkamers en een aantal kleinere holen. Deze kleinere worden gebruikt om te slapen en als schuilplaats tegen roofdieren. Vluchtholen zijn het eenvoudigst en het meest talrijk. Ze bestaan uit een enkele uitgang die 1 tot 2 meter diep is. Elke kolonie graaft gemiddeld vijf van deze dergelijke holen per jaar en een volwassen kolonie komt soms over de honderd. Hoofd- en nestkamers zijn groter en complexer en hebben meerdere ingangen. De kamers liggen veel dieper, tot 3,5 meter, en zijn bekleed met plantaardig materiaal. Een kolonie heeft naast 1 hoofd-nestkamer maximaal 9 slaap-vluchtkamers.
Grijswitte marmotten zonnen veelvuldig op de rotsen soms wel tot ruim 40% van hun ochtendtijd. Als het te heet wordt zoeken ze beschutting onder rotsen of onder de grond. 


















Grijze marmotten paren vlak na de winterslaap. De draagtijd is ongeveer een maand, waarna er twee tot vier jongen worden geboren. Zij blijven gedurende twee jaar bij hun moeder. Als er voldoende voedsel aanwezig is, leven grijze marmotten in groepen bestaande uit een dominant mannetje, enkele geslachtsrijpe vrouwtjes met hun jongen en een aantal ondergeschikte mannetjes. Alleen het dominante mannetje paart met de vrouwtjes in de groep. Als er minder voedsel beschikbaar is, leeft de grijze marmot in kleine gezinnetjes bestaande uit een mannetje, een vrouwtje en jongen. De grijze marmotten hanteren een vocaal alarmsysteem. Ze waarschuwen elkaar door middel van fluiten en trillers voor vijanden zoals gouden adelaars, grizzly -en zwarte beren, wolven, coyotes, vossen, lynxen, poema's, veelvraten en vossen.
 

Als we verder gaan zien we zelfs mensen die op teenslippers lopen! Koud! Zo warm is het nou ook weer niet. Het wordt steeds drukker en er komt een sliert wandelaars aan die nog op weg zijn naar Hidden Lake. We komen weer op de sneeuw en het wordt weer glibberen. Nu gaan we een beetje heuvel afwaarts waardoor het nog lastiger wordt. Bij een heuveltje is heel weinig ruimte en iedereen wil tegelijk. Elkaar maar even helpen en gelukkig houden we het op de been. Het laatste stuk gaat weer beter en al snel komen we weer op de vlonders. Verderop zijn een paar jongens aan het stunten op snowboards. Ze hebben een balk geplaatst en daar willen ze over heen glijden. Net zo als de skateboarders doen. Veel publiek staat te kijken als de jongens hun stunt doen. Gaat hun best af en dat doen wij hun niet na. Op de sneeuw van Clements Mountain klimt een skiër. Die klimt zo hoog mogelijk om dan op ski’s af te dalen. Daar wachten wij niet op.

Glacier Lily's
We hebben de sneeuwpret weer gehad en komen nu in de bergweiden. Op sommige plekken is de sneeuw nog maar net weg. Hier en daar ligt nog sneeuw en veel smeltwater. Overal liggen plassen met water en het oude bruine gras is drijfnat. Aan de zonkant beginnen de weiden al weer groen te worden en bloeien er bloemen. Sommige stukken zijn helemaal geel van de Glacier Lily’s. Als we bijna weer bij het bezoekers centrum zijn hebben we een mooi zicht op de Garden Wall. Dat is een bergrug langs de Going to the Sun Road. Het is vooral bekend tijdens de zomermaanden om zijn tientallen soorten bloeiende planten en struiken. De velden zijn dan bedekt met een zee van bloemen. The Garden Wall ligt langs de westzijde van de Continental Divide en noordwaarts van Logan Pass. Vanaf deze plek zien we een paar grote bergen, van links naar rechts Pollock Mountain, Bishop Cap en Mount Gould.
Garden Wall

Hiking map Piegan and Siyeh Pass
Bij het bezoekers centrum aangekomen pakken we weer de bus die richting St. Mary gaat. In een scherpe bocht is de eerste stop, Siyeh Bend. Hier beginnen een aantal trails. Een 10,4 mile lange wandeling naar Siyeh Pass en dan door naar de bus stop bij Sunrift Gorge. De andere trail gaat naar Grinnell Lake en dan verder naar de  Piegan Pass. Beide trails gaan dan nog verder. De weg gaat verder door een dichtbegroeid bosgebied. Op de hogere gedeelten heb je bergweiden. In het midden en aan het eind van de zomer zijn hier veel wilde bloemen.
De volgende stop is Gunsight Pass Trailhead. Vanaf deze plek kun je ook weer naar de bus stop van Siyed Pass lopen. Wij gaan een combinatie van trails doen. Eerst een stuk Gunsight Trial tot aan de Saint Mary River en dat de St. Mary en Virginia Trail.
Hiking map St. Mary Falls
Hiking map St. Mary, Virginia Falls and Baring Falls


Als we uit de bus komen staan we op de Jackson Glacier Overlook. Veel zien we niet of we hebben niet in de gaten waar we naar moeten kijken. Eerst kunnen we het begin van de trail niet vinden maar een stukje verder begint de Gunsight Trial. Het eerste stuk gaat door een dennenbos, niet bijzonder. Veel varens en andere redelijk hoge struiken. Het is een smal paadje en Klaas mag voorop. Je weet nooit wat je tegenkomt. In de korte broek loopt het niet leuk door deze begroeiing. De takken schrapen langs je kuiten en knieën en dat voelt niet prettig. Toch hebben we geen zin de lange broek aan te doen, toch te warm. Ook hier is het weer heel stil en we komen heel weinig andere wandelaars tegen. Af en toe zien we wat bloeiende planten maar dat zijn er niet veel. De meeste zijn echt schaduwplanten. Hier en daar groeit ook beargras. Dacht dat dit hoger in de bergen groeide maar dus ook op de open plekken in de bossen. Hele vreemde plant, een lange stengel met daarboven een grote tros bloemen die van onderen naar boven bloeien.
     


Na een tijdje lopen komen we bij de St. Mary River. Deze rivier mond uiteindelijk uit in St. Mary Lake. Het water is mooi helder. Af en toe heb je kleine watervallen, stroomversnellingen of cascades, maakt niet uit het is mooi om te zien. Verderop is een hangbrug waar we even over heen lopen. Zo hebben we een mooi zicht over de rivier. Als je de hangbrug oversteekt en doorloopt ga je richting Gunsight Pass, dat doen wij dus niet. Een andere trail gaat langs de rivier richting St. Mary Falls. Dit is een mooie loop. Af en toen hebben we zicht op de rivier en dat is altijd mooi om te zien.
Cascades in the St. Mary River
Footbridge over the St. Mary River

 







Een stuk verder komen we bij een kruispunt van wandelpaden. Links, ga je naar de shuttle stop van St. Mary Falls, rechtdoor naar Baring Falls en de bus stop van Sunrift Gorge. Rechtsaf kun je naar St. Mary en Virginia Falls, wat wij gaan doen. Eerst ga je nog een stukje door het bos en daarna loop je nog een tijdje langs de rivier. Hier is het drukker. Vanaf de bus stop is het ook niet zo ver lopen. Naar de St. Mary en Virginia Falls is het maar 5,8 kilometer (heen en terug). Amerikanen lopen niet zo veel dus die pakken de korte trails. De meeste stoppen bij de St. Mary Falls. Een enkeling gaat verder. Wel weer even gezellig mensen te zien. Op het eind heb je een brug en vandaar heb je een mooi uitzicht op de waterval. St. Mary Falls heeft een val van ongeveer 35 meter in drie afzonderlijke stappen. De twee grootste zijn het meest fotogeniek. De kleinste waterval is te vinden onder de loopbrug. Wat opvalt is de ongelooflijk mooie aqua groene kleur van de poelen waar de waterval in stroomt.
St. Mary Falls


Het is heerlijk hier even te blijven. Het lawaai van de waterval, de kleuren en de mensen om je heen die ook van dit alles genieten. Na een tijdje gaan we toch weer verder, we willen de Virginia Falls ook nog even zien. Die moet ongeveer een 2 mijl verderop zijn. Kort na het passeren van St. Mary Falls volgt de route de Virginia Creek. Tussen St. Mary en Virginia Falls zijn twee zeer indrukwekkende reeks cascades of watervallen. Het is prachtig te zien hoe het water over de rotsen stroomt. Na 1,2 mijl zien we de eerste naamloze  en wij maar denken dat dit de Virginia Falls al is. Een stukje verder zien we een andere kleinere cascade. We doen even navraag en we horen dat we nog een stukje door moeten lopen maar dat het zeker de moeite waard is. Na 1,7 mijl is er een afslag naar de St. Mary Lake Trail. Deze gaat langs de zuidkant van Lake St. Mary naar het dorpje St. Mary, een wandeling van 10 mile.
 






  




























Virginia Falls
We slaan rechts af en dit stuk wordt de Virginia Falls Viewpoint Trail genoemd. Een klein stukje verder is de Virginia Falls. Het is geen hoge waterval, ongeveer 50 feet, 17 meter. Het water stuift omhoog en er komen steeds waterdruppels op de lens van het foto toestel. Foto’s maken is dus moeilijk. Het water valt in een poel en vandaaruit stroomt het via een aantal cascades of kleinere watervallen verder in de Virginia Creek. We hebben al veel watervallen gezien maar deze vinden wij wel heel mooi. Vooral op afstand genieten we van het geheel. Op een rotsrichel gaan we even zitten. Rusten uit van al het lopen wat we vandaag hebben gedaan. Slokje water en wat eten voordat we weer verder gaan.  
Virginia Falls
                        
                        

Daar treffen we een paar Amerikanen en we raken aan de praat hoe mooi het hier is. Ze Trekken met een camper, zo’n grote bus, door Amerika. Omgerekend is hun camper 14 meter, daar achter hebben ze een auto hangen en dan is de totale lengt 20 meter. Hiervoor heb je geen groot rijbewijs nodig zoals in Nederland. Als je een rijbewijs hebt voor een personenauto mag je hier ook mee rijden. Dit verbaast ons, met zo’n groot geval op de weg en je hebt geen vrachtwagen rijbewijs nodig. We vragen hoe duur zo’n camper is. Nieuw $ 300.000 maar je kunt al een goede 2e hands kopen voor $100.000 tot $ 150.000.  Na onze rust gaan we terug en komen weer langs St Mary Falls. Ondanks dat we deze waterval ook op de heenweg hebben gezien blijft die mooi. Een stuk verder pakken we de trail naar de Barings Falls en naar de bus stop van Sundrift Gorge. Dit is een prachtig stuk om te lopen. De rotsen zijn hier prachtig begroeid met verschillende soorten mos, van licht tot donker groen.
 

 

















Even later lopen we weer door de bush-bush. Een heel smal paadje tussen de knie hoge stuikjes. We raken er al aan gewend dus niet zo vervelend meer. Even later zien we St. Mary Lake. Het water heeft een aparte turquoise kleur. Wat is dit mooi en wat treffen we met het weer. We blijven langs het meer lopen. De ene keer heb je er een beter zicht op dan de andere keer maar daardoor blijft het ook mooi. Elke keer is het weer een verrassing. In de verder zien we een versmalling, The Narrows. De oevers liggen hier maar 400 meter uit elkaar. Wel leuk deze naam zijn we ook tegenkomen in Zion National Park. Op een hoog punt blijven we even staan om van de omgeving te genieten.

                  
Weer verder en op het eind komen we aan de oever bij het meer. Hier is ook het eindpunt van de pendel boot. De boot start bij Rising Sun Boat Dock en eindigt dus bij Baring Falls Boat Dock. Ook een mooie manier om Glacier National Park te zien. Als wij aankomen is het er druk. Er liggen 2 boten en iedereen wil mee. Ze kunnen er net allemaal op. Even later tuffen ze het meer op. De omgeving zal vanaf de boot ook wel mooi zijn om te zien.

Baring Falls
Wij gaan verder, richting Barings Falls. Het is niet zo ver lopen en niet veel later zien we de waterval. Niet spectaculair. Het water komt van de Baring Creek en stroomt door de zeer smalle kloof van de Sunrift Gorge. Voorbij de kloof stroomt Baring Creek verder en een stuk verder zie je dan de 10 meter hoge waterval. Nu moeten we klimmen en omdat we wat moe zijn is dat behoorlijk pittig. Gelukkig komen we bij de shuttle stop en wachten we op de bus. Deze is net geweest, dus dat wordt even wachten.
Baring Creek throu Sunrift Gorge
We hebben verder gelopen dan de bedoeling was, het is prettig dat de shuttlebus ons weer naar de camper terugbrengt. Er zitten nog een paar mensen te wachten en we praten even met elkaar.
Deze shuttlestop is ook het begin of eindpunt van de Sun Point Nature Trail. Je kunt dus ook starten bij Sun Point Parking Area, 9 mijl ten westen van het dorpje St. Mary. Lengte van de wandeling is 2,3 kilometer (heen en terug)
Wij hebben deze trail niet gedaan maar gelezen dat je onderweg een prima uitzicht hebt op St. Mary Lake. Op het eind kun je de Barings Falls nemen of de St. Mary Falls. Om mooie foto’s te maken moet je bij Sun Point zijn en bij het anderhalve mijl verder gelegen Goose Island View. Dit is een van de meest gefotografeerde uitkijkpunten in het park. Als je deze wandeling doet kom je ook langs de Narrows. Ook hier zijn de uitzichten over het meer erg mooi. In dit gebied moeten ook veel dieren voorkomen zoals elanden, herten, stinkdieren, grondeekhoorns en dassen. In de lente en vroege zomer groeien er veel wilde bloemen.

Aan de overkant van de weg is ook een cascade maar we zijn te moe om er te gaan kijken. Trouwens we hebben ook geen idee wanner de bus komt en die willen we niet missen. Na een half uurtje kunnen we mee. Onderweg gaat de chauffeur even langzamer rijden, In de berm, naast de bus loopt een coyote. Het beest vind het maar niks al die nieuwsgierige gasten. Voordat we een foto kunnen nemen verdwijnt het in het hoge gras en struiken. Bij het visitor center pakken we weer de camper en gaan terug naar de camping. De hoogste tijd om een heeeele poos lekker lui in de stoel te zitten. Dan even wat eten, douchen en met het blog verder. Het was een heerlijke dag en we hebben genoten. Vandaag weinig gereden 5 mile = 8 km.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten